2.3 water, ijs en wind

Vandaag
- Huiswerk
- Herhaling §2.2
- Uitleg §2.3
- Terugblik
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Huiswerk
- Herhaling §2.2
- Uitleg §2.3
- Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsvragen

Slide 2 - Tekstslide

Welke exogene processen zijn er? Benoem er zoveel mogelijk

Slide 3 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat verwering is. Hoe is dit te zien in onze directe omgeving?

Slide 4 - Open vraag

Welke vormen van verwering zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Welke van onderstaande natuurkrachten speelt geen rol bij het proces van erosie?
A
Water
B
Temperatuur
C
Wind
D
Ijs

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen 




  • Welke typen verwering zijn er? En welke processen zijn verantwoordelijk voor verwering?

  • Hoe kan ik aan het klimaat zien welke verweringsprocessen daar plaats vinden?

  • Op welke vijf manieren vindt transport van verweringsmateriaal plaats?





Slide 7 - Tekstslide

Verwering


Het uit elkaar vallen of afbrokkelen van gesteente

Slide 8 - Tekstslide

Fysische / mechanische verwering
  • Temperatuurwisselingen: opwarmen + afkoelen  -> uitzetten + inkrimpen
      (*alles op aarde zet uit als het warmer 
      wordt en krimpt in als het kouder wordt)
  • Vorstwerking: water in spleten bevriest (zet uit) en ontdooit 
      (*behalve water, die zet uit op het moment           van bevriezen. Tussen de O en -4 graden 
       celcius)
  • Biologisch-fysische werking: boomwortels

Slide 9 - Tekstslide

Chemische verwering
  • H20: gesteentedeeltjes lossen op in water
  • CO2: lost op in water -> water wordt zuur
  • O2: roesten van bijv. ijzer

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen
Chemisch: dikke verwerings- laag
Fysisch:
rolt en valt naar beneden

Slide 11 - Tekstslide

Invloed van het klimaat
Chemische verwering verloopt sneller als:
  • de temperatuur hoog is 
  • de vochtigheid hoog is 
  • het gesteente bedekt is 

Mechanische verwering verloopt sneller als:
  • de temperatuur sterk wisselt 
  • de temperatuur regelmatig onder de 0°C komt 
  • het gesteente bloot ligt 

Slide 12 - Tekstslide

Sterkste mechanische verwering?

Slide 13 - Tekstslide

Sterkste mechanische verwering?      C

Slide 14 - Tekstslide

Sterkste chemische verwering?

Slide 15 - Tekstslide

Sterkste chemische verwering?        D

Slide 16 - Tekstslide

Bij welke klimaten vind je zowel chemische als mechanische verwering??

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke klimaten vind je zowel chemische als mechanische verwering?                             A en D

Slide 18 - Tekstslide

Start 2.3 Water, ijs en wind


Slide 19 - Tekstslide

Welk proces vindt hoog in de bergen plaats?

Verwering

Gevolg: uit elkaar vallen van gesteente, op de plek zelf!

-> Transport

Slide 20 - Tekstslide

Transport van verweringsmateriaal
1. Massabewegingen 

2. Rivieren

3. IJs

4. Zee

5. Wind
Meeschrijven in je aantekeningenschrift! 
Per transport type komen kenmerken...

Slide 21 - Tekstslide

1. Massabeweging = verplaatsen van gesteente
Massabewegingen
Massabewegingen zorgen
ervoor dat verweerd
materiaal langs de
helling naar beneden
beweegt.

Zwaartekracht
Zwaartekracht is verantwoordelijk voor
massabewegingen

Hoe noemen we dit materiaal?
Verweringsmateriaal

Slide 22 - Tekstslide

Massabewegingen
  1.  Vallend gesteente 
  2. Rotsmassa 
  3. Puinhelling
  4. Modderstroom


Losse stenen van verschillende omvang rollen en glijden naar beneden
Grote rotsmassa glijdt over een helling naar beneden
Een verweringslaag bestaande uit klei / zand raakt verzadigd met water en stroomt naar beneden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Puinhelling
Verweringsmateriaal valt door de zwaartekracht naar beneden. 

Een puinhelling is 
enorm veel los verweringsmateriaal langs een bergwand, dat vaak onstabiel is. 

Slide 26 - Tekstslide

2. Rivieren
Rivierstelsel neemt enorme hoeveelheden sediment mee uit het hele stroomgebied. 

Gevolg?
Verticale erosie; het materiaal in de rivier schuurt de dalen uit. Er ontstaat een V-dal
Stroomgebied: gebied die de rivier voedt met regen en smeltwater

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

 

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.


3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

3. IJS
IJs is zeer langzaam maar neemt enorme rotsblokken over lange afstanden mee. 

-> Waarom zijn er geen hunebedden in Zuid Nederland?

Slide 31 - Tekstslide

U - dal

Slide 32 - Tekstslide

4. Zee
De stromingen in de zee zorgen voor het transport van het sediment.

Welk sediment 
komt in de zee voor?
> zeezand

Slide 33 - Tekstslide

5. Wind
- droge gebieden
- geen vegetatie / vocht

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen 




  • Welke typen verwering zijn er? En welke processen zijn verantwoordelijk voor verwering?

  • Hoe kan ik aan het klimaat zien welke verweringsprocessen daar plaats vinden?

  • Op welke vijf manieren vindt transport van verweringsmateriaal plaats?





Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
2.2: 4,7 en 8

Ga hier nu mee aan de slag!

Slide 36 - Tekstslide