Feit, mening, standpunt en argument

WELKOM

Op je tafel:

- Nederlands boek

- Schrift en pen

1 / 14

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM

Feit, mening, standpunt en argument

Op je tafel:

- Nederlands boek

- Schrift en pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Uitleg

(je kan na deze les feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in een tekst.

- Zelfstandig werken

- Afsluiting/weektaak

Slide 2 - Tekstslide

Lezen

timer

10:00

Slide 3 - Tekstslide

Feiten, meningen en argumenten

Slide 4 - Tekstslide

feiten, meningen en argumenten

Lesdoel: Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen

Slide 5 - Tekstslide

Roken is ongezond.

Roken stinkt.

Roken is slecht voor je, omdat je er een stinkende adem van krijgt.

timer

0:30

Mening

Feit

Argument

Slide 6 - Sleepvraag

Feit

Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is. Je kunt een feit controleren.

Bijvoorbeeld: Uit onderzoek blijkt dat voetbal een belangrijke rol speelt in het leven van miljoenen mensen in Nederland. Je kunt de waarheid van deze uitspraak controleren.

Slide 7 - Tekstslide

Mening of standpunt

Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt of hoe iemand ergens over denkt.

Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. Je herkent een mening aan woorden als ik vind en volgens mij. Bijvoorbeeld: Ik vind voetbal de leukste sport die er is.

Slide 8 - Tekstslide

Argument

Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers. Bijvoorbeeld: Ik vind voetbal de leukste sport die er is (mening), want ik houd van sporten met een bal en van sporten waarbij je moet samenwerken (twee argumenten).