Oefenvragen MC - Pincode hoofdstuk 3

13 Oefenvragen
Hoofdstuk 3 - T2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

13 Oefenvragen
Hoofdstuk 3 - T2

Slide 1 - Tekstslide

Een baan voor een bepaalde tijd, tot een afgesproken einddatum is een ............... baan.
A
Flexibele
B
Vaste
C
Tijdelijke

Slide 2 - Quizvraag

Als je alleen werkt op momenten dat je nodig bent, heb je een ............. baan.
A
Flexibele
B
Tijdelijke
C
Vaste

Slide 3 - Quizvraag

Waarvoor geeft de Arbowet regels?
A
Voor de collectieve arbeidsvoorwaarden
B
Voor het minimumloon
C
Veilige en gezonde werkomstandigheden
D
Voor werk- en rusttijden

Slide 4 - Quizvraag

Teun (69) heeft zijn bedrijf verkocht en heeft nu geen werk meer. Is hij werkloos?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Faya (29) is werkloos en ontvangt een WW- uitkering. Is zij een geregistreerde werkloze?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Eén van de volgende afspraken kan niet in een cao voorkomen. Welke is dat?
A
De lonen in deze bedrijfstak stijgen per 1 juli met 1,5%.
B
Na een jaar ervaring krijg jij de functie van zelfstandig kok.
C
De voltijd werkweek heeft 38 uur.
D
Alle werknemers hebben per jaar 26 vakantiedagen.

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving?

Een opleiding of cursus volgen waarin je leert voor een baan.

A
Arbeidsverdeling
B
Fulltimebaan
C
Scholing
D
Vacature

Slide 8 - Quizvraag

Lees de volgende zinnen.
Wie is de werkgever? Kies het juiste antwoord.

A
Emir werkt als verkoper in een grote autozaak.
B
Felix is beveiliger bij een mediabedrijf.
C
Johannes is eigenaar van een grote ijssalon.
D
Sanne is mentor op een scholengemeenschap.

Slide 9 - Quizvraag

Tot hij werkloos werd, werkte Marnix via het arbeidsbureau bij een
bouwbedrijf. Na drie maanden werkloosheid heeft hij via het UWV een tijdelijke baan gevonden in een timmerwerkplaats.

Van wie krijgt Marnix zijn salaris?

A
Van de overheid.
B
Van de timmerwerkplaats.
C
Van het uitzendbureau.
D
Van het UWV.

Slide 10 - Quizvraag


Waarvoor geeft de Arbeidstijdenwet regels?
A
Voor de collectieve arbeidsvoorwaarden.
B
voor het minimum (jeugd)loon.
C
Voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
D
Voor werk- en rusttijden.

Slide 11 - Quizvraag

5: Kies de gegevens waarmee je een grafiek kunt maken.
A
Je toetscijfers voor economie.
B
De mooiste films die je hebt gezien.
C
Het wekelijkse zakgeld dat je afgelopen jaar hebt ontvangen.
D
De namen van je vrienden.

Slide 12 - Quizvraag

Staafdiagram over snacks

Slide 13 - Tekstslide


Wat is de prijs van
de duurste snack?
A
€ 2,50
B
€ 2,75
C
€ 2,25
D
€ 3,-

Slide 14 - Quizvraag


Hoe groot is het prijsverschil tussen de duurste en de goedkoopste snack?
A
€ 0,50
B
€ 0,60
C
€ 0,75
D
€ 1,-

Slide 15 - Quizvraag