Taalgericht vakonderwijs (taalbeleid)

Taalbeleid
Taalgericht vakonderwijs (TVO)
1 / 31
volgende
Slide 1: Woordweb
Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalbeleid
Taalgericht vakonderwijs (TVO)

Slide 1 - Woordweb

Denk zelf even na wat het volgens jou is?
Doelen van deze bijeenkomst:
Je weet wat taalgericht vakonderwijs is.
Je kent je eigen rol binnen het taalgericht vakonderwijs.
Je weet welke tips je kunt inzetten in de klas.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is TVO?
Breed begrip
Context-interactie-taalsteun

Slide 3 - Tekstslide

Taalgericht Vakonderwijs (TGVO) is
een breed verspreid begrip, waarin
context, interactie en taalsteun de
sleutelwoorden zijn. Waar gaat het ook
alweer om? In 1996 introduceerde ik
het begrip in mijn proefschrift Leren
in een tweede taal. Vakonderwijs
waarin expliciet aandacht is voor de
taal die nodig is om de vakbegrippen en
-vaardigheden te ontwikkelen. Anders
gezegd, vaklessen waarin taaldoelen zijn
geformuleerd als integraal onderdeel
van het onderwijs, waar naartoe wordt
gewerkt vanuit contextrijk onderwijs,
dat vol interactiemogelijkheden zit en
waarin taalsteun wordt geboden om
de vaktaal beter
Oftewel...
'Vaklessen waarin taaldoelen zijn geformuleerd als integraal onderdeel van het onderwijs, waar naartoe wordt gewerkt vanuit contextrijk onderwijs, dat vol interactiemogelijkheden zit en waarin taalsteun wordt geboden om de vaktaal beter te leren begrijpen en hanteren.'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Al enige jaren krijgt het taalbeleid steeds meer vorm hier op school. Ook dit jaar, zeker na de jaren met Corona, gaan we hier weer hard aan werken. Één van de doelen uit het plan is nieuwe docenten kennis laten maken met TVO. 

De examenresultaten, alsook de resultaten van instromende leerlingen laten zien dat de taalvaardigheid en dan met name het begrijpend lezen en de woordenschat niet op voldoende niveau is. Schoolbreed aanpakken is dan gewenst. 
Op welke manier komen de leerlingen in jouw vak in aanraking met taal?
Wat vinden de meeste leerlingen moeilijk aan de taal in jouw vak?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(CAT)

Slide 7 - Tekstslide

Cognitieve academische taalvaardigheid

Dat: dagelijks algemeen taalgebruik

Bedenk voor jezelf welke woorden er  bij jouw vak horen! 
Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om een tekst goed te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90

Slide 8 - Quizvraag

80% van de leerlingen in het vmbo voldoet niet.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe dan?



4-takt van Verhallen

voorbewerken -> aanbieden en ophalen van voorkennis
semantiseren -> context aanbieden
consolideren -> herhalen/ inoefenen
controleren -> toetsen of het woord is ingeslepen

Slide 16 - Tekstslide

Je volgt altijd 4 stappen. Je begint met het voorbewerken. Wat weten de leerlingen al over het onderwerp? Introduceer nieuwe informatie.
Bij het semantiseren gebruik je de 4 uitjes: 
4 uitjes: uitbreiden, uitleggen, uitbeelden en uitspreken)
Consolideren: herhalen, herhalen, herhalen. Laat het terug komen in volgende lessen. Nog mooier is het wanneer overkoepelende begrippen uit verschillende vakken op dezelfde manier besproken worden. Welke woorden uit de wiskunde gebruiken we ook bij natuurkunde? 
Controleren doe je door middel van een toets. Bekijk of de woorden begrepen zijn en op de juiste manier toegepast kunnen worden.

Ook doelgericht betekenis verlenen aan inhoud van teksten door informatie uit de tekst te koppelen aan al bestaande kennis. 

Slide 17 - Tekstslide

Ook doelgericht betekenis verlenen aan inhoud van teksten door informatie uit de tekst te koppelen aan al bestaande kennis. 

Lezen is een actief proces dat een beroep doet op verschillende denkprocessen, kenniselementen, vaardigheden en attitudes. Een lezer moet tekst decoderen, de betekenis van woorden kennen, verbanden leggen tussen woorden, zinnen en alinea's, en de betekenis van een tekst construeren.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Zo zie je dus dat begrijpend lezen niet altijd hoeft te gaan om 'echte' tekst, maar ook om onzin kan gaan. begrijpend lezen is PUUR de informatie uit een tekst halen. 

De pikkel en de wop-tekst is -helaas- nog steeds uitstekend bruikbaar om te laten zien dat we weliswaar kunnen denken dat we begrijpend lezen oefenen en toetsen, maar dat dit soort werkwijze niet leidt tot versterking van het leesbegrip. 

Wat zijn tekstdoelen, intenties van de schrijver, verbanden?
Een grote groep is taalzwak
Kenmerken van zwakke lezers:
- Leest omdat het moet;
- Begint meteen met lezen;
- Stopt met lezen bij een moeilijk woord;
- Leest de tekst één keer, zonder begrip;
- Leest zonder na te denken achter elkaar door;
- Vindt alles belangrijk;
- Gebruikt bij het navertellen veel zinnen uit de tekst

Slide 20 - Tekstslide

Binnen het vmbo zijn er helaas veel leerlingen die taalzwak zijn. Dit kan door allerhande oorzaken komen, leerontwikkeling, dyslexie of een achterstand (mede door Corona). 

Slide 21 - Tekstslide

Dit zijn dus leerlingen die leesstrategieën bewust en adequaat in kunnen zetten. Die weten wanneer ze welke strategie moeten gebruiken en die op de juiste manier kunnen toepassen. Als ze er alsnog niet uitkomen, dan nemen ze verdere stappen. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat helpt?
- TVO!
- Trainen met leesstrategieën, vergroten woordenschat
- Extra ondersteuning (RT, huiswerkbegeleiding, etc.)
- Extra faciliteiten (voor wie er recht op heeft)
- Oplossingsgerichte gesprekken
- HGW
- Feedback geven
- Helder taalgebruik
- Huiswerk schriftelijk én mondeling opgeven
- Werken met heldere lessen en studiewijzers
- Etc.



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- De leerling kan niet op bepaalde woorden komen, sprake van woordvindingsproblemen
- De leerling struikelt over zijn antwoorden
- De leerling is slecht verstaanbaar / praat onduidelijk
- De leerling vindt het moeilijk om meerdere opdrachten tegelijkertijd te onthouden
- De leerling vindt het moeilijk om aan een groepsgesprek deel te nemen (sociaal isolement)
- De leerling is onvoldoende in staat om zijn boodschap goed over te brengen (frustratie)
- De leerling heeft informatieverwerkingsproblemen

- De leerling kan niet op bepaalde woorden komen, sprake van      
  woordvindingsproblemen
- De leerling struikelt over zijn antwoorden
- De leerling is slecht verstaanbaar / praat onduidelijk
- De leerling vindt het moeilijk om meerdere opdrachten 
  tegelijkertijd te onthouden
- De leerling vindt het moeilijk om aan een groepsgesprek deel te 
  nemen (sociaal isolement)
- De leerling is onvoldoende in staat om zijn boodschap goed over 
  te brengen (frustratie)
- De leerling heeft informatieverwerkingsproblemen
- En nog veel meer...

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies