Mno hoofdstuk 2.3 en 2.4

Mno hoofdstuk 2.3 en 2.4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ManagementMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mno hoofdstuk 2.3 en 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Wat weet je nog?
  • uitleg 2.3 en 2.4
  • Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog
Lees de komende 5 minuten 2.1 en 2.2 in stilte door.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat bedoelen Hersey en Blanchard met ‘taakvolwassenheid’?

Slide 4 - Open vraag

Leiderschap waarbij de leider het alleen voor het zeggen heeft is?
A
Autocratisch
B
Consulterend
C
Democratisch
D
Laisser faire

Slide 5 - Quizvraag

Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers, maar uiteindelijk zelf de beslissing neemt is?
A
Autocratisch
B
Democratisch
C
Laisser faire
D
Consulterend

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk leiderschapsstijl van Hersey en Blanchard past het coachgesprek?
A
Leidend
B
Coachend
C
Ondersteunend
D
Delegerend

Slide 7 - Quizvraag

Nut van deze les
Aan het einde van de les kun/weet je:
  • Vertellen welke managementtechnieken er zijn
  • Hoe je de managementtechnieken kunt toepassen.
  • Wat coachend leidinggeven inhoudt en kun je dit in eigen woorden vertellen.

Slide 8 - Tekstslide

Effectief leidinggeven met managementtechnieken

  • Keuze leiderschapsstijl > prioriteiten leidinggevende
  • Managementtechnieken bewust in zetten? >  Vergroot de kans dat je effectief leiding geeft



Slide 9 - Tekstslide

Effectief leiderschap
Waar denk je dan aan?

Slide 10 - Woordweb

Management-by-technieken

Management by direction and control;
Leidinggevende stelt instructies op en zorgt voor uitvoering, passend bij autocratische leiderschap.

Management by Objectives (MBO): 
Doelstellingen worden samen met medewerkers opgesteld, met vrijheid in uitvoering en focus op resultaat, passend bij democratisch leiderschap.

Slide 11 - Tekstslide

Management-by-technieken

Management by Exception (MBE): 
Leidinggevende grijpt alleen in bij uitzonderingssituaties, met veel vrijheid voor medewerkers in andere gevallen, vaak gecombineerd met MBO.


Management by Delegation (MBD): 
Verantwoordelijkheden worden gedelegeerd aan medewerkers, met vrijheid en delen van verantwoordelijkheden, geschikt voor teamgerichte omgevingen.

Slide 12 - Tekstslide

Management-by-technieken

Management by Walking around (MBWA): 
Leidinggevende is continu aanwezig op de werkvloer om de cultuur te begrijpen en de samenwerking te bevorderen.

Management by Seduction (MBS): 
Motiveert medewerkers door beloften, effectief op korte termijn, maar vereist naleving van beloften om motivatie te behouden.

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord "coachen"?

Slide 14 - Woordweb

Coachend leidinggeven

Stijlen:
S1: instruerend coachen
Nog niet taakvolwassen.
S2: ontwikkelingsgericht coachen
medewerker heeft taken gedeelte onder de knie.
S3: ondersteunend coachen
medewerker voert taken uit op eigenkracht, leidinggevende ondersteund.
S4: coachen op afstand
Leidinggevende springt alleen bij noodsituaties bij.


Slide 15 - Tekstslide

Coachgesprek
Stap 1: gespreksdoel bepalen;
- Wat is het doel van het gesprek?
Stap 2: oorzaken/probleem achterhalen;
- In welke richting wil de medewerker zich ontwikkelen. SMART doelen opstellen.
Stap 3: stimuleren tot bedenken oplossingen;
- Hoe kan de medewerker zijn doelen behalen
Stap 4: afspraken maken en afronden.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk
Ga aan de slag met de opdrachten van hoofdstuk 2.3 en 2.4.
Ben je klaar? Ga aan de slag met de oefentoets van hoofdstuk 2


timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk/mededeling 
Huiswerk Vrijdag 7 maart
Oefentoets hoofdstuk 2 af 

TOETS hoofdstuk 2
Vrijdag 15 maart

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een belangrijke techniek voor effectief leiderschap?
A
Het stellen van duidelijke doelen en verwachtingen.
B
Onvoorspelbaar gedrag vertonen.
C
Negeren van feedback van medewerkers.
D
Veel micromanagement toepassen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van een coachgesprek?
A
Het bestraffen van fouten.
B
Het ondersteunen van de medewerker in zijn/haar ontwikkeling.
C
Het controleren van de medewerker.
D
Het geven van ongevraagd advies.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voordeel van situationeel leiderschap?
A
De nadruk leggen op eigen behoeften als leider.
B
Het aanpassen van leiderschapsstijl aan de individuele medewerker.
C
Een rigide en uniforme aanpak hanteren.
D
Het vermijden van confrontaties met medewerkers.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het kenmerk van management by direction and control?
A
Informele communicatie met werknemers
B
Vrijheid en autonomie voor werknemers
C
Strikte controle en supervisie van werknemers
D
Focus op gedeelde doelen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een belangrijk aspect van management by Objectives?
A
Het vermijden van directe controle
B
Het inspireren van werknemers
C
Het benadrukken van hiërarchie
D
Het stellen van meetbare doelen voor werknemers

Slide 23 - Quizvraag