27-01

Welcome
Maak aantekeningen van de witte slides.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Maak aantekeningen van de witte slides.

Slide 1 - Tekstslide

Present continuous gaat over:
A
een feit, gewoonte, iets dat altijd, nooit etc. gebeurt
B
Iets dat nu aan het gebeuren is.

Slide 2 - Quizvraag

Present continuous maak je door:
A
hele werkwoord behalve bij he she en it +s
B
am/are/is + werkwoord + ing

Slide 3 - Quizvraag

Present continuous

Iets dat nu gebeurt
am/are/is + werkwoord + ing

NOOIT DO OF DOES
Present simple

Iets dat altijd, nooit, regelmatig gebeurt. 
Hele werkwoord, bij he she en it + s

DO OF DOES bij vraagzinnen en ontkenningen. De shit-regel vervalt.

Slide 4 - Tekstslide

much, many, a little and a few

Slide 5 - Tekstslide

a little betekent:
A
weinig
B
wat
C
een beetje
D
een paar

Slide 6 - Quizvraag

a few betekent
A
weinig
B
wat
C
een beetje
D
een paar

Slide 7 - Quizvraag

(a) little

betekent een beetje/wat
zonder a: weinig

bij ontelbare woorden/ enkelvoud
(a) few

betekent een paar/ wat
zonder a: weinig

Bij telbare woorden/ meervoud

Slide 8 - Tekstslide

telbaar
ontelbaar
horses
rain
raindrops
hats
tears
gold
milk
friends
choices

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe zeg je in het Engels:
Ik heb weinig melk (kies (a) few/ (a) little)

Slide 10 - Open vraag

many
much
horses
rain
raindrops
hats
tears
gold
milk
friends
choices

Slide 11 - Sleepvraag

much

betekent veel


bij ontelbare woorden/ enkelvoud
many

betekent veel


Bij telbare woorden/ meervoud

Slide 12 - Tekstslide

We had ________ snow last winter.
A
a little
B
a few

Slide 13 - Quizvraag

I would like to eat ______ biscuits now.
A
a little
B
a few

Slide 14 - Quizvraag

She has so ____ friends.
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Hurry up. I don't have so ______ time.
A
much
B
many

Slide 16 - Quizvraag

My father doesn't drink _____ coffee.
A
much
B
many

Slide 17 - Quizvraag

I need a hammer and ______ nails.
A
a little
B
a few

Slide 18 - Quizvraag

Are you friends with ____ famous people?
A
much
B
many

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal deze zin: Hij heeft weinig vrienden.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal deze zinnen:
1. Veel kinderen spelen elke dag buiten. (much/ many)
2. Een paar ouders gaan samen naar de bioscoop. ((a) few/ (a) little)
3. Deze koeien geven veel melk. (much/many)

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Many children play outside every day.
2. A few parents go to the cinema together.
3. These cows give much milk.

Slide 22 - Tekstslide

Vertaal deze zinnen (present simple of present continuous):
1. Ik kan niet praten. Ik ben aan het fietsen.
2. Ik ben blij omdat ik aan het feesten ben.

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden:
1. I can't talk. I am cycling.
2. I am happy because I am partying.

Slide 24 - Tekstslide

Correct the mistake:
He is always singing in the shower.

Slide 25 - Open vraag

Present simple of present continuous?
Look at that. The man and his daughter __________ (to have) a picnic.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 26 - Quizvraag

Vul in: Look at that. The man and his daughter __________ (to have) a picnic.

Slide 27 - Open vraag