In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Snelheid
standaardeenheid:
v=Δts
sm
Slide 1 - Tekstslide
Iemand beweegt met 50 m/s. Wat is haar snelheid in km/h?
A
B
C
D
180 km/h
Slide 2 - Quizvraag
Twee eenheden voor snelheid
Onthoud !!! : 1 m/s is SNELLER dan 1 km/h
1sm=3,6hkm
1hkm=3,61sm
Je mag ook
km/u schrijven
i.p.v. km/h
Slide 3 - Tekstslide
Iemand rijdt met 112 km/h op de snelweg. Wat is de snelheid in m/s?
A
B
31,1 m/s
Slide 4 - Quizvraag
Een wandelaar legde 6 km af in 30 minuten. Wat was haar snelheid in m/s?
A
3,3 m/s
Slide 5 - Quizvraag
Iemand rent naar het station met 4 m/s. Hij doet er 150 s over.
Hoe ver heeft hij gerend?
A
B
C
D
600 m
Slide 6 - Quizvraag
Afstandf
standaardeenheid:
s=v⋅Δt
m
Slide 7 - Tekstslide
Iemand rent naar het station met 4 m/s. Het station is 1 km ver.
Hoe lang doet ze erover?
A
B
250 s
Slide 8 - Quizvraag
Tijd
standaardeenheid:
Δt=vs
s
Slide 9 - Tekstslide
Noem vier eigenschappen van een planeet die nodig zijn voor leefbaarheid:
Slide 10 - Tekstslide
Vast oppervlak; Atmosfeer; Zwaartekracht niet te hoog of laag; Temperatuur niet te hoog of laag
Slide 11 - Tekstslide
Heat transfer
Wat zijn de drie manieren om warmte door te geven?
Geleiding
Stroming
Straling
Slide 12 - Tekstslide
Kelvin and Celcius
? K = -273 °C
273 K = ? °C
20 °C = ? K
383 K = ? °C
1824 - 1907 1701-1744
Slide 13 - Tekstslide
Kelvin and Celcius
0 K = -273 °C
273 K = °C
°C --> K : +273
K --> °C : -273
1824 - 1907 1701-1744
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de algemene werking van een kracht?
A
snelheidsverandering
Slide 15 - Quizvraag
Krachten - Hoe veranderen ze snelheid?
versnellen (optrekken)
vertragen (afremmen)
richting veranderen
in balans houden (krachten kunnen elkaar opheffen)
vervormen, elastisch
vervormen, plastisch
Slide 16 - Tekstslide
Hoe teken je een kracht
Punt waar hij aangrijpt (waar hij op werkt)
Pijl in de richting waarin hij werkt
Lengte staat voor de grootte
De lengte is op schaal, dus schrijf schrijf de schaal erbij.
Slide 17 - Tekstslide
In welk plaatje is er versnelling, constante snelheid vertraging?
Slide 18 - Tekstslide
Bedenk het zelf, maar: Tel de krachten op: Is er een opgetelde kracht naar beneden, dan versneld hij richting aarde, Is er een opgetelde kracht 0, beide pijlen even lang, dan is de snelheid constant.
Opgetelde kracht omhoog: Hij valt nog steeds naar beneden, maar gaat steeds trager, dus vertraging.
Slide 19 - Tekstslide
s-t-diagram, s staat voor afstand (uit het Latijn Spatio, dat ruimte, denk aan Space, betekent)
Slide 20 - Tekstslide
Questions on 1.5?
v-t-diagram
v staat voor velocity = snelheid
Slide 21 - Tekstslide
Druk, drie keer dezelfde formule
Wil je druk uitrekenen? Pressure (=druk)
Wil je oppervlak uitrekenen? Area (= oppervlak)
Wil je kracht uitrekenen? Force (= kracht)
P=AF
A=PF
F=P⋅A
Slide 22 - Tekstslide
v (m/s)
t (s)
Het oppervlak onder het v-t-diagram is de afgelegde weg = de afstand