spelling blok 5

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

                       Bezitsvorm





                                      Taalfoutje natuurlijk

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de volgende bezitsvormen:

1. Oma's trui, Sara's boek, papa's gitaar, Nico's fiets

2. Nienkes broek, Lottes pen, Sarahs tas, Andrés gum

3. Max' airpods, Joyce' diploma, Sjors' team

Wat valt je op?
Bedenk voor iedere vorm een regel. 

Slide 4 - Tekstslide

 regel 1:
Je kunt de bezitsvorm maken door een s achter de naam of een zelfstandig naamwoord te zetten. 

de schoenen van mijn vader  >  mijn vaders schoenen
de kleren van mijn zusjemijn zusjes kleren
het beroep van Sarah >  Sarahs beroep 

Slide 5 - Tekstslide

goed of fout gespeld ?
de fiets van Lieke
-> Liekes fiets
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

goed of fout gespeld ?
de auto van Kasper
-> Kaspers boeken
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Maak een bezitsvorm:
de telefoon van mijn broer

Slide 8 - Open vraag

regel 2: 
Als een naam of zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u, of y, eindigt, dan zet je een ' voor de s. Je schrijft dus 's
een '- teken heet een apostrof

het huis van oma   >   oma's huis
de moeder van Eddy   >   Eddy's moeder
de speen van de baby   >   baby's speen

Slide 9 - Tekstslide

goed of fout gespeld ?

de broer van Sally -> Sallys broer
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

maak een bezitsvorm:
de sigaar van opa

Slide 11 - Open vraag

maak een bezitsvorm van :
de telefoon van Ali
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk even terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!

Slide 12 - Open vraag

Regel 3: 
Eindigt het zelfstandig naamwoord of de naam op een sisklank
Schrijf dan alleen een apostrof, dat is ' 

De broer van Max  >  Max' broer
De zus van Bas  >  Bas' zus

Slide 13 - Tekstslide

goed of fout gespeld ?

de laptop van Hans -> Hans' laptop
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

goed of fout gespeld ?
de boeken van Bas
-> Bas's boeken
Regel
Is het +s  of + 's  of  ' ? Kijk terug in de uitleg als je het even niet meer weet!!
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

maak een bezitsvorm
De jas van Els

Slide 16 - Open vraag

Cijfers en getallen
Uitschrijven met letters:
  • Getallen tot twintig: twaalf, derde
  • Tientallen tot honderd: dertig
  • Honderd- en duizendtallen: tweehonderd, zesduizend


Slide 17 - Tekstslide

Cijfers en getallen
In getallen:
  • Maten, gewichten, afstand: 150 cm, 15 kg, 3 km
  • Procent: 50%
  • Gram: 80 gram
  • Euro: 60 euro



Slide 18 - Tekstslide


Kies het goede antwoord:

A
60 gram vijf mensen 200 euro
B
zestig gram vijf mensen tweehonderd euro
C
zestig gram 5 mensen tweehonderd euro
D
60 gram 5 mensen 200 euro

Slide 19 - Quizvraag

Cijfers en getallen
Wat is goed?
A
Dertig liter
B
30 liter
C
Dertig lt
D
30 lt

Slide 20 - Quizvraag

Cijfers en getallen
Wat is goed?
A
2 van de 3
B
Twee van de drie
C
2 vd 3
D
Twee vd drie

Slide 21 - Quizvraag

Blok 5, Spelling
Bezitsvorm: maak opdracht theorie, 26.1-6, 27

Cijfers en getallen:  maak opdrachten theorie en 28a

Nabespreken opdrachten


timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide