4PW3 periode 2.2

4PW3, periode 2, les 2
WELKOM!

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4PW3, periode 2, les 2
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  




  Zet Studiereader vast open op Thema 4, hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
Instructie over en samen aan de slag met
 Thema 4 Hoofdstuk 1
Zelfstandig aan het werk



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
*Je kent de inhoud en de doelen van het examen Lezen en Luisteren
 * Je kunt feiten en meningen onderscheiden
*Je kunt een standpunt en argument onderscheiden
*Je kunt argumenten en drogredenen onderscheiden


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderbouwing van een standpunt

lees de tekst op de volgende slide

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de argumenten probeert de schrijver zijn standpunt voor de lezer aannemelijk te maken. Dat kan hij op verschillende manieren doen. Hij kan bijvoorbeeld:
  • De gevolgen noemen van een maatregel waar hij vóór of tegen is;
  • De situatie die hij beschrijft vergelijken met een andere situatie; 
  • Een tegenargument noemen en ontkrachten.
Hoe onderbouwt de schrijver zijn standpunt?
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een standpunt met een argument noem je een redenering. Om te bepalen of het standpunt van een schrijver aannemelijk is, moet je nagaan of zijn redeneringen logisch zijn. Je moet de tekst hierbij kritisch lezen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

logische redenering? 
Treedt het beschreven gevolg daadwerkelijk op?
Is de gemaakte vergelijking wel eerlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Katherina vindt dat een corrigerende tik wel mag. Haar argument is dat zij niet slechter is geworden van de corrigerende tik. Kritische vragen die je kunt stellen zijn:
Betekent het feit dat je er niet slechter van wordt automatisch dat je een corrigerende tik mag geven?
Betekent het feit dat Katherina er niet slechter van is geworden automatisch dat andere kinderen er ook niet slechter van worden?
Deze vragen kun je beantwoorden met ‘waarschijnlijk niet’. Het standpunt volgt dus niet logisch uit het argument en daarom concludeer je dat de redenering onlogisch is.
Om te bepalen of een standpunt aannemelijk is, controleer je niet alleen of de redeneringen logisch zijn, maar ook of de argumenten overtuigend zijn. Hiervoor moet je kritisch kijken naar de inhoud van elk argument.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het subjectieve argument is gebaseerd op een mening die veel mensen in Nederland hebben, namelijk dat iedereen gelijk is. Het argument is overtuigend. 
Het objectieve argument is gebaseerd op onderzoeksresultaten. Deze informatie is betrouwbaar, omdat duidelijk wordt gemaakt waar de informatie vandaan komt, namelijk van de ANWB. Het argument is overtuigend.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies