5.3 Beenverbindingen

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. opdrachten nakijken
3. uitleg over beenverbindingen (5.3)
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. opdrachten nakijken
3. uitleg over beenverbindingen (5.3)

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les
1. Uit welke 2 stoffen bestaat bot?

2.  Kies uit. In bot zitten meer/minder kalkzouten dan in kraakbeen.
In kraakbeen zitten meer/minder lijmstoffen dan in bot.
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling antwoorden
1. Uit welke 2 stoffen bestaat bot?
kalk en lijmstof

2.  Kies uit. In bot zitten meer kalkzouten dan in kraakbeen.
In kraakbeen zitten meer lijmstoffen dan in bot.

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachten nakijken
zijn er vragen??

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat wordt er beschermd door de borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door de schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 9 - Quizvraag


Welk deel bestaat uit kraakbeen?
A
1
B
2
C
3
D
geen enkel deel

Slide 10 - Quizvraag

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 11 - Sleepvraag

Waar vind je
GEEN kraakbeen in je lichaam?
A
Het oor
B
De neus
C
De onder- en bovenkaak
D
De wervelkolom

Slide 12 - Quizvraag


Hoe heet het groen gekleurde bot?
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Heupbeen
D
Dijbeen

Slide 13 - Quizvraag

5.3 Beenverbindingen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  Je kunt de vier typen beenverbindingen noemen en uitleggen.
  2. Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
  3. Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Beenverbindingen 
Er zijn vier verschillende verbindingen:
vergroeid - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

dit is een aantekening

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
1. Op welke plekken in je lichaam zijn botten vergroeid? Veel of weinig beweging?

2. Op welke plek in je lichaam zit een naadverbinding? Veel of weinig beweging?

3. Op welke plekken in je lichaam zijn botten een kraakbeenverbinding? Veel of weinig beweging?

4. Wat is een gewricht?

5. Geef een voorbeeld van een kogel-, scharnier- en rolgewricht
Tip; lees 5.3
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

1. Vergroeid

Plek in het lichaam:
- Heiligbeen
- Staartbeen

Geen beweging mogelijk.

Slide 18 - Tekstslide

2. Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding
De naden zijn kronkelig.
Er is geen beweging mogelijk. 




Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid.
Er is dan nog een beetje beweging tussen de schedelbeenderen mogelijk. 

Slide 19 - Tekstslide

3. Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribben met het borstbeen en de ruggenwervels zijn hier voorbeelden van. 
Er is weinig beweging mogelijk.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

4. Gewrichten
Gewrichten zijn plekken waar botten bij elkaar komen, waar nog veel beweging tussen zit. 

Je hebt 3 soorten gewrichten:
  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht

Slide 22 - Tekstslide

De bouw van een gewricht

Slide 23 - Tekstslide

5. Kogelgewricht

De kop van het bot beweegt in de kom van het andere bot. 
Voorbeelden:
schouderblad + opperarmbeen   
heupbeen + dijbeen


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

5. Scharniergewricht
Een scharniergewricht kan botten alleen maar laten buigen of strekken. 
voorbeeld: knie, vingers

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

6. Rolgewricht
Een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
Voorbeeld: je onderarm (spaakbeen/ellepijp) 


Slide 28 - Tekstslide

De bouw van een gewricht

Slide 29 - Tekstslide

Gewrichtssmeer
Tussen de kraakbeenlaagjes zit gewrichtssmeer
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de beweging soepel verloopt. 
Gewrichtssmeer wordt afgegeven door het gewrichstkapsel
Dit is een aantekening

Slide 30 - Tekstslide

spel
duo's
1. Persoon 1 omschrijft een bot zonder de naam te noemen. 
2. De ander raad dit bot.
3. Probeer zoveel mogelijk botten te omschrijven binnen 5 minuten!
4. Omdraaien.
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten
maak 5 opdrachten bij 5.3
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 34 - Sleepvraag

Nummer 1 is de gewrichtskogel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door gewrichten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 37 - Quizvraag

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 38 - Quizvraag

noem de 4 beenverbindingen?

Slide 39 - Woordweb

Wat is de functie van gewrichtssmeer?
A
Slijtage voorkomen
B
Splinteren voorkomen
C
Schok voorkomen
D
Soepeler laten bewegen

Slide 40 - Quizvraag

Een naadverbinding is
A
een beetje beweeglijk
B
beweeglijk
C
niet beweeglijk

Slide 41 - Quizvraag

Een kogelgewricht zit in de
A
onderarm en onderbeen
B
schouder en heup
C
opperarmbeen en ellepijp

Slide 42 - Quizvraag

Aan de slag
maak alles t/m 5.3
leer 5.1 t/m 5.3

Slide 43 - Tekstslide