1.1 Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833)

Het Britse Rijk 
1585 - 1833

Op welke manier ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's (1585-1833)?

KA: 18, 21, 25, 27, 29, 30
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het Britse Rijk 
1585 - 1833

Op welke manier ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's (1585-1833)?

KA: 18, 21, 25, 27, 29, 30

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij eigenlijk van de Britten in Amerika?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun  je uitleggen:
  • welke Engelse koloniën in Amerika ontstonden
  • welke gevolgen de komst van Europeanen had voor de indianen
  • hoe de Engelsen meededen aan de trans-Atlantische driehoekshandel
  • hoe de Verenigde Staten van Amerika ontstonden
  • hoe de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij eigenlijk van de tijd van ontdekkers en hervormers?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Engelse koloniën in Amerika
1497 ontdekkingsreiziger John Cabot aan land in Newfoundland.
16e eeuw:
-  Spanje koloniseerde grote delen van Amerika.
Eind 16e eeuw:
- Engelsen verkenden Noord-Amerikaanse oostkust.
Redenen:
  • Uitvalsbasis voor strijd tegen Spanje (politiek)
  • Mogelijke kolonies (economisch/religieus)
  • Geld/grondstoffen (economisch)

Eerste Engelse kolonie  eiland Roanoke (NC) 1585 maar paar jaar.
In 1607 stichtten de Engelsen Virgina, hun eerste blijvende kolonie in Amerika.
Hun tweede was New England (1620).



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaart met Britse koloniën in Amerika
  • 1497 John Cabot komt als eerste Brit in Noord-Amerika .
  • 1585 Eerste engelse kolonie  Roanake
  • 1607 Virginia eerste blijvende kolonie
  • 1620 tweede kolonie New England
1585
Eerste engelse kolonie in Noord-Amerika, deze kolonie was gevestigd op het eiland Roanoke. Dit ligt voor de kust van de staat North-Carolina. De kolonisten hielden het hier slechts enkele jaren vol. De eerste permanente vestiging was Virginia.
1607
Eerste permanente kolonie in Noord-Amerika
1620
New England, de tweede kolonie
1497
John Cabot

Slide 7 - Tekstslide

Roanake = North Carolina
Wat weet jij eigenlijk van de tijd van regenten en vorsten?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pilgrim Fathers
Pilgrim Fathers wilden nieuwe samenleving stichten volgens ideeën van het strenge protestantse calvinisme want ze vonden Church of England nog te katholiek, gingen naar Leiden en uiteindelijk naar Amerika (1620)
Willen:
- Gemeenschap met zelfbestuur
- Samenleving volgens ideeën Calvinisme
Stichten Massachusetts.
Zij worden Pilgrim Fathers genoemd omdat ze de basis zouden hebben gelegd voor de democratie in de VS. (Mayflower compact)
Ze namen namelijk beslissingen voor hun gemeenschap door te stemmen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelse koloniën in Noord-Amerika
Na 1660 kwamen er uiteindelijk dertien Engelse koloniën aan de oostkust. Die in het noorden waren vestigingskoloniën, die in het zuiden bestonden voornamelijk uit plantages.
De noordelijke koloniën waren vestigingskoloniën, kolonisten leefden daar van landbouw, handel en nijverheid. 

De zuidelijke koloniën ontwikkelden zich
 tot plantage-economieën, die zich richten 
op de export van rijst, katoen, indigo en
 tabak. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is 1585 als startjaar gekozen voor de historische context: Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de motieven om Amerika te koloniseren?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de eerste Britse kolonie in Noord- Amerika?
A
Carolina
B
Virginia
C
New York
D
Pennsylvania

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar vestigden de Pelgrim Fathers zich in Amerika?
A
1585
B
1620
C
1689
D
1776

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Engelsen maakten in Virginia een begin met een plantage- economie. Welk product werd verbouwd in Virginia?
A
Tabak
B
Suikerriet
C
Katoen
D
Cacao

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het lot van de indianen
Kolonialisme was een ramp voor de inheemse bevolking.
Voor de komst van Europeanen -> 2 miljoen indianen, woonden in dorpjes of waren nomaden. Ze leefden van landbouw, visserij en jacht.
  • Eerste contacten waren vreedzaam er ontstond een levendige handel. Sommige indianenvolken zagen de Europeanen als bondgenoten tegen andere volken. (Thanks giving)
  • Al snel braken er bloedige oorlogen uit tussen indianen en kolonisten.
- Indianen werden geleidelijk teruggedrongen.
- Massale sterfte onder Indianen door Europese ziekten(griep, pokken, mazelen) (1616-1619: 90% kustbevolking New England stierf door epidemie) Hierdoor konden Pilgrim Fathers hun kolonie stichten. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De trans-Atlantische driehoekshandel.
In Caribisch gebied:  
  • Eerste Britse kolonie op Barbados  
  • Deze kolonie werd succesvol door suikerproductie    
  
Op de suikerplantages werkten tot slaafgemaakten. De Engelsen kochten deze mannen, vrouwen en kinderen in Afrika. De producten die zij maakten werden weer verkocht in Europa. 
Zo was slavernij een belangrijk onderdeel van de driehoekshandel.

In 1672 gaf de Engelse regering het monopolie op de slavenhandel aan de Royal African Company.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige Amerikaanse historici spreken over een genocide op de Indianen door de kolonisten.
Waarom vinden ze het een genocide?
A
De Britten hadden ziektes waaraan de Indianen overleden.
B
De Britten sloopten de heilige plekken van de Indianen.
C
De Britten roeiden alle dieren uit die de Indianen aten.
D
De Britten voerden veroveringsoorlogen tegen de Indianen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TRANSATLANTISCHE SLAVENHANDEL, past het beste bij de ...
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Driehoekshandel
Van Amerika naar GBR/ Europa:
Van GBR/Europa naar Afrika:
Van Afrika naar Amerika:
Slaven
Goud
Tabak
Suiker
Sterke drank
(vuur)wapens
Katoen
ivoor 

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij eigenlijk van de tijd van pruiken en revoluties?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les:
Pilgrim Fathers: groep Engelse calvinisten die in 1620 een kolonie stichtte in Amerika.
Vestigingskoloniën: kolonie die wordt gebruikt voor permanente bewoning.
Tot slaafgemaakte: slaaf
Driehoekshandel: handel tussen Europa, Afrika en Amerika
Royal African Company: Britse handelscompany
Emancipatie: 1 toekenning van gelijke kansen en rechten, 2 afschaffing van slavernij






Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de strijdkreet van de kolonisten, bij de eerste voorzichtige opstand tegen de koning van Engeland?
A
No taxation
B
No taxation without representation
C
Gods own country
D
Thank God I'm free, free at last

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarop was de gedachte van volkssoevereiniteit gebaseerd?
A
De renaissance
B
De wetenschappelijke revolutie
C
De verlichting
D
De Franse revolutie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd de onafhankelijkheid van Amerika uitgeroepen
A
4 juli 1776
B
8 augustus 1773
C
26 november 1776
D
30 februari 1776

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de gebeurtenissen op juiste volgorde van tijd?
A
Boston Tea Party - Boston Massacre - Eerste Continental Congress
B
Boston Massacre - Eerste Continental Congress - Boston Tea Party
C
Boston Massacre - Boston Tea Party - Eerste Continental Congress
D
Eerste Continental Congress - Boston Massacre - Boston Tea Party

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten werden op de plantages verbouwd?
A
Suiker, mais, bloemkool en aardappelen
B
Suiker, hout, katoen en aardappelen
C
mais, suiker, koffie en graan
D
Mais, suiker, koffie en katoen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europeanen brachten Europese producten naar Afrika. Van Afrika brachten zij slaven naar Amerika. Van Amerika brachten zij plantageproducten naar Europa. Deze handel heet:
A
De trans-atlantische handel
B
De driehoekshandel
C
De slavenhandel
D
De internationale handel

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noordelijke staten waren tegen slavernij, omdat ....
A
bedreiging vrije arbeiders
B
teveel concurrentie van zuidelijke staten
C
overlast gevluchte slaven
D
ze waren niet tegen, maar voor slavernij

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de Verlichting van belang voor de afschaffing van de slavernij?
A
Omdat de koning alle macht had
B
Omdat alle mensen gelijk geboren zijn
C
Omdat ze slavernij goed vonden
D
Omdat de verlichting door veel slaven werd gebruikt.

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het strijden voor gelijke rechten of het krijgen van gelijke rechten heet:
A
Feminisme
B
Emancipatie
C
Algemeen Kiesrecht
D
Censuskiesrecht

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze afbeelding past
bij...
A
absolutisme
B
verlicht absolutisme
C
hofstelsel
D
abolitionisme

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze opdracht gaat over ideeën over slavernij.

Welke zin is onjuist?
A
Christenen waren tegenstanders van slavernij, want de Bijbel verbiedt het.
B
De verlichting gaf aanleiding tot de afschaffing van de slavernij.
C
Het abolitionisme streefde naar afschaffing van zowel slavernij als slavenhandel.
D
Geen van de zinnen is onjuist

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar was slavernij in de V.S. officieel beëindigd?
A
1807
B
1865
C
1833
D
1787

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren oorzaken voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
Onenigheid over slavernij.
B
Onenigheid over Lincoln als president.
C
Onenigheid over de afscheiding van de zuidelijke staten.
D
Onenigheid over invoerrechten.

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze vraag gaat over de afschaffing van de slavernij. Bekijk de vier zinnen over slavernij in de Verenigde Staten.
Welke uitspraak is juist?
A
De slavernij werd in de hele Verenigde Staten in 1865 in één keer afgeschaft.
B
In de grondwet van de Verenigde Staten stond dat alle mensen gelijk waren, behalve slaven.
C
In de noordelijke staten was de invloed van de abolitionisten het grootst.
D
Voor de noordelijke staten was de slavernij economisch zeer belangrijk.

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze opdracht gaat over onderzoeksvragen die je over de slavernij kunt stellen.

Welke vraag is een voorbeeld van een VERKLARENDE onderzoeksvraag?
A
Welke argumenten voerden de abolitionisten aan voor de afschaffing van de slavernij?
B
Waarom werd de slavernij door Nederland dertig jaar later afgeschaft dan door Groot-Brittannië?
C
Welke economische gevolgen had de afschaffing van de slavernij voor het zuiden van de VS?
D
Zou het goed zijn als de Nederlandse regering de nakomelingen van de slaven excuses zou aanbieden?

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron: Door de slavernij
'Door de slavernij gingen Europeanen hun ras beter vinden. Mede daardoor gingen ze over tot de verovering en kolonisatie van Afrika in de 19e eeuw. Dit gevoel van meerderwaardigheid woekert nog steeds in ons midden'.

Lees bovenstaande bron. Waarover gaat deze bron?
A
over een directe oorzaak van slavernij
B
over een gevolg op kort termijn van slavernij
C
over een indirecte oorzaak van slavernij
D
over gedrag en ideeën van mensen in het verleden.

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies