Diersoorten

Diersoorten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Diersoorten

Slide 1 - Tekstslide

Welke dierensoorten ken je?

Slide 2 - Open vraag

Bekendste diersoorten
zoogdieren
vogels
reptielen
amfibieën
insecten 
spinnen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoeveel poten heeft een spin?
A
4
B
8
C
6
D
10

Slide 5 - Quizvraag

🕷️Spinnen
Spinnen hebben 8 poten.

Ze hebben geen vleugels en geen antennes.

Hun lichaam heeft 2 delen: een kopborststuk en een achterlijf.

Spinnen eten andere kleine dieren (zoals insecten).

Ze maken vaak webben om hun prooi te vangen

Slide 6 - Tekstslide

Een spin is een insect
A
niet waar
B
waar

Slide 7 - Quizvraag

🐸 Amfibieën
Amfibieën leven gedeeltelijk in het water en op het land.

Ze hebben vaak een slijmerige huid (geen schubben of haren).

Ze ademen eerst met kieuwen (als larve) en later met longen.

Voorbeelden: kikkers, padden, salamanders.

Slide 8 - Tekstslide

🐮 Zoogdieren
Zoogdieren hebben haren of vacht.

De moeder geeft melk aan haar jongen.

Ze ademen met longen.

De meeste leven op het land, maar sommige in het water (zoals dolfijnen).

Voorbeelden: honden, katten, koeien.

Slide 9 - Tekstslide

Een zoogdier heeft geen vacht
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Vogel

Slide 11 - Woordweb

🐦 Vogels
Vogels hebben veren.

Ze leggen eieren.

De meeste vogels kunnen vliegen (maar niet allemaal, zoals pinguïns).

Ze hebben een snavel en twee poten.

Slide 12 - Tekstslide

🐜 Insecten
Insecten hebben 6 poten.

Hun lichaam heeft 3 delen: kop, borststuk en achterlijf.

Ze hebben antennes.

Veel insecten kunnen vliegen.

Voorbeelden: bijen, mieren, vliegen, kevers.

Slide 13 - Tekstslide

Teken jouw fantasiedier
er komen nu twee voorbeelden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide