Elektrische energie.

Tijdens deze les:
Herhaal je het onderwerp elektrische energie.
Herhaal je het rekenen met energie en energie kosten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdens deze les:
Herhaal je het onderwerp elektrische energie.
Herhaal je het rekenen met energie en energie kosten

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst doen we wat herhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bereken je het vermogen van een apparaat?

Slide 3 - Open vraag

Opdracht.
Pak je Binas. Zoek op in welke tabel je de formules kan vinden. Deze mag je op je examen ook gebruiken dus deze moet je kennen!

Slide 4 - Tekstslide

In welke tabel in Binas staan de formules?

Slide 5 - Open vraag

Vermogen.
Het vermogen vertelt hoeveel energie een apparaat per seconde gebruikt. Je meet het vermogen in W.

Slide 6 - Tekstslide

Je koopt een 50W versterker. Hoeveel energie gebruikt hij per seconde?

Slide 7 - Open vraag

Bereken hoeveel energie deze versterker per minuut gebruikt.

Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag

Energie.
Je kan dus berekenen hoeveel elektrische energie een apparaat gebruikt met de volgende formule:
Energie = vermogen x tijd

Slide 10 - Tekstslide

Energieverbruik.
Energieverbruik wordt door de grote getallen vaak berekend in kilowattuur. Dit kan je berekenen door:
Energieverbruik = vermogen x tijd (in uren).

Slide 11 - Tekstslide

Je gebruikt een 2400W waterkoker. Deze gebruik je voor 1,5 uur. Bereken hoeveel kWh je gebruikt.

Slide 12 - Open vraag

Rendement.
Veel apparaten verliezen een deel van de energie die ze gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Waar gebruikt een tv elektrische energie voor?

Slide 14 - Open vraag

De tv verliest ook energie. Als een tv lang aanstaat dan wordt hij namelijk:

Slide 15 - Open vraag

Het rendement.
Het rendement laat zien hoeveel % van de energie nuttig gebruikt wordt. Een tv met een rendement van 90% gebruikt meer energie voor licht en geluid dan een tv met een rendement van 60%.

Slide 16 - Tekstslide

Welke tv is zuiniger: een tv met 60% rendement of een tv met 90% rendement?

Slide 17 - Open vraag