DID LE4 Les 4 Evaluatie

10 Evaluatie
10.1 Functies van evalueren
10.2 Evaluatievormen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10 Evaluatie
10.1 Functies van evalueren
10.2 Evaluatievormen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verbeteren volgende les
Op basis van de evaluatie
- probeer je dingen te veranderen  en bij te stellen

waarbij jij
- zaken die goed zijn gelopen vasthoudt
- gemaakte fouten probeert te verbeteren

Dat doe je voortdurend en niet alleen aan het einde van de training !!!



Slide 5 - Tekstslide

Bijstellen doelstelling
Je evalueert

- hoe de les verlopen is = proces evaluatie

- of de les het beoogde resultaat heeft opgeleverd = product evaluatie

- op basis van product evaluatie stel je de doelen bij 


Slide 6 - Tekstslide

Beoordelen en selecteren
Je evalueert
- het vaardigheidsniveau van de deelnemers

waarbij jij
- beoordeelt in hoeverre de vaardigheden aan de norm voldoen

en
- jij  de resultaten van deze beoordeling registreert


Slide 7 - Tekstslide

Input voor begeleiding deelnemers
Je evalueert
- om informatie over de vorderingen te geven

waarbij jij
- jouw oordeel geeft

Effect
- Info werkt motiverend


Slide 8 - Tekstslide

Functies van evalueren

"Zaken die goed zijn gelopen vasthouden"

Dit hoort bij...
A
Beoordelen en selecteren
B
Input voor begeleiding
C
Verbeteren volgende les
D
Reflectie op eigen functioneren

Slide 9 - Quizvraag

Functies van evalueren

"In hoeverre voldoen de vaardigheden aan de norm"

Dit hoort bij...
A
Beoordelen en selecteren
B
Input voor begeleiding
C
Verbeteren volgende les
D
Bijstellen doelstelling

Slide 10 - Quizvraag

Reflectie op eigen functioneren
Een les of training loopt niet altijd als verwacht
- soms loopt de les stroef, soms op rolletjes
- soms halen deelnemers goede resultaten, soms valt het tegen

waarbij het belangrijk is dat
- jij bekijkt wat hierbij jouw rol, jouw invloed is / kan zijn...

Dit heet REFLECTIE, waarbij jij
- wat was mijn rol
- wat had beter / anders gekund


Slide 11 - Tekstslide

Verantwoording van je handelen
Door (schriftelijke) evaluatie kun jij

- verantwoorden bij klachten (groep, bestuur, ouders) 

- verantwoorden bij tegenvallende resultaten




Slide 12 - Tekstslide

Functies van evalueren

"Wat was mijn rol"

Dit hoort bij
A
Beoordelen en selecteren
B
Input voor begeleiding
C
Verbeteren volgende les
D
Reflectie op eigen functioneren

Slide 13 - Quizvraag

Functies van evalueren

"Informatie over vorderingen geven"

Dit hoort bij
A
Beoordelen en selecteren
B
Input voor begeleiding
C
Verbeteren volgende les
D
Reflectie op eigen functioneren

Slide 14 - Quizvraag

Lesgeven, een continu proces
PDCA-cyclus

of ook wel kwaliteitscyclus

waarbij

evaluatiegegevens de input vormen voor de volgende voorbereiding

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Sleep van rechts naar links.

Wat hoort waar bij?
PLAN
DO
CHECK
ACT
Is alles volgens plan verlopen?
Plannen wat we gaan doen
Aanpassen wat niet volgens plan is verlopen
Doen wat hebben gepland

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Product evaluatie
Het doet er niet toe hoe de bal er ingaat, als hij er maar ingaat !

- Kijk je alleen naar het resultaat, dan wordt gesproken van product evaluatie

- Het resultaat van de les meet je af aan de doelstelling

- Drie soorten doelstellingen: motorisch, cognitief en sociaal affectief

Slide 19 - Tekstslide

Proces evaluatie
Op welke manier is het resultaat tot stand gekomen !


Beginsituatie
- Goed ingeschat
- Voldoende gegevens verzameld
- Bijzondere omstandigheden?
Lesopbouw
- juiste lesindeling
- Hoe verliepen de lesdelen?
- Lesdelen op elkaar afgestemd?
Organisatie
- VID?
- Juiste opstellingen?
- Juiste groepjes?
- Passende organisatievormen?
- Zes W's bij veranderingen toegepast?
- Organisatorische differentiatie?
Bewegingsvormen
- Voldeden aan gestelde eisen?
- Methodisch goed opgebouwd
- Voldoende mogelijkheden voor differentiatie?
Didactische werkvormen
- Passende didactische werkvorm gebruikt?
- De werkvormen hebben tot gewenst leergedrag geleid?

Slide 20 - Tekstslide

Aan het eind van de les laat je iedere deelnemer tien services slaan.
Je telt hoeveel er gemiddeld in het servicevak komen.

Welke vorm van evaluatie is dat?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 21 - Quizvraag

Karin heeft net een hockeyles gegeven. Ondanks dat ze de les goed had voorbereid, is de les niet goed verlopen. Karin heeft haar doelstelling niet bereikt. De deelnemers waren erg onrustig en weinig geconcentreerd. Karin moest ze vaak tot de orde roepen.
Hoe kwam dat nou?

Welke vorm van evaluatie is dit?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 22 - Quizvraag

Tijdens de uitvoering observeer je in hoeverre de strekking van de armen en benen goed zichtbaar is.
Je noteert bij wie wel en bij wie het niet zichtbaar is.

Welke vorm van evaluatie is dat?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 23 - Quizvraag

Een atlete heeft hard getraind om bij de kampioenschappen in vorm te zijn. De kampioenschappen vormen een evaluatiemoment om te beoordelen of de training wel goed opgebouwd was.
De wedstrijdresultaten zijn: kogelstoten 8.50 meter, speerwerpen 31.70 meter.

Welke vorm van evaluatie is dit?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 24 - Quizvraag

Proces evaluatie
Product evaluatie
Wat moet er anders ?
Uitvoeren

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Volgende keer
10.3 Evaluatiemethoden en - instrumenten

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide