Les 16: Goniometrie - Toepassen - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Welkom   wiskunde!
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Terugblik
● Oefenen met toepassen
    van goniometrie.
bij
We gaan zo starten.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
Telefoon in de telefoontas
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Welkom   wiskunde!
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Terugblik
● Oefenen met toepassen
    van goniometrie.
bij
We gaan zo starten.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Goniometrie:
Voorkennis voor Goniometrie
● Hoeken
● Drieletternotatie
● Doorsneden
● Stelling van Pythagoras
● Helling(spercentage)
● Hoeken met de tangens
● Hoeken met sinus en cosinus
● Zijden met tangens, sinus en
    cosinus
Tangens in de ruimte
Goniometrie toepassen
H3 (Boek 1): §3.5, §3.6
H4 (Boek 1): voorkennis
H2 Meetkunde (Boek 1): 
 voorkennis, §2.3, §2.5
H5 Goniometrie (Boek 1):
 Hele hoofdstuk, behalve §5.2D
H10 Goniometrie (Boek 2):
 Hele hoofdstuk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instellingen rekenmachine
Is het bij jou goed?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis: Afrondregels
Vk4 
blz. 170-171 Boek 1

Slide 4 - Tekstslide

Het laatste plaatje staat niet in het boek.
Je kent de hoekensom van een driehoek en een vierhoek.


 

  • Hoekensom driehoek = alle hoeken zijn samen 180o
  • Hoekensom vierhoek = alle hoeken zijn samen 3600 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de derde hoek van een driehoek uitrekenen als je er 2 weet m.b.v. de hoekensom.

 

Bereken LT en LR.
  • LT = LS = 68    (gelijkbenige ∆)
  • LR = 180 - LS - LT    (hoekensom ∆)
  •        = 180 - 68 - 68
  •        = 44
  • Dus L= 68o en LR = 44o

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkvormige driehoeken
C en E zijn Fhoeken, dus even groot
T en Q zijn Zhoeken, dus even groot
P1 en P2 zijn overstaande hoeken, dus even groot
1 
2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkorte stelling van Pyhtagoras



  • Ingevuld is dit:



  • Dus PR = 13


sz=rhz2+rhz2
PR=PQ2+QR2
=122+52=144+25=169=13

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkorte stelling van Pyhtagoras



  • Ingevuld is dit:



  • Dus PQ


rhz=sz2rhz2
PQ=PR2QR2
6,3
= 72 32=499=40=6,324...6,3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting 
Verkorte Stelling van Pythagoras

Schuine zijde is onbekend, moet je uitrekenen:


Een rechthoekszijde is onbekend, moet je uitrekenen:





rhz=sz2rhz2
sz=rhz2+rhz2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagonaalvlakken

Slide 12 - Tekstslide

Besprek wat een diagonaalvlak is.
Doorsnede ware grootte
Teken de doorsnede PCGQ op ware grootte.
GQ=FQ2+FG2
=2,52+42
=6,25+16
=22,25=4,716...
GQ4,7cm

Slide 13 - Tekstslide

Dit is de uitleg uit het boek blz 89 Boek 1 H2, aangepast naar de verkorte Pythagoras

Op 1 decimaal afronden, omdat je niet nauwkeuriger kunt tekenen.

Verlengde Stelling van Pythagoras
 lengte2   = rhz2 = AB2 = 62 = 36
breedte2 = rhz2 = BC2 = 32 =    9
hoogte2   = rhz2 = CG2 = 52 = 25   +
lich.dia2   = sz2 =   AG2 =  ? = 70 

AG =                 = 8,366...                 
Dus AG is ca. 8,4 


70
_________________________

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlengde stelling


Deze toepassen:





Dus AG is ca. 8,4



AG=AB2+BC2+CG2
=62+32+52
sz=rhz2+rhz2+rhz2
=36+9+25
=36+9+25=70=8,366...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting:
Verlengde stelling van Pythagoras (verkort)



(hebben jullie eigenlijk niet nodig, maar om jullie wat te verreiken... )
Wanneer je een korte zijde uit moet rekenen, gebruik je de volgende formule:





rhz=sz2rhz2rhz2
sz=rhz2+rhz2+rhz2

Slide 16 - Tekstslide

De onderste is dus niet nodig
Richtingscoefficient
Als de RC niet direct duidelijk is, gebruiken we


In dit geval


Dus RC is ongeveer 0,7 

De RC is dus de verhouding tussen  -> toename verticaal en horizontaal.
RC=Toename horizontaalToename verticaal
RC=Toename horizontaalToename verticaal=32=0,666...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van richtingscoëfficiënt naar hellingspercentage
Met de RC bereken je hoe steil een grafiek loopt, ofwel
Met de RC bereken je hoe steil een helling is.

De hellingshoek is de hoek die de helling met de horizontale lijn maakt.
Deze kan gegeven worden in graden en in procenten.

 doen. 
De zijden zijn bekend, dus de horizontale afstand en het hoogteverschil =>                 
Hellingspercentage

De hellingshoek in graden is bekend.
=> 
HP=Horizontale afstandHoogteverschil X 100
HP=   tan hellingshoek    X 100

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hellingspercentage bij bekende zijden
 
=> Gebruik de RC


Het hellingspercentage van de hellingshoek
berekenen we met:

Hellingspercentage = richtingscoëfficiënt x 100


Dus het hellingspercentage is ca. 67%
2 cm
3 cm
?
Horizontale afstandhoogteverschil
RC=Horizontale afstandhoogteverschil
=         32                X 100=66,666...
(Afronden op helen is afspraak bij HP)

Slide 19 - Tekstslide

mondeling formule invullen: 2/3 ongeveer 0,7
Eerder in deze les ook gezien.
Hellingspercentage bij bekende graden
 => Gebruik de tangens
Welk hellingspercentage hoort er bij een 
hellingshoek van 13o?




Dus het hellingspercentage is circa 23o
=    tan          130           X 100
Hellingspercentage=    tanhellingshoek    X 100
=     23,086...

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van richtingscoëfficiënt naar hellingspercentage
Met de RC bereken je hoe steil een grafiek loopt, ofwel
Met de RC bereken je hoe steil een helling is.

De hellingshoek is de hoek die de helling met de horizontale lijn maakt.
Deze kan gegeven worden in graden en in procenten.

 doen. 
Voor 't meten van de hellingshoek in graden gebruik je de geodriehoek of koershoekmeter.

Het berekenen van de hellingshoek leren jullie na de meivakantie, wanneer we met goniometrie aan de slag gaan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rhz altijd vast aan de rechte hoek.
sz zit nooit vast aan de rechte hoek
?
Bekeken vanuit de hoek met het vraagteken, de hoek die je wilt uitrekenen.
Overstaande
Aanliggende

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rhz altijd vast aan de rechte hoek.
sz zit nooit vast aan de rechte hoek
?
Bekeken vanuit de hoek met het vraagteken, de hoek die je wilt uitrekenen.
Aanliggende
Overstaande

Slide 23 - Tekstslide

Niet de hellingshoek, maar deze hoek kunnen we ook berekenen.
Goniometrie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijde of hoek met gonio berekenen
  1. Maak een schets van de situatie, wanneer dit nodig is.
  2. SOS, CAS of TOA - wat is bekend van de driehoek en wat moet je weten?
  3. Vul de namen van de zijden en de hoek in.
  4. Vul de lengte van de zijde(n) en/of de grootte van de hoek in die je weet.
  5. - Is de hoek gegeven? Gebruik de 6-3-2-driehoek om de gevraagde zijde
                                                   uit te  rekenen.

    - Is de hoek gevraagd? Gebruik de inverse om de gevraagde hoek uit 
                                                            te rekenen.
  6. Rond je antwoord pas af in de Dus-zin.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tanB=ABAC
tanB=53
B=tan1(53)=30,963...
Bereken B
Dus  B310
T=AO
Dit zijn de stappen die je MOET opschrijven.
1. Sin, cos of tan
2. Letters invullen
3. Invullen wat je weet
4. Uitrekenen en ONafgerond antwoord
5. Afgerond antwoord

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stapje moeilijker 
Een hoek in het diagonaalvlak berekenen

Slide 29 - Tekstslide

Het zou ook kunnen dat de leerlingen de lichaamsdiagonaal HB uitrekenen en dan de sinus gaan gebruiken. Maar dit komt vast niet vaak voor.
sz=rhz2+rhz2
AH=AD2+DH2
AH=42+52=6,403...
Niet tussentijds afronden
T=AO
in ΔABH
in ΔADH
tanAHB=AHAB
tanAHB=6,403...6
AHB=tan1(6,403...6)
AHB=43,138...
Dus AHB43o

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Officiële formules slide 1 van 2
Verkorte stelling van Pythagoras:                                                en 
Verlengde stelling van Pythagoras:

Richtingscoefficient: 

Hellingspercentage
             bekende zijden:
Hellingspercentage
              bekende hoek:
lichaamsdiagonaal=sz=rhz2+rhz2+rhz2
Hellingspercentage=Horizontale afstandHoogteverschil X 100
rhz=sz2rhz2
sz=rhz2+rhz2
RC=toename horizontaaltoename verticaal=Horizontale afstandHoogteverschil
Hellingspercentage=   tan hellingshoek    X 100

Slide 31 - Tekstslide

Dus dit zijn de formules die we tot nu toe hebben verzameld.

Officiële formules slide 2 van 2
Hoek berekenen in rechthoekige driehoek
  • twee rechthoekszijden bekend: 

  • overstaande rechthoekszijde en
    schuine zijde bekend:

  • aanliggende rechthoekszijde en 
    schuine zijde bekend:
tan hoek=Aanliggende rechthoekszijdeOverstaande rechthoekszijde
sin hoek=schuine zijdeOverstaande rechthoekszijde
cos hoek=schuine zijdeAanliggende rechthoekszijde
TOA
SOS
CAS

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:

blz. 111-112 -> D-toets H2: opg. 6, 8 en 12

blz. 214-216 -> H10: opg. 53, 54 en 60 








Nakijken en verbeteren: 
Alles wat je gemaakt hebt.


Huiswerk
timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

De verlengde stelling mag altijd met de verkorte manier worden gebruikt.

Oefenen
De komende twee lessen zijn bedoeld om jullie zo goed mogelijk voor te bereiden op het SE 340.

Wat hebben jullie nog nodig?
voorbeelden: 
  • Bepaald onderwerp oefenen                       samenwerken
  • Examenopgaven oefenen                             zelfstandig oefenen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moeten we de volgende lessen doen bij wiskunde voor het SE340?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies