11.5 energie besparen

4 K NaSk
Hoofdstuk:
11

Paragraaf:
5: Energie besparen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4 K NaSk
Hoofdstuk:
11

Paragraaf:
5: Energie besparen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoelen
  • Uitleg over paragraaf 11.5
  • Aan de slag
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Les 5 - Energie besparen
Energie besparen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen wat de wet van behoud van energie is
- Je kan toelichten wat precies wordt bedoeld met 'zuinig zijn met energie'
- Je kan 2 manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen
- Je kan het rendementen vergelijken van verschillende lampen
- Je kan uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen

Slide 4 - Tekstslide

Wet van behoud van energie


Energie gaat niet verloren en er komt niet ineens energie bij. De energie kan wel in verschillende vormen eruit komen.

Slide 5 - Tekstslide

De wet van behoud van energie
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Energie gaat ook verloren als geluid of warmte. 

Slide 6 - Tekstslide

Zuinig zijn met energie

Zuinig omgaan met energie levert verschillende voordelen op. 

Slide 7 - Tekstslide

Zuinig zijn met energie
• Je energierekening gaat omlaag. Aardgas, benzine en elektriciteit kosten geld. 
• Het is beter voor het milieu. 
• Het spaart grondstoffen en kostbare ruimte. Zonneparken beslaan bijvoorbeeld grote oppervlakken, al produceren ze ‘schone’ energie (afbeelding 2).
  • Je kunt energie besparen door voor energiezuinige apparaten te kiezen.
  • Je kunt ook energie besparen door je manier van leven te veranderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Rendement lampen

Slide 9 - Tekstslide

Het rendement van lampen
Op een ledlamp staat 5 = 50 W. Wat betekent dit eigenlijk?

Slide 10 - Tekstslide

Het energieverbruik berekenen
E = P ∙ t

In deze formule is:
• E het elektrisch energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• P het elektrisch vermogen in kilowatt (kW);
• t de tijd die het apparaat heeft gewerkt in uur (h).

1 kWh gelijk is aan 3,6∙106 J (Binas Tabel 2)
3,6∙106 = 3.600.000

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Falco vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het energielabel

Slide 14 - Tekstslide

Maak paragraaf 11.5 opdracht 1 t/m 13 (blz 187 t/m 195)
Klaar? Nakijken

Zelfstandig aan het werk
timer
15:00
Laatste 4 min van de les sluiten we af
Helemaal niet praten en geen vragen stellen
Je mag fluisterend overleggen met buurman/buurvrouw
Je mag vragen stellen aan mij
Je hoeft niet meer te fluisteren. Vragen stellen mag

Slide 15 - Tekstslide

Doelen:
- Je kan uitleggen wat de wet van behoud van energie is
- Je kan toelichten wat precies wordt bedoeld met 'zuinig zijn met energie'
- Je kan 2 manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen
- Je kan het rendementen vergelijken van verschillende lampen
- Je kan uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen

Slide 16 - Tekstslide