Medicatie

Medicatie

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Na deze les kun je:
  • Benoemen wie welke verantwoordelijkheid heeft bij medicijnen
  • In eigen woorden de regel van 5 benoemen
  • Bewaren van medicatie
  • Vormen van medicatie
  • Medicatiegroepen
  • MIK-formulier
  • Begrippenlijst

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 3 - Quizvraag

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 4 - Quizvraag

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?
A
Alle zorgverleners
B
Familie
C
De apotheek
D
De arts

Slide 5 - Quizvraag

Wie mag wijzigingen in baxterzakjes uitvoeren?
A
De familie
B
De apotheek
C
De verzorgende
D
De klant zelf

Slide 6 - Quizvraag

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 7 - Quizvraag

Als een zorgvrager geestelijk en lichamelijk afhankelijk is van een medicijn dan is er sprake van...
A
complicatie
B
interactie
C
gewenning
D
verslaving

Slide 8 - Quizvraag

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 9 - Quizvraag

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
complicatie
B
interactie
C
allergie
D
capsule

Slide 11 - Quizvraag

Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os

Slide 12 - Quizvraag

Wie evalueert de werking van de medicatie met de klant
A
De apotheek
B
De arts
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Welke medicijnen het meest door ouderen worden geslikt
  • Antitrombotica 54%
  • Bètablokkers 46%
  • Cholesterolverlagers 44%
  • Maagzuurremmers 42%
  • ACE-remmers 29%
  • NSAID’s 27% 
  • Corticosteroïden 21% 
  • Laxantia 20%
Hypnotica en sedativa 20%
Orale bloedglucoseverlagende middelen 

Slide 15 - Tekstslide

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 16 - Tekstslide

Stappenplan medicatie toedienen
  1. Het juiste medicijn
  2. De juiste cliënt
  3. Het juiste tijdstip
  4. De juiste manier van toediening
  5. De juiste dosis

Slide 17 - Tekstslide

Bewaren van medicatie
Houdbaarheidseisen (gekoeld, droog)
Houdbaarheidsdatum
Beheer (medicijnkast)
Ongebruikte medicatie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

MIP- en MIC- protocol
- Waarom werken met een protocol?
- MIP = Melding Incident Patiënt
- MIC = Melding Incident Cliënt
- Onderdeel van het kwaliteitssysteem
- Doelen:
   1.  inzicht krijgen in de incidenten
   2. achterhalen van de oorzaak en maatregelen om het incident in de
        toekomst te voorkomen

Slide 20 - Tekstslide

Waarvoor staat MIC melding?
A
Melding inventarisaties cliënten
B
Melding incidenten cliënten
C
Moment incident cliënt
D
Macht inzet en capaciteit

Slide 21 - Quizvraag

Melden medicatiefouten

MIC: 
  • Melding Incidenten     Cliënten

Melden en leren van fouten en incidenten

Slide 22 - Tekstslide

Cijfers & MIC-melding
- Van mensen ouder dan 70 en in vp/vzhuis valt de helft minimaal 1 keer per jaar
- Toename
- MIC-melding verplicht

Slide 23 - Tekstslide

casus
De zorgvrager had veel pijn door al het vallen, de situatie werd onveilig door al het vallen. In overleg met de afdelingsmanager de gordel bij meneer omgedaan en gelijk contact gezocht met de arts om dit te regelen via de wet zorg en dwang wet. Familie gaf ook toestemming voor de gezondheid van hun vader. Einde van de middag was dit geregeld. Dit kon enkel door alle MIC meldingen en de uitgebreide rapportages over het gedrag en het valgevaar van meneer.  Dit werd elke week geëvalueerd. Dit is ook aangepast in het zorgplan. Ook de psycholoog heeft gekeken naar wat dit doet met de zorgvrager. 

Slide 24 - Tekstslide

In welke situaties vindt jij het belangrijk dat er een MIC - melding wordt gemaakt?
timer
0:07
A
Menselijke factoren (bijv. meditatiefouten, valincidenten en tilincidenten)
B
Technische factoren (bijv. een rolstoel waarvan het wiel breekt)
C
Patiënt gerelateerde factoren (bijv. slik/stikincidenten)
D
Ongewenst gedrag (bijv. seksuele intimidatie, verbaal - en of/ fysiek geweld)

Slide 25 - Quizvraag

MIC/MIP formulier
melding incidenten cliënt/patiënt
Wordt ingevuld bij iedere gebeurtenis, al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen waarbij de zorgvrager betrokken was die letsel heeft opgelopen of had kunnen oplopen

Slide 26 - Tekstslide

Medicatie van 12.00 en 14.00 uur is niet gegeven.
A
Eerst de arts bellen en dan kijken of je de medicatie nog moet geven, daarna rapporteren.
B
Alsnog de medicatie geven, maar eerst even in het FK kijken.Dan goed noteren in de rapportage.
C
Geven en goed noteren in het zorgplan, doorgeven aan de collega's en alle medicatie wat later geven.
D
Arts bellen, noteren, schrijven in het zorgplan en MIC melding invullen

Slide 27 - Quizvraag

Vragen?

Slide 28 - Tekstslide