H4 - TH1 - les 3

Vandaag
  • nabespreken opdrachten 19-24 van BS3
  • BS 4 uitleg
  • opdrachten maken
  • opdrachten nabespreken
  • vervolg BS4 uitleg
  • opdrachten maken 
  •  les afsluiting 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • nabespreken opdrachten 19-24 van BS3
  • BS 4 uitleg
  • opdrachten maken
  • opdrachten nabespreken
  • vervolg BS4 uitleg
  • opdrachten maken 
  •  les afsluiting 

Slide 1 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen (hh)
Basisstof 4:  Celorganellen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • de delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen en de functies ervan benoemen.
  • (een microscoop gebruiken en daarmee (delen van ) organismen bestuderen. )

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen BS 3
organel
celmembraan
celwand
cytoplasma (celplasma)
celkern 
kernmembraan
vacuole
vacuolemembraan
plastiden
bladgroenkorrels
chromoplasten
leukoplasten
bladgroen
intracellulaire ruimte
preparaat
object

transmissie-electronen-microscoop (TEM)

scanning elektronenmicroscoop (SEM)

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk:
Lees BS3 en 
maak de opdrachten  19-24


zijn hier vragen over?
kunnen we BS 3 afsluiten? 

Slide 5 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen (hh)
Basisstof 4:  Celorganellen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je...
  • een cel beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. 

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen
kernplasma
kernporiën
chromosomen 
kernlichaampje
endoplasmatisch reticulum
  • ruw / glas (smooth) 
ribosomen 
golgisysteem
exocytose
secretie
lysosomen
mitochondriën
ATP
fosfolipiden
membraaneiwitten

Slide 8 - Tekstslide

Organellen
alle onderdelen in een cel voorbeelden hiervan:
  • celkern
  • endoplasmatisch reticulum
  • golgisysteem
  • mitochondriën
  • lysosomen
  • plastiden

Slide 9 - Tekstslide

Celorganellen
  • onderdelen van een cel
  • liggen niet op een vaste plaats
  • voorbeelden: celkern, vacuole, plastiden, enz. 

Slide 10 - Tekstslide

Grote celorganellen
Grote organellen in de cel:

  • Celkern bestaat uit kernplasma en kernmembraan met kernporiën
  • In de celkern liggen chromosomen in een kernlichaampje (nucleolus) wat ribosomen maakt.
  • Ribosomen zijn kleine bolvormige organellen die eiwitten produceren. 

Slide 11 - Tekstslide

Grote celorganellen
Grote organellen in de cel:

  • Celkern bestaat uit kernplasma en kernmembraan met kernporiën
  • endoplasmatisch reticulum -> eiwitproductie
  • golgisysteem -> eiwit bewerking

Slide 12 - Tekstslide

Celkern
  • Celkern bestaat uit kernplasma en kernmembraan met kernporiën
  • In de celkern liggen chromosomen in een kernlichaampje wat ribosomen maakt.

Slide 13 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum en golgisysteem
In het cytoplasma ligt het endoplasmatisch reticulum.
  • dubbel membraan
  • Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) bevat ribosomen 
  • Glad endoplasmatisch reticulum (GER/SER = smooth) bevat geen ribosomen
  • Golgi-apparaat/golisysteem neemt de blaasjes met eiwitten op en geeft deze hun uiteindelijke vorm.

Slide 14 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum en golgisysteem
In het cytoplasma ligt het endoplasmatisch reticulum.
  • Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) bevat ribosomen (deze maken eiwitten die worden afgegeven in de holten van de membranen)
  • Glad endoplasmatisch reticulum (GER/SER)
  • Golgi-apparaat/golisysteem neemt de blaasjes met eiwitten op en geeft deze hun uiteindelijke vorm.

Slide 15 - Tekstslide

Golgisysteem/golgi apparaat
  • Bewerkt de eiwitten gemaakt door ribosomen tot ze hun definitieve vorm hebben.
  • De eiwitten worden  in blaasjes vervoerd. Soms naar buiten de cel (exocytose).
  • Als hierbij stoffen vrijkomen, spreek je van secretie.
  • Soms blijven de blaasjes in de cel: lysosomen.
  • Lysosomen spelen een rol bij de vertering in de cel.

Slide 16 - Tekstslide

Golgisysteem/golgi apparaat
  • Bewerkt de eiwitten gemaakt door ribosomen tot ze hun definitieve vorm hebben.
  • De eiwitten worden  in blaasjes vervoerd. Soms naar buiten de cel (exocytose).
  • Als hierbij stoffen vrijkomen, spreek je van secretie.
  • Soms blijven de blaasjes in de cel: lysosomen.
  • Lysosomen spelen een rol bij de vertering in de cel.

Slide 17 - Tekstslide

  • Celkern: Regelt alles wat er in de cel gebeurt
  • Kernlichaampje: Produceert ribosomen
  • Ribosomen: Produceren eiwitten
  • Endoplasmatisch reticulum: Dubbele membranen met afgeplatte holtes en kanaaltjes
  • Ruw: Bevat ribosomen
  • Golgisysteem: Neemt blaasjes met eiwitten op en bewerkt de eiwitten tot hun uiteindelijke vorm

Slide 18 - Tekstslide

extra uitleg of informatie:

Slide 19 - Tekstslide

aan de slag
maak opdrachten 27 en 28

klaar? lees de rest van BS4

Slide 20 - Tekstslide

Mitochondriën
Mitochondriën
  • Dubbele membranen, binnenste is sterk geplooid
  • In het cyoplasma vindt verbranding plats
  • De vrijgemaakte energie wordt opgeslagen in ATP (adenosinetrifosfaat = onze oplaadbare batterij).
  • ATP is de belangrijkste energieleverancier voor celprocessen

Slide 21 - Tekstslide

Mitochondriën
Mitochondriën
  • Dubbele membranen, binnenste is sterk geplooid
  • In het cyoplasma vindt verbranding plats
  • De vrijgemaakte energie wordt opgeslagen in ATP (adenosinetrifosfaat).
  • ATP is de belangrijkste energieleverancier voor celprocessen

Slide 22 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
Plantaardige cellen hebben bladgroenkorrels
  • Zetten lichtenergie, water en CO2 om in glucose en zuurstof
  • Dubbel membraan met daarbinnen platte blaasjes die enzymen bevatten voor fotosynthese.

Slide 23 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
Plantaardige cellen hebben bladgroenkorrels
  • Zetten lichtenergie, water en CO2 om in glucose en zuurstof
  • Dubbel membraan met daarbinnen platte blaasjes die enzymen bevatten voor fotosynthese.

Slide 24 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
Plantaardige cellen hebben bladgroenkorrels
  • Zetten lichtenergie, water en CO2 om in glucose en zuurstof
  • Dubbel membraan met daarbinnen platte blaasjes die enzymen bevatten voor fotosynthese.

Slide 25 - Tekstslide

Membranen
  • Het celmembraan is een dubbele laag fosfolipiden (2 vetzuren met 1 fosfor) en daartussen eiwitmoleculen.
  • Cellen nemen stoffen uit hun omgeving op en geven stoffen af
  • Deze stoffen passeren het celmembraan
  • Eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten

Slide 26 - Tekstslide

Membranen
  • Cellen nemen stoffen uit hun omgeving op en geven stoffen af
  • Deze stoffen passeren het celmembraan
  • Het celmembraan is een dubbele laag fosfolipiden (2 vetzuren met 1 fosfor) en daartussen eiwitmoleculen.
  • Eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten

Slide 27 - Tekstslide

Membranen
  • Cellen nemen stoffen uit hun omgeving op en geven stoffen af
  • Deze stoffen passeren het celmembraan
  • Het celmembraan is een dubbele laag fosfolipiden (2 vetzuren met 1 fosfor) en daartussen eiwitmoleculen.
  • Eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten
BINAS 79D

Slide 28 - Tekstslide

Membranen - transport

  • Eiwitmoleculen die een rol spelen bij transport noem je transporteiwitten
  • Aan sommige eiwitmoleculen zitten koolhydraatketens voor de herkenning van de cel door andere cellen.

Slide 29 - Tekstslide

31. Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. Zes groepen voedingsstoffen zijn: eiwitten, koolhydraten, mineralen, vetten, vitaminen en water. Van welke kan je zeker zeggen dat ze bouwstenen leveren voor membranen?

Slide 30 - Open vraag

Huiswerk 
opdrachten 29 + 30 + 32

Lees BS 5

Slide 31 - Tekstslide