In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
pg.182
Wat betekent 'Crime fiction' volgens jou?
Slide 2 - Woordweb
Zou deze serie "crime fiction" kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Zou deze serie "crime fiction" kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Zou deze serie "crime fiction" kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen
Slide 7 - Quizvraag
Zou deze serie "crime fiction" kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Zou deze serie "crime fiction" kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen
Slide 10 - Quizvraag
Ken je nog andere films of series binnen dit genre?
Slide 11 - Woordweb
Vrienden
pg.183
Slide 12 - Tekstslide
Werk in duo's
pg.183
Slide 13 - Tekstslide
Aan jullie!
Werk in duo's aan de drie verschillende delen van de tekst.
Deel 1 pg.183-185
Deel 2 pg.187-188
Deel 3 pg.188-190
Laat je antwoorden controleren bij elk nieuw deel.
Structureer je antwoorden door de nummers van de opgave toe te voegen.
Schrijf volzinnen (hoofdletters en leestekens).
pg.183-190
Slide 14 - Tekstslide
Doordringen tot de tekst
Werk in duo's.
Structureer je antwoorden door de nummers van de opgave toe te voegen.
Schrijf volzinnen (hoofdletters en leestekens).
Laat je antwoorden controleren door de leerkracht bij elk nieuw deel.
pg.191
Slide 15 - Tekstslide
pg.191
Slide 16 - Tekstslide
Personages
De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk.
Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal.
Slide 17 - Tekstslide
protagonist
antagonist
nevenpersonage
Patrick
ik-figuur
Rita
Slide 18 - Sleepvraag
Welke drie ruimtes komen voor in het verhaal?
Slide 19 - Open vraag
pg.191
Slide 20 - Tekstslide
vertelperspectief
De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk.
Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal.
pg.191
Slide 21 - Tekstslide
vertelperspectief
De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk.
Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal.
pg.191
Slide 22 - Tekstslide
pg.191
Slide 23 - Tekstslide
Wat zou er anders zijn als het hele verhaal vanuit hetzelfde standpunt is geschreven?
Slide 24 - Open vraag
Het einde
In een gesloten einde worden alle mysteries opgelost. De acties van de personages hebben een resultaat en er zijn geen (belangrijke) onbeantwoorde vragen.
In een open einde blijven vragen onbeantwoord en problemen onopgelost. De lezer wordt aan het denken gezet.
Slide 25 - Tekstslide
Het verhaal heeft een
A
gesloten einde
B
open einde
Slide 26 - Quizvraag
spanning
De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk.
Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal.