3A 5.5 De evolutietheorie les 1

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doorgeefvragen 
  1. Maak groepjes van 3 met degenen naast je.
  2. Elke leerling krijgt een werkblad. Schrijf je naam hierop.
  3. Schrijf op je werkblad een onderwerp uit basisstof 5.3 of 5.4 waarover een vraag moet worden bedacht.
  4. Geef je blad door aan de tweede leerling in je groepje --> die bedenkt een vraag bij dit onderwerp. 
  5. Geef het blad door aan de derde leerling --> die geeft antwoord.
  6. Samen bespreken jullie de vragen en antwoorden. 
  7. Lever de werkbladen in bij de docent. 

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
Zelfstandig stil 

Pak je boek en lees 5.5 De evolutietheorie

Klaar? 

Lees het nogmaals en probeer de leerstof te onthouden.



 
 



Welkom
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas doe je uit
  4. Pak je boek, schrift + pen 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk controle: 5.4 opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 11 (blz. 130 - 132)
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 6 --> Evolutie les 1
  • Video evolutie --> 7,5 minuten
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 5 - Tekstslide

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
5.1 Genotype en fenotype 
5.2 Chromosomen
5.3 Genen en allelen 
5.4 Transcriptie
5.5 De evolutietheorie les 1
5.6 Geschiedenis, leven op aarde
5.7 DNA-technieken
5.8 Dominant of recessief
5.9 Kruisingen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt de evolutietheorie beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is evolutie?
Evolutie is ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Ook wel evolutietheorie genoemd.


 
Belangrijk: Je mag denken dat de evolutie niet waar is, zorg er wel voor dat je de evolutie kunt uitleggen op je eindexamen!

Slide 8 - Tekstslide

Charles Darwin
Darwin heeft de evolutietheorie bedacht. 

Deze theorie gaat over:
  • Verandering in genotypen
  • Natuurlijke selectie
  • Ontstaan van nieuwe soorten


Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Dezelfde soort organismen
Organismen behoren alléén tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.











Elephas maximus
Elephas africanus
Canis familiaris
Canis familiaris
Zelfde Familie: Olifanten
Zelfde soort: Honden

Slide 11 - Tekstslide

Variatie in genotype
Populatie = een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.

  •  Nieuwe genotypen ontstaan (voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 12 - Tekstslide

Natuurlijke selectie

Slide 13 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = de best aangepaste organismen geven hun genen vaker door aan de volgende generatie dan de minder goed aangepaste organismen. Het aandeel van de goed aangepaste individuen van een soort in de volgende generatie is daardoor groter. 

  • Overlevingskans
  • Meest voordelige eigenschappen
  • Beste aanpassingen

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke selectie samengevat 
Een organisme kan goed of minder goed aan zijn omgeving zijn aangepast --> bepaalt zijn overlevingskans

Organismen met 'goede' eigenschappen voor de omgeving 
--> krijgen (veel) nakomelingen
De goede eigenschappen worden doorgegeven!

Slide 15 - Tekstslide

Erfelijke variatie
Erfelijk variatie ontstaat door mutatie in het DNA van een geslachtscel --> het  individu heeft een iets ander genotype gekregen.
Door variatie in genotype is ook variatie in fenotype.

Sommige mutaties zijn gunstig, dus leveren een grotere overlevingskans op, dus ook meer kans op nakomelingen. 
Het nieuwe fenotype komt dan steeds vaker voor. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van evolutie?
Evolutie is ...
A
een geleidelijke ontwikkeling, waarbij steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.
B
de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
het ontstaan van een nieuwe soort, doordat een andere soort uitsterft.
D
de ontwikkeling van het leven op aarde doordat organismen zich aanpassen aan hun milieu.

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer behoren organismen tot 1 soort?
A
Als ze samen nakomelingen kunnen krijgen
B
Als ze samen meer dan 1 nakomeling krijgen
C
Als ze samen kunnen voortplanten
D
Als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we het proces waarbij de best aangepaste individuen het meest zullen voortplanten?
A
Evolutie
B
Natuurlijke selectie
C
Mutatie
D
Modificatie

Slide 19 - Quizvraag

In het poolgebied (sneeuw) wie heeft de grootste kans om te overleven en voort te planten?
A
De rode vos
B
De witte vos

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer heeft een soort de grootste overlevingskans?
A
Als er geen variatie in genotype en fenotype is
B
Als er wel variatie in genotype en fenotype is

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk

Lezen 5.5

Maken opdracht 1, 3, 5, 7,8 en 9 




Slide 22 - Tekstslide