In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 10:
10. 2 Som en verschilgrafiek
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 2 - Tekstslide
Schuif de grafieken naar de juiste plek.
Welke grafieken is een horizontale grafiek
Welke grafieken zijn lineair?
Plaats hier de grafieken die je nergens kunt plaatsen
Welke grafieken zijn vloeiende krommen?
Slide 3 - Sleepvraag
Schuif de grafieken naar de juiste plek. 1 grafiek kan je niet plaatsen!
Welke grafieken stijgt steeds langzamer
Welke grafiek stijgt steeds sneller?
Welke grafiek is periodiek?
Welke grafiek daalt steeds langzamer?
Welke grafiek stijgt steeds met dezelfde snelheid?
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de formule naar de lijn die erbij hoort
y=x
y=getal
x=getal
y=-x
Slide 5 - Sleepvraag
Schuif de formules naar de juiste plek.
Periodiek verband
Evenredig verband
Omgekeerd evenredig verband
Kwadratisch verband
Horizontale verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticale verband
Slide 6 - Sleepvraag
Schuif de grafieken naar de juiste plek.
Periodiek verband
Evenredig verband
Omgekeerd evenredig verband
Kwadratisch verband
Horizontale verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticale verband
Slide 7 - Sleepvraag
Lesdoelen
Je leert wat een verschil grafiek is.
Je leert wat een som grafiek is.
Je leert van verschillende formules een som formule of een verschil formule te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Somformule en verschilformule
Som betekentoptellen
Verschil betekent aftrekken
ppp
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Samenvatting video
-Als dezelfde variabelen in twee formules zitten, kan je ze bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.
-Deze formules gaan vaak over kosten, oppervlakte, huurprijs of het aantal keren dat iets voorkomt.
Slide 11 - Tekstslide
Somformule
Huurpijs in euro = 25 + 12,50 a
Huurprijs in euro = 15 + 7,50 a +
_____________________________________
Somformule:Huurprijs in euro = 40 + 20,00 a
Slide 12 - Tekstslide
Som en verschil formules vb
Je huurt twee huisjes op een vakantiepark, maak de somformule en de verschil formule
Som (hoeveel is het samen):
Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w
Totaal 100+520w
Verschil (wat is het verschil):
Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w -
Verschil 60-20w
Slide 13 - Tekstslide
Maak van de 2 formules een somformule. h = 5 + 6t h = 3 + 4t Wat is de somformule
A
h = 5 + 6t
B
h = 8 + 10t
C
h = 2 + 2t
D
h = 8 + 2t
Slide 14 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een somformule. aantal = 4 - 6t aantal = 4 + 2t Wat is de somformule
A
aantal = 4 + 4t
B
aantal = 8 + 8t
C
aantal = 8 + 4t
D
aantal = 8 -4t
Slide 15 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een verschilformule. y = 10 - 7x y = 5 + 3x Wat is de verschilformule
A
y = 15 + 10x
B
y = 5 + 10x
C
y = 5 - 10x
D
y = -5 - 10x
Slide 16 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een verschilformule. inhoud = 15 + 6p inhoud = -5 + 4p Wat is de verschilformule
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Somgrafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
Slide 19 - Tekstslide
Somgrafiek
maak een somtabel
teken de punten in de grafiek
teken de somgrafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
Slide 20 - Tekstslide
Somgrafiek
maak een somtabel
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
A'dam
totaal
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
Slide 21 - Tekstslide
Somgrafiek
maak een somtabel
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
Slide 22 - Tekstslide
Somgrafiek
maak een somtabel
dagen van de week
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
Slide 23 - Tekstslide
Somgrafiek
2. teken de punten in de grafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
Slide 24 - Tekstslide
Somgrafiek
3. teken de somgrafiek
dagen van de week
aantal verkochte fietsen
H'sum A'dam
dag
ma
di
wo
do
vr
za
zo
H'sum
3
5
2
2
4
4
1
A'dam
5
1
1
3
4
2
5
totaal
8
6
3
5
8
6
6
Slide 25 - Tekstslide
Bekijk het plaatje hiernaast
Als je de grafiek van de mannen en vrouwen bij elkaar optelt, dan krijg je de groene grafiek. Dit heet de somgrafiek.
voorbeeld in 2009 waren er 200 vrouwen en 150 mannen, dus totaal in 2009 350 inwoners
Slide 26 - Tekstslide
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.
Slide 27 - Open vraag
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 28 - Tekstslide
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € = 10 + 5𝑎 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € = 7,50𝑎 Wat is de verschilformule?
A
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =2,50𝑎+5𝑎
B
10 −2,50𝑎
C
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =10 −2,50𝑎
D
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑖𝑛 € =2,50𝑎+10
Slide 29 - Quizvraag
Lotte huurt 2 tuinmannen in, ze berekenen hun prijs met de volgende formules: tuinman 1: bedrag in € = 50+25u, tuinman2: bedrag in €= 40+30u u= tijd in uren maak de som formule
Slide 30 - Open vraag
Lotte huurt 2 tuinmannen in, ze berekenen hun prijs met de volgende formules: tuinman 1: bedrag in € = 50+25u, tuinman2: bedrag in €= 40+30u u= tijd in uren maak de verschil formule
Slide 31 - Open vraag
Meneer de Bruin gaat met zijn familie op vakantie. Daar kunnen ze twee soorten huisjes huren. Bij de huurprijzen horen de volgende formules: Type A: huurprijs in€= 25 + 30a Type B: huurprijs in€= 20 + 35a De familie gaat beide huisjes huren. Welke formule hoort daarbij?
Slide 32 - Open vraag
Meneer de Bruin gaat met zijn familie op vakantie. Daar kunnen ze twee soorten huisjes huren. Bij de huurprijzen horen de volgende formules: Type A: huurprijs in€= 25 + 30a Type B: huurprijs in€= 20 + 35a Hoeveel zijn ze kwijt als ze de huisjes 7 nachten huren?
Slide 33 - Open vraag
Familie Braaf gaat op vakantie naar Bali. Daar kunnen ze twee soorten huisjes huren. Bij de huurprijzen horen de volgende formules: Type A: huurprijs in€= 85 + 40a Type B: huurprijs in€= 60 + 45a Geef de verschilfomule A - B
Jo verdient volgens de formule loon = 4 + 2,5 x a Petra volgens de formule loon = 3,30 x a (a is het aantal uren) Vraag 1: geef de verschil formule : loon Petra - loon Jo vraag 2: Wat betekent het als de uitkomst van de verschilformule 0 is?
Slide 36 - Open vraag
Huiswerk
Maak in deze les:
Opgave 14 t/m opgave 22
Bladzijde 159.
Ben je klaar?
Huiswerk nakijken
Succes!
Slide 37 - Tekstslide
Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken.
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen.
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn.
3. Verbeter je antwoorden.
Slide 38 - Tekstslide
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!