Nieuwsbegrip woordenschat

Nieuwsbegrip
Woordenschat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwsbegrip online
In de les van nieuwsbegrip online hebben jullie gelezen over Lucas. Een presentator van het jeugdjournaal.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over Lucas?

Slide 3 - Woordweb

In de basisles las je dat het Jeugdjournaal 40 jaar bestaat. Een van de presentatoren van het Jeugdjournaal is Lucas. In dit interview kom je meer over hem te weten.

Wat betekent 'interview'?
A
Manier van kijken
B
Vraaggesprek
C
Ergens binnen kijken
D
In een filmpje spelen

Slide 4 - Quizvraag

Waar ben je geboren?
Ik ben geboren in Utrecht en daar woon ik nu weer.

Waar woont Lucas?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Utrecht
D
Vlakbij Utrecht

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn je hobby's?
Ik hou heel erg van reizen, lezen en muziek. Maar mijn grootste hobby is voetbal. Ik voetbal met vrienden bij een club in Utrecht. We denken dat we best wel goed zijn, maar dat is niet zo hahahaha.
LEG UIT WAT 'HOBBY' BETEKENT.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de hobby van Lucas?
A
Handbal
B
Voetbal
C
Basketbal
D
Zwemmen

Slide 7 - Quizvraag

Welke 3 dingen zijn ook hobby's van Lucas?

Slide 8 - Open vraag

Lees dit stukje goed
Hoe ben je bij het Jeugdjournaal gekomen?
Voor mijn studie mocht ik een tijdje meelopen bij het Jeugdjournaal. Daarna ging ik bij het Zapp Weekjournaal werken. Daar heb ik superveel geleerd. Daarna mocht ik als presentator werken bij het Jeugdjournaal.

Slide 9 - Tekstslide

EERST
DAARNA
ALS LAATST
STAGE BIJ JEUGDJOURNAAL
WERKEN BIJ ZAPP WEEKJOURNAAL
WERKEN BIJ JEUGDJOURNAAL

Slide 10 - Sleepvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een 'presentator' is en doet.

Slide 11 - Open vraag

Hoe volg jij zelf het nieuws?
Ik ben echt verslaafd aan nieuws. Als ik opsta, kijk ik meteen of er iets belangrijks is gebeurd. Ik check verschillende sites en heb thuis twee kranten.

Wat betekent 'verslaafd aan'?

Slide 12 - Open vraag

Waar ben jij verslaafd aan?

Slide 13 - Open vraag

Ik denk mijn verhaal over het vluchtelingenmeisje Amal. Dat was nog voor het Zapp Weekjournaal.

'Dat' is een verwijswoord. Waar verwijst 'dat' naar?

Slide 14 - Open vraag

Ik heb de laatste tijd héél veel sprookjesboeken voorgelezen. Mijn vriendin, mijn hond en kat worden er volgens mij gek van. Maar zo leer je dingen wel goed uit te spreken. Dat is erg belangrijk bij presenteren.

'Dat' is een verwijswoord. Waar verwijst 'Dat' naar?

Slide 15 - Open vraag

k moet vaak om mijn hond Freddie lachen. Die is erg grappig. Maar ik moet ook hard lachen als ik mensen zie vallen.
Het is heel zielig, maar ik moet dan echt huilen van het lachen.

'Het' is een verwijswoord. Waar verwijst 'het' naar?

Slide 16 - Open vraag

EINDE

Slide 17 - Tekstslide