Week 3 - les 1 - (7.1 De Verlichting - politiek/sociale verhoudingen/economie)

Tijdvak 7 - De Verlichting (Politiek/economie/sociale verhoudingen)
Week 3 -les 1 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7 - De Verlichting (Politiek/economie/sociale verhoudingen)
Week 3 -les 1 

Slide 1 - Tekstslide

Programma les 1 - week 2
1. Herhalen ideeën Voltaire (godsdienst) (10 min) 
2. Leerdoel  bij §7.1 4, 5 & 6 nakijken (20 min) 
3. Huiswerk: Aan de slag met 7.2: 7,8,9 (20 min) 

Slide 2 - Tekstslide

§7.1 De Verlichting 
 27 Kenmerkend aspect

Rationeel optimisme       en ‘Verlicht denken’      dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen 

Rationeel: toepassing van het verstand (de rede) ]
Optimisme: Met een positieve blik iets bekijken

Verlicht denken = Gebruiken van het verstand

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. De Franse filosoof Voltaire pasten het Verlicht denken toe op godsdienst. Leg uit hoe Voltaire naar godsdienst keek. Gebruik in jouw antwoord het begrip deïsme.

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen (KA 27, §7.1) 
4. Wie waren verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over de politiek en wat wilden zij bereiken? 

5. Wie was verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over de sociale verhoudingen (standenmaatschappij) en wat wilde hij bereiken? 

6. Wie was verantwoordelijk voor het verlichtingsdenken over de economie en wat wilde hij bereiken? 

Slide 5 - Tekstslide

4. Verlichtingsdenken over de politiek (1/2)
Drie denkers: John Locke, Rousseau, Montesquieu  

  • Locke: De overheid moest niet boven de wet staan. Hij was voor een rechtsstaat waarin rechten en plichten van burgers én overheid zijn vastgelegd in wetten. (grondwet)

  • Jean Jacques Rousseau: Het hoogste gezag in een staat moest het volk zijn. (volkssoevereiniteit) wilde bereiken: een volksvergadering bestaand uit afgevaardigden van het volk, die besluiten nemen die in overeenstemming waren met de algemene wil.



  • Montesquieu


Slide 6 - Tekstslide

4. Verlichtingsdenken over de politiek (2/2)
Montesquieu: hield zich bezig met het voorkomen van onderdrukking. Als één persoon te veel macht heeft zorgt dit voor onderdrukking en corruptie. Daarom bedacht hij een politiek model

  1. De wetgevende macht: het parlement (bijv. volksvertegenwoordiging) moet wetten vaststellen (maken van wetten).
  2. De uitvoerende macht: de regering (bijv. koning/ministers) moeten de wetten uitvoeren. 
  3. De Rechtsprekende macht: onafhankelijk rechters beoordelen of de wetten worden nageleefd.
Trias Politica

Slide 7 - Tekstslide

5. Verlicht denken over sociale verhoudingen (standenmaatschappij)
Rousseau: vond dat alle mensen van nature gelijk waren. Ongelijkheid was volgens hem in strijd met de rede (ratio/het verstand) 

Rousseau wilde het volgende bereiken: 
Alle mensen waren geboren met verstand en moesten dus gelijke rechten hebben;
Verschillen die niet gebaseerd waren op prestaties, moesten verdwijnen.

‘’Van nature is de mens goed en gelukkig; het is de beschaving die zijn oorspronkelijke geluk verwoest’’

Slide 8 - Tekstslide

6. Verlichtingsdenken over de economie
Adam Smith: Mensen streven van nature hun eigen voordeel na. Hoeft volgens Smith niet negatief te zijn. 

Dat gebeurt volgens Smith via de wet van vraag en aanbod → Zodra het aanbod de vraag overtreft, daalt te prijs. Om hun winst op peil te houden, moeten ondernemers hun prijzen verlagen of betere producten maken. 

Dit is een vrije markt economie 
‘’Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar van wegen hun eigen belang.’’

Slide 9 - Tekstslide

GODSDIENST
ECONOMIE
POLITIEK 
SOCIALE VERHOUDINGEN
Adam Smith
Montesquieu
John Locke
Rousseau
Rousseau
Volkssoevereiniteit 
Vrije markt 
Gelijkheid
Voltaire
Deisme   

Slide 10 - Sleepvraag

§7.2 Verlicht absolutisme (Ancien regime)
 28 Kenmerkend aspect

Voortbestaan van het Ancien Régime    met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) 


Ancien Regime: betekent in het Frans oude systeem 

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 7.2 
7 Leg uit wat de politieke, economische en sociale omstandigheden waren onder het Ancien Régime (=het bewind van de Franse koningen voor de Franse revolutie)  

8 Leg uit wat verlicht absolutisme betekende aan de hand van het optreden van Frederik de Grote.  

9 Leg uit hoe de regenten Nederland bestuurden en welke verandering er in 1747 plaatsvond.

Slide 12 - Tekstslide