Lastige opdrachten D-toets

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke kleur is de fasedraad?
A
Rood/bruin
B
Blauw
C
Groen/geel
D
Zwart

Slide 3 - Quizvraag

Welke kleur is de aardedraad?
A
Rood/bruin
B
Blauw
C
Groen/geel
D
Zwart

Slide 4 - Quizvraag

Stelling:

Op de nuldraad zou nooit spanning mogen staan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Op welke draad staat altijd 230V?
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Aardedraad
D
Schakeldraad

Slide 6 - Quizvraag

Op welke draad staat soms 230V en soms 0V?
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Aardedraad
D
Schakeldraad

Slide 7 - Quizvraag

Een lampje is aan/uit te zetten door middel van een schakelaar. Uiteraard zit er schakeldraad na de schakelaar. Wanneer staat er 0V op de schakeldraad? Wanneer de lamp aan of uit staat? Vul het woord aan of uit in.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Er is hier grote kans op.....
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Er is hier grote kans op.....
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Er is hier grote kans op.....
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Er is hier grote kans op.....
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 16 - Quizvraag

Waar tegen beschermt een zekering?

Een zekering voorkomt ......
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Brand
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke schakeling(en) is er geen sprake van kortsluiting?
A
Bij schakeling A en D
B
Bij schakeling B
C
Bij schakeling C
D
Bij schakeling E en F

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer je te veel apparaten te gelijk aan zet, dan gebruik je te veel....
A
Stroom
B
Spanning
C
Energie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Stelling:

De randaarde van een geaard stopcontact en geaarde stekker zorgen ervoor dat een apparaat op een spanning van 230V staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer een apparaat NIET defect is, dan staat op de aarde draad een spanning van.....
A
230V
B
0V
C
Dat wisselt en is onmogelijk om te zeggen

Slide 25 - Quizvraag

Stelling:

De aardedraad, randaarde van een geaard stopcontact en een geaarde stekker voorkomen dat je onder spanning kan komen te staan..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Stelling:

Een aardlekschakelaar voorkomt dat je onder spanning kan komen te staan..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding goed. Bereken de waarde van weerstand 1 in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid! Je hoeft niets met de tolerantie te doen bij deze vraag.

Slide 29 - Open vraag

Bekijk de afbeelding goed. Bereken de waarde van weerstand 2 in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid! Je hoeft niets met de tolerantie te doen bij deze vraag.

Slide 30 - Open vraag

Bekijk de afbeelding goed. Bereken de waarde van weerstand 3 in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid! Je hoeft niets met de tolerantie te doen bij deze vraag.

Slide 31 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Welke weerstand heeft de kleinste foutmarge?

Weerstand A heeft kleurcodering: rood, groen, blauw, goud

Weerstand B heeft de kleurcodering: violet, zwart, geel, groen, rood

A
Weerstand A
B
Weerstand B

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Vul in:
Netspanning = ...............V

Slide 34 - Open vraag

Een bureaulamp werkt op netspanning. De stroomsterkte door de lamp is 0,17A. Bereken de weerstand van de lamp in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid. Rond indien nodig af op 1 decimaal. Gebruik een komma en geen punt.

Slide 35 - Open vraag

Een iPhone heeft een weerstand van 3,3ohm. De stroomsterkte door de iPhone is 1,5A. Bereken de spanning waar de iPhone op werkt in volt. Noteer alleen het getal. Geen eenheid. Gebruik indien nodig een komma geen punt. Rond af op 1 decimaal.

Slide 36 - Open vraag

Pim en Lieke staan onder spanning., omdat de wasmachine kapot blijkt en niet geaard is. Door Pim gaat een stroomsterkte van 0,87A en door Lieke gaat een stroomsterkte van 1,15A. Wie heeft de grootste weerstand?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Wat is er constant bij een parallelschakeling?
A
De stroomsterkte
B
De spanning
C
De weerstand
D
De energie

Slide 39 - Quizvraag

Met welke formule bereken je Rt in een serie schakeling?
A
Rt = R1 - R2 - R3
B
1/Rt = 1 / R1 + 1/ R2 + 1/R3
C
Rt = Ut x It
D
Geen van deze formules

Slide 40 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Bereken U2 in volt. Noteer alleen het getal, geen eenheid. Rond indien nodig af op 1 decimaal. Gebruik een komma en geen punt.

Slide 41 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Bereken I1 in Ampere. Noteer alleen het getal, geen eenheid. Rond indien nodig af op 1 decimaal. Gebruik een komma en geen punt.

Slide 42 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Bereken R3 in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid. Rond indien nodig af op 1 decimaal. Gebruik een komma en geen punt.

Slide 43 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Bereken Rt in ohm. Noteer alleen het getal, geen eenheid. Rond indien nodig af op 1 decimaal. Gebruik een komma en geen punt.

Slide 44 - Open vraag