40. Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde (les 1)

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Open je leesboek op p.35
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Open je leesboek op p.35

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • Herhaling voegwoorden
  • Herhaling persoonsvorm in samengestelde zinnen
  • Aan de slag!

  • Wat ... (betekenen) dit gezegde? (tt)
  • Gisteren ... (vertellen) hij mij een goed verhaal. (vt)
  • Wij ... (gaan) vorige week op schoolreis. (vt)
  • Mijn broertje ... (houden) van snoep en ik
    ... (vinden) chocola erg lekker. (tt)

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm
  • Werkwoord
  • Elke zin heeft een persoonsvorm


Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Zet de zin in een andere tijd.
  • Zet de zin in het enkelvoud/meervoud.

  • Ik schrijf een mooi verhaal.

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Uitleg persoonsvorm
  • Uitleg werkwoordelijk gezegde


Doelen van vandaag
  • Ik kan de persoonsvorm herkennen.
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
  • Alle werkwoorden in de zin
  • Soms een extra woordje dat bij het werkwoord hoort

  • Boyan schiet met pijl en boog.
  • Sterre heeft het ook geprobeerd.
  • Ze hadden altijd als eens willen kunnen oefenen op een echte schietschijf.

  • Boyan legde de pijl aan.
  • Hij stond heel precies te mikken.
  • Wat slooft hij zich uit!





Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen!
Noteer het werkwoordelijk gezegde op je wisbordje:

  1.   Sterre gaf de boog aan Boyan.
  2.   Ik heb niet goed gekeken.
  3.   Mijn vader staat altijd bij de voetbal te kijken. 
  4.   Zij slooft zich altijd zo uit bij die docent.
  5.   Hij stond te trillen van woede.

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen!
Noteer het werkwoordelijk gezegde op je wisbordje:

  1.   Sterre gaf de boog aan Boyan.
  2.   Ik heb niet goed gekeken.
  3.   Mijn vader staat altijd bij de voetbal te kijken
  4.   Zij slooft zich altijd zo uit bij die docent.
  5.   Hij stond te trillen van woede.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Kijk de opdrachten over de persoonsvorm na (stencil, p.10-12)
Maak opdracht 4 (boek A, p.155)
Je schrijft de antwoorden in je boek. 
9 minuten
Nakijken > Leesboek of ander vak
4 minuten: zelfstandig in stilte.
Daarna: op fluistertoon overleggen.
Ik kan de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde herkennen.

Slide 8 - Tekstslide

Terugblik
  • Uitleg persoonsvorm
  • Uitleg werkwoordelijk gezegde

Doelen van vandaag
  • Ik kan de persoonsvorm herkennen.
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde herkennen.

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les
  • Uitleg onderwerp en lijdend voorwerp
  • Aan de slag!

Huiswerk (in Magister)
  • Opdracht 4 (boek A, p.155)

Slide 10 - Tekstslide