In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Chromebook op tafel: log in met de code
Boeken (LB, WB en BB) en pen op tafel
Tas op de grond
3.2 Arm en rijk in Dubai
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen par. 3.1 (quizvragen)
Huiswerkcontrole + lezen par. 3.2
Presenteren
Start bespreking 3.2 (uitleg, verwerking)
Slide 2 - Tekstslide
Bekijk de klimaatgrafiek. Van welk land zou deze klimaatgrafiek niet kunnen zijn?
A
Turkije
B
Saudi-Arabië
C
Egypte
D
Irak
Slide 3 - Quizvraag
Welk klimaat uit het Midden-Oostenstaat hier centraal? Temperatuur ligt in de koudste maand tussen de 18 en -3 graden. Er is sprake van een droge zomer.
Slide 4 - Open vraag
Door welke kenmerken is het Midden-Oosten één cultuurgebied?
A
Taal, godsdienst, bouwstijl en muziek
B
Opbouw van de bevolking en godsdienst
C
Geopolitiek
D
Taal, geopolitiek en welvaart
Slide 5 - Quizvraag
Ondanks een woestijnklimaat kunnen mensen in Egypte toch aan voldoende water komen. Geef hiervoor een mogelijke reden.
Slide 6 - Open vraag
3 stellingen. Zijn ze juist of onjuist? 1. In het Midden-Oosten wonen alleen maar moslims. 2. In het Midden-Oosten zijn de soennieten in de meerderheid. 3. Cultuur kun je niet aanleren; het is nu eenmaal zo.
Slide 7 - Open vraag
Hoe kan Turkijë geopolitiek bedrijven?
A
Door het Suezkanaal af te sluiten
B
Door geen olie meer te exporteren naar Europa
C
Door het water van de Nijl in eigen land te houden
D
Door water in de rivieren met dammen tegen te houden, zodat Irak niets krijgt
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste omschrijving van het begrip geopolitiek?
A
Een politieke partij die zich vooral bezig houdt met het verbeteren van het milieu
B
Je eigen bevolking onder druk zetten om meer geld van ze te krijgen
C
Alle verschillende soorten politiek die op de wereld voorkomen
D
Het uitoefenen van macht door een land vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen of ligging
Slide 9 - Quizvraag
Presenteren
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen 3.2 (1)
Je weet de betekenis van de begrippen van par. 3.2 (LB en BB);
Je weet het verschil tussen welvaart en welzijn.
Je kunt een nadeel noemen voor het gebruik van het bnp per inwoner om landen met elkaar te vergelijken.
Je kent de 4 basisbehoeften en je kunt per basisbehoefte aangeven hoe de situatie is in welvarende en minder welvarende landen.
Je kunt informatie vanuit bronnen gebruiken en koppelen aan de theorie.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Kaart
Welvaart
De mate waarin iemand in staat is om in zijn eigen behoefte te kunnen voorzien (inkomen).
BNP per inwoner
Verschillen in het Midden-Oosten
Nadelen van deze indicator?
Gemiddelde inkomen per inwoner per jaar
Het bnp per inwoner is een gemiddelde, het laat geen sociale ongelijkheid (verschil in welvaart tussen mensen) zien.
Regionale ongelijkheid - welvaartsverschillen tussen gebieden
Slide 13 - Tekstslide
Welzijn
Mate waarin iemand toegang heeft tot de basisbehoeften:
Voedsel
Huisvesting
Gezondheidszorg
Onderwijs
Waar letten we dan op?
Gebruik de atlas. Ga naar kaartblad 248 en 249.
Opdracht: Bekijk van alle kaarten de titels en de omschrijving boven de legenda's. Koppel vervolgens de basisbehoeften met de onderwerpen van de atlaskaarten (noteer de titel). Let op! niet elke basisbehoefte heeft evenveel gekoppelde titels!
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?
Slide 15 - Open vraag
Noem 2 landen in het Midden-Oosten met een hoog BNP. Noem daarna het land met het laagste BNP.
Slide 16 - Open vraag
Welvaart
Welzijn
Alfabetiseringsgraad
BNP/hoofd
Schoon water
Armoedegrens
Levensverwachting
Kunnen kopen wat je wil
Slide 17 - Sleepvraag
Er bestaat een verband tussen welvaart en welzijn. Noteer dit verband. Gebruik hiervoor een 'hoe-hoe zin'.
Slide 18 - Open vraag
Aan de slag!
Maak opdracht 2 t/m 5 uit je werkboek (blz. 50 en 51).
Vraag 3B: (kaart 238A)
Werk zelfstandig, in stilte. Gebruik LB en BB om je antwoorden te formuleren.
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen 3.2 (2)
Je kunt uitleggen hoe Dubai van vissersdorp tot wereldstad is uitgegroeid. Hierbij ga je in op de rol die aardolie heeft gespeeld.
Je kunt aangeven waarom Dubai een wereldstad is.
Je kunt aangeven waarom diversificatie van de economie van Dubai noodzakelijk was.
Je kunt het systeem van hubs en spokes toepassen op Dubai.
Je weet welke stappen Dubai (VAE) zet om toekomstbestendig te worden op het gebied van leefbaarheid, duurzaamheid en economie.
Je kunt uitleggen waarom Dubai een multiculturele samenleving heeft (en waar deze mensen vandaan komen).
Slide 20 - Tekstslide
Van vissersstad naar wereldstad
Een stad die wereldwijd op economisch, cultureel en politiek gebied een grote rol speelt
Slide 21 - Tekstslide
Stad vanuit het niets
-Na de vondst van aardolie is Dubai uitgegroeid van vissersdorp tot wereldstad.
- Maar: aardolie raakt een keer op
Hoe komt Dubai dan aan inkomen?
Slide 22 - Tekstslide
Stad vanuit het niets
Dubai ging zich dus niet meer alleen richten op aardolie, maar ook op toerisme, handel en financiële diensten.
Dit noem je: Diversificatie:veelzijdige economie
Geslaagd: Dubai nu = een belangrijke
mainport:knooppunt in transportroutes tussen werelddelen. ( vliegveld en haven)
Hubes en spokes (B264)
Een hub is een centraal knooppunt waar vanuit mensen en/of goederen via verbindingslijnen (spokes) naar andere bestemmingen worden gebracht. Dit is efficitiënter en goedkoper.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
De toekomst
Dubai wil een wereldstad blijven.
Dit doen dat ze door zich niet alleen op economische ontwikkeling te richten.
Ze richten zich nu ook op de leefbaarheid en duurzaamheid.
Slide 25 - Tekstslide
De toekomst
1. Leefbaarheid verbeteren: Door evenementen te organiseren wereldwijd (Expo 2020).
2. Duurzaamheid verbeteren: Net buiten de stad hebben ze een stad gebouwd met duurzame energie (welke vorm?).
Slide 26 - Tekstslide
Arbeidsmigranten
Multiculturele samenleving als gevolg van arbeidsmigratie
Aziatisch (zuidoost) werken vooral in de oliewinning, de industrie en de bouw tegen lage lonen;
Westerse migranten in de dienstensector - beter voor de economie.
Verspreiding andere cultuurelementen (diffusie).
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 2,3, 4, 5, 6bc, 7, 8aceg en 9.
Vraag 3B: kaart 238A.
Samenwerken mag, op fluisterniveau. Gebruik LB en BB om je antwoorden te formuleren.