Formatieve toets hoofdstuk 2 en 3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Wat weet je nog?

Hoofdstuk 3 "Stoffen"

Formatieve toets

aan het einde van deze toets staat welke vraag met welke stof uit het boek te maken had (dan kun je gerichter leren).

Een stof heeft meerdere eigenschappen en vaak één kenmerkende eigenschap.

Maak de zinnen kloppend.

herken je aan de kleur.

herken je aan de smaak.

herken je aan de geur.

herken je aan de brandbaarheid.

Koper

Zout

Chloor

Diesel

Wat is de betekenis
van dit
gevarensymbool?

1. Giftig
2. Ontvlambaar
3. Corrosief
4. Schadelijk

Welke van de volgende uitspraken is niet juist?

1. Een mengsel bestaat uit verschillende zuivere stoffen.
2. Oplossingen zijn helder en blijven altijd perfect gemengd.
3. Een suspensie is helder: je kunt erdoorheen kijken.

Je kunt geur- en smaakstoffen uit plantendelen halen door ze in een oplosmiddel te leggen.
Hoe noem je deze manier om stoffen uit planten te winnen?

1. Filtreren
2. Mengen
3. Extraheren
4. Suspenseren

Wat is de eenheid van dichtheid?

1. g
2. cm
3. cm3
4. g/cm3

De steen heeft een massa van 55 g.

Hoe groot is de dichtheid van de steen?

0,4

2,5

1210

g

cm3

mL

g/cm3

Een blok van 5,0 bij 3,0 bij 6,0 cm heeft een massa van 801 gram. Wat is het volume van het blok ?

1. 14 cm
2. 90 cm
3. 14 cm3
4. 90 cm3

Een blok van 5,0 bij 3,0 bij 6,0 cm heeft een massa van 801 gram. Ga met een berekening na van welk materiaal dit blokje is gemaakt (gebruik blz. 73 van je boek)

1. IJzer
2. Messing
3. Balsahout
4. Koper

Sleep de benamingen naar de juiste plek.

schaalverdeling

stijgbuis

reservoir

Je voorziet een thermometer van een schaalverdeling. Je steekt de thermometer in kokend water. De vloeistof in de stijgbuis komt tot een bepaald punt.

Hoeveel graden is dit?

1. 80 °C
2. 90 °C
3. 100 °C
4. 110 °C

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Smelten

Stollen

Condenseren

Vervluchtigen

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Sleep de juiste faseovergang naar de juiste plek.

a. Welke faseovergang vindt plaats van 1 naar 2?

b. Welke faseovergang vindt plaats van 2 naar 3?

c. Welke faseovergang vindt plaats van 3 naar 4?

d. Welke faseovergang vindt plaats van 4 naar 1?

Smelten

condenseren

verdampen

stollen

Welke van de volgende stoffen heeft een vast vorm bij 750 graden Celsius?

1. alcohol
2. kwik
3. zuurstof
4. ijzer

Welke van de volgende uitspraken in waar?

1. Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water toe.
2. Als water kookt, dan blijft de temperatuur van het water gelijk.
3. Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water af.

Scheidingsmethode

Welk soort mengsel scheid je?

Suspensie

Oplossing

Destilleren

Filtreren en zeven

Indampen

Bezinken

Welke stappen moet je zetten om een mengsel van zand en zout

van elkaar te scheiden?

stap 1

stap 2

stap 3

verwarmen

door filter gieten

water toevoegen

Wat zijn moleculen?

1. Kleinste bouwstenen van een stof
2. Kleinste bouwstenen van een mengsel

wat gebeurd er met de moleculen als de temperatuur hoger wordt.

1. moleculen bewegen langzamer
2. moleculen bewegen sneller
3. er gaan meer moleculen bewegen
4. Er gaan minder moleculen bewegen

Wat is de fase van de moleculen

1. gasvormige stof
2. vloeibare stof
3. vaste stof
4. geen van drie

Vragen ?

Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag:

Wat is het stolpunt van paraffine?

1. 65 graden
2. 53 graden
3. 45 graden
4. Dat kun je niet zeggen

Sleep naar de juiste plaats in de grafiek

gas

gas + vloeibaar

vloeibaar

vast + vloeibaar

vast

Slide

3) paragraaf 2.1 (stofeigenschap)

4) paragraaf 2.1 (gevarensymbolen)

5) paragraaf 2.2 (zuivere stoffen/mengsels)

6) paragraaf 2.2 (scheidingsmethodes)

7) paragraaf 2.4 (eenheid dichtheid)

8) paragraaf 2.4 (dichtheid berekenen)

9) paragraaf 2.4 (dichtheid berekenen)

Slide

10) paragraaf 3.2 (onderdelen thermometer)

11) paragraaf 3.2 (thermometer ijken)

12) paragraaf 3.3 (fasen en fase-overgangen)

13) paragraaf 3.3 (fase-overgangen)

14) paragraaf 3.4 (stofeigenschap kook- en smeltpunt)

15) paragraaf 3.4 (temperatuur bij smelten/koken)

16) paragraaf 3.4 (kook- en smeltpunt)

17) paragraaf 3.4 (fasen, fase-overgangen en grafiek)