Les 2: Paragraaf 4.3 herhaling indexcijfers en CPI

 Indexcijfers
Paragraaf 4.3

nakijken:
4.1: 1, 2, 3, 6, 7, 11
4.2: 1, 2, 6, 7, 8
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Indexcijfers
Paragraaf 4.3

nakijken:
4.1: 1, 2, 3, 6, 7, 11
4.2: 1, 2, 6, 7, 8

Slide 1 - Tekstslide

Indexcijfers
Om de ontwikkeling van verschillende grootheden, zoals prijzen of inkomen, goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers.

Een indexcijfer is een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.


Slide 2 - Tekstslide

Indexcijfer formule
Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Voorbeeld:
Loon basisjaar: €2000 euro
Loon nieuwjaar: €2500 euro
Indexcijfer = 
€2500 : 2000 x 100 = 125

Slide 3 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Het indexcijfer is altijd 100 of hoger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag


Wat is het basisjaar?
A
2014
B
2015
C
2016
D
2017

Slide 5 - Quizvraag


Wat is het indexcijfer van 2013?
A
94
B
95
C
96
D
97

Slide 6 - Quizvraag


Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93

Slide 7 - Quizvraag

Een prijs berekenen met indexcijfers
Een voorbeeld:
Het basisjaar is 2016. De gemiddelde broodprijs is dan € 2,10.
In 2018 is het prijsindexcijfer voor brood 107. Wat is de broodprijs is 2018?

€ 2,10 is het basisjaar, is dus 100, we willen 107 weten.
€ 2,10 : 100 x 107 = € 2,25.

Slide 8 - Tekstslide

In het basisjaar kost een racefiets gemiddeld € 1.750. Drie jaar later is het indexcijfer 89,5. Wat is de gemiddelde prijs van een racefiets 3 jaar later?

Slide 9 - Open vraag

2010 is het basisjaar.
In 2011 is het indexcijfer van de prijzen van goederen 106. Wat is er met de prijzen van goederen gebeurd?
A
De prijzen zijn 6% gedaald.
B
De prijzen zijn 6% gestegen.
C
De prijzen zijn 106% gestegen.
D
Dat weet je niet.

Slide 10 - Quizvraag

In het basisjaar kostte een mobiele telefoon € 500, in 2018 betaal je er gemiddeld € 830 voor.
Bereken het indexcijfer van 2018.
A
166
B
34
C
134
D
66

Slide 11 - Quizvraag

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 12 - Quizvraag

LET OP!
Aflezen procentuele veranderingen alleen toegestaan ten opzichte van het basisjaar!

Verschillen tussen andere jaren met formule: (N-O):O x 100%

Slide 13 - Tekstslide

Inflatie en deflatie
  • Stijging van prijspeil is er sprake van inflatie
  • Daling van prijspeil is er sprake van deflatie
  • De inflatie en deflatie wordt aangegeven met indexcijfers. Het indexcijfer van alle consumentenuitgaven bij elkaar noemen we het CONSUMENTENPRIJSINDEX (CPI)


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Consumentenprijsindexcijfer (CPI)
  • Goederen die in prijs stijgen, tellen niet allemaal even zwaar mee in het ‘officiële’ inflatiecijfer, de consumentenprijsindex (CPI).                                             
  • Het CPI wordt samengesteld uit verschillende prijsstijgingen van verschillen goederen, die ‘gewogen’ worden. 

Slide 16 - Tekstslide

 CBS
Het Consumenten Prijs Indexcijfer (CPI) wordt berekend door het CBS.

Onderzoek naar de prijswijzingen van alle producten en diensten in Nederland. 

Hoeveel geven we overal aan uit = wegingsfactoren (verzorging weegt niet zo zwaar als woning)
Wegingsfactor: geeft aan hoe zwaar iets meetelt bij de berekening van een gemiddelde 

Veel uitgaven -> Hoog percentage (wegingsfactor)
Weinig uitgaven -> Laag percentage (wegingsfactor)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bereken het CPI 
Vraag 4
STAP 1:

indexcijfer  x  percentage uitgaven( = wegingsfactor)

Slide 19 - Tekstslide

Bereken het CPI 
STAP 2:
Tel de uitkomsten van alle categorieën bij elkaar op:

(103,3 × 35) + (100,4 × 15) + (92,1 × 8) + (100,7 × 42) = 10.087,7

Slide 20 - Tekstslide

Bereken het CPI 
Nu kan je het CPI uit rekenen door de uitkomst te delen door totaal van de percentages


10.087,7 : 100 = 100,877
Afronden op een decimaal 100,9
Afronden op een geheel = 101

Slide 21 - Tekstslide

In het basisjaar kostte een mobiele telefoon € 500, in 2018 betaal je er gemiddeld € 830 voor.
Bereken het indexcijfer van 2018.
A
166
B
34
C
134
D
66

Slide 22 - Quizvraag

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 23 - Quizvraag

Samengesteld ongewogen indexcijfer =
SOM van alle indexcijfers
aantal indexcijfers

Samengesteld gewogen indexcijfer =
indexcijfer A × weging + indexcijfer B × weging
SOM van alle wegingsfactoren

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het
indexcijfer
van 2009?
jaren
2007
2008
2009
aantal (milj)
18,6
19,8
19,4
indexcijfer
100
106
??

Slide 25 - Open vraag

Maken
Rekentrainer paragraaf 3

paragraaf 4.3: 1 t/m 10

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video