LJ 1 Over wat echt belangrijk is

Hoofdstuk 1
Over wat echt belangrijk is
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
Over wat echt belangrijk is

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1: Waar het in dit boek over gaat

Samen lezen: Inleiding op blz. 5
Samen maken: Opdracht 1, 2

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 2: Vragen die je doen duizelen

Samen lezen: Blz. 7

Maken opdracht 3, 4 en Op pad opdracht 1

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 3: Gewone vragen en levensvragen

Filmpje!

Lezen: Blz. 10
Maken: Opdracht 6 t/m 9

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Aantekening 1:
Gewone vragen: De antwoorden hierop zijn altijd feiten.
Levensvragen: Je beantwoord deze vragen vanuit jouw eigen mening. Deze vragen gaan over de belangrijke zaken in het leven. 

Persoonlijke levensbeschouwing: Jouw antwoorden op jouw levensvragen

Gemeenschappelijke levensbeschouwing: Levensvragen en antwoorden van een bepaalde groep (christenen, moslims etc.)

Een levensbeschouwing: Al jouw antwoorden op al jouw levensvragen bij elkaar.




Slide 6 - Tekstslide

De grote levensvragen
1. Wie/hoe ben ik?
2. Hoe moeten wij met elkaar omgaan?
3. Hoe moeten wij met de natuur omgaan?
4. Wat is er na de dood?
5. Wat vind ik belangrijk in mijn leven?
6. Hoe ziet de/mijn toekomst eruit?
7. Geloof ik in een god? Waarom wel, waarom niet?

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 4: Antwoorden op levensvragen

Lezen: Bron 3
Maken: Opdracht 10, 11, 12, 13 (niet 13 b)

Lezen: Bron 4
Maken: Opdracht 14

Lezen: Bron 5
Maken: Opdracht 15

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 5: Nadenken over levensvragen
Lezen: Bron 6
Maken: Opdracht 18 en 19

Lezen: Bron 7
Maken: Opdracht 20 en 21

Filmpje!

Lezen: Blz. 19
Maken: Opdracht 22

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Paragraaf 6: Het nut van het nadenken over je levensbeschouwing

Lezen: Tekst op blz. 22
Maken: Opdracht 23, 24 en V1

Lezen: Bron 8
Maken: Opdracht 25

Slide 11 - Tekstslide

Aantekening 2:
Waarom is het nuttig om na te denken over levensvragen?

Je leert iets over jezelf
Je denkt na over belangrijke dingen
Je denkt na over jouw eigen mening
Je kunt jezelf ‘verbeteren’
Je leert andere mensen begrijpen


Slide 12 - Tekstslide

Praktische opdracht:
De grote levensvragen
1. Wie/hoe ben ik?
2. Hoe vind je dat mensen met elkaar om moeten gaan?
3. Hoe vind je dat mensen met de natuur om moeten gaan?
4. Wat is er na de dood?
5. Wat vind ik belangrijk in mijn leven?
6. Hoe ziet de/mijn toekomst eruit?
7. Geloof ik in een god? Waarom wel, waarom niet?

Slide 13 - Tekstslide

Praktische opdracht:
De grote levensvragen


Wat is jouw antwoord op deze vragen? 
Waarom vind je dat, en hoe ben je tot die mening gekomen?


Jullie krijgen 2 lessen om hier aan te werken. Als het niet af is maak je het thuis af.


Slide 14 - Tekstslide

Praktische opdracht:
De grote levensvragen

• Vragen en antwoorden type je in een Word-document
• Bestandsnaam van Word-document = naam + klas
(bijvoorbeeld: HB1A Barrie Bakfiets) 
• Zet je naam en klas boven de opdracht
• Minimaal 50 woorden per vraag
• Inleveren via Teams 
• Lettertype calibri 11/12


Slide 15 - Tekstslide

Paragraaf 7: Een goed gesprek over levensvragen: Enkele regels
Lezen: Bron 9
Maken: Opdracht 26 en 27

Lezen: Bron 10
Maken: Opdracht 28

Lezen: Bron 11
Maken: Opdracht 29, 30, 31

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening 3:
Regels voor een goed gesprek

Regel 1: Openstaan voor de mening van een ander
Regel 2: Eerst nadenken, dan pas iets zeggen
Regel 3: Gebruik feiten en argumenten en word niet persoonlijk
Regel 4: Neem niet te lang het woord, niet langer dan nodig is

Niet door elkaar heen praten
Vinger opsteken als je iets wil zeggen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Stelling 1
We mogen geen plastic meer gebruiken

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Stelling 2
We moeten de doodstraf weer invoeren

Slide 21 - Tekstslide

Stelling 3
Je mag auto rijden vanaf 14 jaar

Slide 22 - Tekstslide

Wat moet je kennen voor het proefwerk:
Aantekening 1, 2 en 3



Opdracht 6, 7, 8, 10, 14, 15, 18, 20, 21, 25, 26, 27, 29 en 30
Begrippen op blz. 27



Slide 23 - Tekstslide