Tijd van Jagers en Boeren

• Geschiedenis
• MBO
• Studiejaar 1

Tijdvak 1

Tijd van Jagers & Boeren 

Vandaag 

- De Prehistorie en de Historie 

- De eerste mens  

- Nomaden naar boeren 

- korte oefening 

Prehistorie

Pre                        

Historie

De eerste mens

4.4 miljoen jaar geleden

Homo Erectus

Homo Neanderthaler 

Homo Sapiens

Nomaden 

- Meetrekken met het eten

- Rendierjagers 

- Maken gebruik van rendierhuiden

- IJstijd in Europa (tot 10.000 jaar geleden)

Geen nomaden meer

Rondtrekken was niet meer nodig 

= Vruchtbare grond 

Jagers & Boeren 

les 2 

Onderwerpen 

- De vruchtbare halve maan

- het ontstaan van steden 

- Boeren in Nederland 

Nomaden

Weinig spullen

Potten

Tenten

Dorpen

Kleine groepen

Landbouw 

Voorraad opslaan

Vruchtbare halvemaan 

Vruchtbare grond -> Betere oogst 

Mesopotamië = perfect voor landbouw

Meer voedsel betekent minder boeren!

Opkomst van de eerst steden 

Landbouw Revolutie 

Landbouwrevolutie 

Voedseloverschot 

- Uitvindingen -> Ploeg en Selectief planten

- Ontstaan van dorpen 

- Vruchtbare halvemaan 

Nieuwe beroepen 

- Dorpen worden groter 

- Meer boeren zijn niet nodig --> Specialisatie 

- Pottenbakkers 

- Veehouden 

Ontstaan van Steden 

- ontstaan van stedelijke samenlevingen 

Later in andere gebieden = erosie

- ontstaan van hiërarchie en rolverdeling 

De Nederlandse boeren

Trechterbeker cultuur 

Bandkeramiek cultuur

Bandkeramiek 

- Löss grond 

- 5000 v.chr. Zuid-Limburg 

- Lange boerderijen 

  - Heeft ook nadelen -> ziektes 

Bandvormige potten

Trechterbeker 

- 3000 V.Chr in Drenthe 

- Hunebedden 

Gevuld met spullen

- Gekomen in de IJstijd 

- Trechter vormige bekers 

Jagers & Boeren 

Les 3 

Gebruik van gereedschap

Steentijd: mijnbouw om vuursteen

Koper (te zacht)

Brons (legering)

IJzer (nieuwe techniek)

Geloof en rituelen

Eerste tekenen van geloof

en rituelen 

Culturele antropologie 

Herhalingsopdracht 

1. Werk individueel, kies 10 begrippen uit Tijdvak 1 en noteer deze. 

Gebruik je aantekeningen en waar nodig de begrippenlijst!

Herhalingsopdracht 

2. Maak groepjes van vier, vergelijk de 40 begrippen die jullie nu hebben en maak hieruit een top 10. 

Tips:

1. Kijk welke begrippen bij elkaar horen, bundel deze!

2. Spreek onderling af wat een begrip belangrijk maakt.

Herhalingsopdracht 

3. Je hebt nu binnen je groepje een lijst met 10 begrippen, verwerk deze begrippen in een woordweb en zorg dat alle studenten in je groepje hem ook noteren.