Bijzondere ondersteuningsmethodieken

Bijzondere 
Ondersteuningsmethodieken

Hoofdstuk 27
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
doelgroepenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bijzondere 
Ondersteuningsmethodieken

Hoofdstuk 27

Slide 1 - Tekstslide

Welke methodieken ken jij?

Slide 2 - Woordweb

Welke methodiek gebruik jij voor je examengesprek?

Slide 3 - Open vraag

Indeling Ondersteuningsmethodieken
  • Ontwikkelingsstimuleringsmethodieken
  • vaardigheidstraining
  • gedragsveranderde  methodieken
  • therapeutische methodieken

Slide 4 - Tekstslide

Ondersteuningsvraag gericht op
Ontwikkelingsstimulering
Basale stimulatie
Zintuiglijke stimulering
Methode Vlaskamp
Vaardigheidstraining
Zelfredzaamheidstraining
Goldsteintraining
EIM/ begeleid ontdekkend leren

Slide 5 - Tekstslide

Basale stimulatie

Zeer geschikt voor cliënten met ernstige verstandelijke of meervoudige beperking. 

Lichaamsgebonden ervaren 

Tegenwoordig ook: ouderen met dementie en comapatiënten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Voorbeelden:
Snoezelen
Massage geven
Schommelen
Voorlezen 
Muziek activiteiten 
Bubbelbad
Prikkelen van reukvermogen 

Slide 8 - Tekstslide

EIM staat voor:
Eigen Initiatief Model
Juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

Bij het EIM heeft de PB-er de rol van coach. Welke stellingen zijn juist?
A
Als de cliënt een fout maakt, geeft de pb-er aan wat er fout ging
B
De pb-er laat de cliënt zelf bepalen hoe hij het probleem wil aanpakken
C
De begeleider stelt vragen met het doel om de cliënt te laten nadenken over het probleem
D
Het initiatief voor de uitvoering van een taak ligt bij de cliënt

Slide 10 - Quizvraag

Eigen initiatief model (EIM)/ begeleid ontdekkend leren
Doel: denkvaardigheden toepassen in onbekende en onverwachte situaties 

Begeleider is coach 

Bij een hulpvraag gaat de begeleider niet direct hulp aanbieden. Cliënt stimuleren zelf een oplossing te zoeken. 

Zelfstandigheid en zelfvertrouwen van cliënt nemen toe door deze methodiek. 

Slide 11 - Tekstslide

Ondersteuningsvraag gericht op
Benaderingswijze 
Gedragsverandering
gedragsmatige aanpak
mediërende aanpak Feuerstein
therapeutisch: verhelpen probleem (gedrag) 
methode Heijkoop: 'anders kijken naar'
gentle teaching en relatietherapie
'active support'
triple C
oplossingsgericht werken
psychotherapie en vaktherapie

Slide 12 - Tekstslide

Voor wie is de triple-c methodiek bedoelt?
A
mensen met een beperking en gedrags- of psychische problemen
B
mensen met meervoudige gezinsproblematiek
C
mensen met Autisme Spectrum Syndroom
D
mensen met een lichamelijke beperking

Slide 13 - Quizvraag

waar staan de 3 c's van triple-c voor?
A
cliënt, concentratie en comunicatie
B
coach, cliënt en competentie
C
creativiteit, classificatie en coördinatie
D
cyclus, concreet en coach

Slide 14 - Quizvraag

Triple C
Doelgroep: Mensen met verstandelijke beperking met gedragsproblematiek en/ of psychische problemen. 
3x C = Cliënt / Coach/ Competentie 
In de praktijk:  Onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie & zinvolle daginvulling bieden. Cliënt doet succeservaringen op. Vertrouwen groeit - problematisch gedrag verdwijnt . 

Slide 15 - Tekstslide

Oplossingsgericht werken 

"Het doel van oplossingsgericht werken is jongeren  in staat te stellen hun problemen zelfstandig of samen met mensen uit hun omgeving op te lossen. De hulpverlener gaat op methodische en gestructureerde manier met de cliënt in gesprek, waarmee de cliënt zijn autonomie versterkt."


Slide 16 - Tekstslide

Kort gezegd: oplossingsgericht werken is... 
 een methodische en gestructureerde manier van bevragen van de cliënt zodat deze in staat is om:
  1. te bepalen wat zijn probleem is en een andere kijk daarop te ontwikkelen
  2. zich bewust te worden van zijn interne en externe hulpbronnen
  3. zijn doelen concreet en in detail te formuleren
  4. hoop en vertrouwen te ontwikkelen
  5. zelfbedachte stappen te zetten om de situatie te verbeteren
  6. zelf te bepalen wanneer hij zonder professionele hulp verder kan.

Slide 17 - Tekstslide

Extra (PBSD)

Slide 18 - Tekstslide

Systeemgericht werken 
"Bij systeemgericht werken kijk je niet naar de jongere als individu, maar naar de jongere en zijn gehele systeem" 

Een systeem is een verzameling van mensen die bij elkaar betrokken zijn. Bijv: gezin, hele familie, klas. 

Slide 19 - Tekstslide

Visie systeemtheorie 
Je kunt problemen pas begrijpen en oplossen als je het systeem van de jongere betrekt. Gedrag staat niet op zichzelf, iedereen gedraagt zich anders in andere situaties (systemen). Om het gedrag te begrijpen en op te lossen, betrek je de belangrijke personen in het systeem om gezamenlijk de problemen aan te pakken. 

Bijv: probleemgedrag thuis, niet op school. Interactie in het systeem (thuis). Gezamenlijke oplossing. Gedrag - interactie - relaties. 

Slide 20 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!

Deze les vond ik
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Methode Heijkoop 
Heel veel filmpjes op youtube

Slide 22 - Tekstslide

Doel 
Cliënten stimuleren tot actie door het aanbieden van speciaal daarvoor geslecteerde materialen. 


Slide 23 - Tekstslide