Formule, tabel en grafiek

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tot nu toe...

1. Formule
2. Tabel
3. Assenstelsel > Grafiek

Slide 2 - Tekstslide

formule
tabel
grafiek

Slide 3 - Sleepvraag

Coördinaten

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de coordinaten van punt L?
Wat zijn
de coördinaten
van punt M?
A
M (-2,1)
B
M (1,-2)
C
M(-2,-1)
D
M(-1,-2)

Slide 5 - Quizvraag

Regelmaat....

Wat was dat ook alweer?

Slide 6 - Tekstslide

Wel of geen regelmaat?

Slide 7 - Tekstslide


Wat is de regelmaat in de tabel?

Slide 8 - Open vraag

Formules

Joost heeft een bijbaantje op de markt.
Hij berekent zijn inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 5 + 3 x tijd in uren

Slide 9 - Tekstslide

Joost heeft een bijbaantje op de markt.
Hij berekent zijn inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 5 + 3 x tijd in uren

Wat is in deze formule het begingetal?

A
Inkomsten in €
B
5
C
3
D
Tijd in uren

Slide 10 - Quizvraag

Joost heeft een bijbaantje op de markt.
Hij berekent zijn inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 5 + 3 x tijd in uren

Hoeveel verdient Joost als hij 4 uur werkt? Schrijf je berekening op.

Slide 11 - Open vraag

Voor een taxirit betaal je een instaptarief van € 4,50.
Per kilometer betaal je € 1,25.
Wat moet waar op de puntjes komen te staan in de formule?
Prijs in €  
afstand in km
1,25
4,50

Slide 12 - Sleepvraag

Grafiek

- Tabel invullen
- Grafiek tekenen

Slide 13 - Tekstslide

Begingetal en stijggetal
Wesley berekent zijn inkomsten met de formule
Inkomsten in € = 6 + 4 x tijd in uren

Het vaste bedrag 6 is het begingetal
Als we een grafiek bij deze formule gaan tekenen, begint de grafiek op hoogte 6.
In de tabel vind je het begingetal onder de 0.

Per uur komt er 4 euro bij.
De grafiek bij deze formule gaat omhoog, hij stijgt.
Het getal 4 noemen we het stijggetal.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bij de hoogte van een sportvliegtuig hoort de formule
Hoogte in m = 800 - 200 x tijd in minuten

Het begingetal is …

Slide 16 - Open vraag

Bij de hoogte van een sportvliegtuig hoort de formule
Hoogte in m = 800 - 200 x tijd in minuten

De grafiek bij deze formule gaat omlaag, hij daalt.
Het getal ……………… noemen we het daalgetal.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Tabel invullen

Slide 19 - Tekstslide


Lotte werkt in een restaurant. Ze berekent haar inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 2 + 4 x tijd in uren
Vul de tabel verder in.

Slide 20 - Open vraag

Opdracht 32 samen maken (blz 161)

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag...
  • Maken opdrachten in je boek
  • Opdr 33 t/m 37

Moeilijk?
Stel je vraag. Samen komen er wel uit.

Klaar?
Nakijken


Slide 22 - Tekstslide