§4.3 les 1

2022-2023
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Planning hst 4
2 toetsen: Formules = 1x
                    Hoofdstuktoets = 2x

Slide 2 - Tekstslide


- Introductie leerdoelen 4.3
- Zelfstandig werken 4.3
Huiswerk maandag 6 maart
Maken § 4.3 vraag 1 t/m 12
Leren:  begrippen + bron 3, 4& 5

Slide 3 - Tekstslide

Boek blz 83 + 84
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel verschillende moleculen zien we hier?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel verschillende atomen zien we hier?
A
6
B
4
C
2
D
0

Slide 8 - Quizvraag


Bekijk het molecuul hiernaast. Uit welke atomen bestaat hij?

Slide 9 - Open vraag


Bekijk het molecuul hiernaast. Wat zou de molecuulformule zijn?

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de molecuulformule op van de volgende stof.
Let op:
Let op:
De index schrijf je schuin onder het symbool van het atoom. Bijvoorbeeld H2 in plaats van H2.

Slide 11 - Tekstslide

Maak een tekening van het volgende molecuul. 
H2O2
Antwoord
H2O2 bestaat uit 2x een H en 2x een O

Hoe je hem tekent maakt me niet uit. Als het maar aan elkaar zit.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk maandag 6 maart:

Maken + nakijken § 4.3 vraag 1 t/m 12
Leren:  begrippen + bron 3, 4& 5

Niet verplicht wel raadzaam:
- maak begrippenlijst
- werk leerdoelen uit
SO formules en naamgeving:
maandag 13 maart

Slide 13 - Tekstslide

Je hebt 5 moleculen chloordioxide. Deze stof bestaat uit 1 chlooratoom en 2 zuurstof atomen.
Let op:
Let op:
De index schrijf je schuin onder het symbool van het atoom. Bijvoorbeeld H2 in plaats van H2.
1: Schrijf de molecuulformule op. 

2: Hoe laat je weten dat er 5 moleculen zijn?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hiernaast zie je 2 niet-ontleedbare stoffen.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Dit is een ontleedbare-stof.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 17 - Quizvraag

blz: 84

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf de namen van de volgende stoffen op (zie afbeelding hiernaast).

Tip:
1: Staat er een index achter het eerste symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
2: Geef de naam van het element.
3: Staat er een index achter het tweede symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
4: Geef de naam van het element en schrijf ide erachter.
    - Uitzondering zuurstof = oxide, stikstof = sulfide

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de molecuulfomule van:
  1. koolstoftetrachloride
  2. distiktoftetraoxide
  3. koolstoftetrabromide
  4. diwaterstofsulfide
  5. difosforhexaoxide
Tip:
1: Zoek het symbool op van het eerste element wat genoemd wordt.
2: Begint de molecuulformule met een griekstelwoord? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).
3: Zoek het symbool op van het tweede element wat genoemd wordt.
4: Staat er voor dit element een griekstelwoordt? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de molecuulfomule van:
  1. koolstoftetrachloride
  2. distiktoftetraoxide
  3. koolstoftetrabromide
  4. diwaterstofsulfide
  5. difosforhexaoxide
Antwoord
1:CCl4
2:N2O4
3:CBr4
4:H2S
5:P2O6

Slide 22 - Tekstslide