Realisme in de beeldende kunsten

REALISME
1840-1880
1 / 61
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 61 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

REALISME
1840-1880

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopbouw
1. Historische omstandigheden: Salon, dubbele moraal ivm naaktheid en l'art pour l'art
2. Kenmerken van realisme en voorbeelden van schilders en beeldhouwers
3. Extra oefeningen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REALISME
Het realisme was een stroming in de waarin gestreefd werd naar het weergeven van de (maatschappelijke) werkelijkheid. De stroming was vooral sterk in Frankrijk rond het midden van de 19e eeuw en wordt gezien
als reactie op de romantiek.
ALGEMEEN

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De salon
- belangrijk voor 
kunstwereld, voor zowel de kunstenaars als de kopers van kunst.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cabanel, de geboorte van Venus

één van de hoogtepunten van de Salon van 1863. Keizer Napoleon III kocht het schilderij voor zijn privécollectie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking Cabanel
- Wat zie je op het schilderij? 
- Wie en wat symboliseert de vrouw, denk je? 
- Nemen kunstkijkers aanstoot aan dit naaktbeeld, denk je? Waarom wel of niet. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cabanel schildert het mythische moment dat de godin Venus wordt geboren. 
Ze wordt door het schuim van de golven aan land gebracht. Het naakt werd geaccepteerd door het publiek omdat het werd gerechtvaardigd door het onderliggende mythologische verhaal. In dit geval had Cabanel het naakte lichaam bovendien in een gekuiste, geïdealiseerde vorm weergegeven.  De schrijver Emile Zola vergeleek de gelijkmatige tint van de Venus met wit en roze marsepein. Ze was zeker verleidelijk, maar niet van vlees en bloed.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee eisen van de Salon waaraan dit schilderij voldoet.
A
Gladde penseelvoering. - Juiste anatomische verhoudingen.
B
De figuren beelden gewone mensen uit, die aan het werk zijn.
C
Klassieke kleding, onderwerpen en/of scène. - Toneelachtige voorstelling.
D
Vage, tekenachtige schilderwijze.

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord A: gladde penseelstreek en juiste anatomische lichaamsverhoudingen
Waaraan ontleent de Salon haar belang voor kunstenaars?
A
Kunstenaars kunnen er socializen en er wellicht een vrouw vinden.
B
Kunstenaars gebruiken het vooral als middel om aan geld te komen
C
Kunstenaars kunnen hier hun visie op kunst tonen en daarmee een groot publiek bereiken.
D
Kunstenaars kunnen er bekendheid verwerven en schilderijen verkopen.

Slide 9 - Quizvraag

antwoord D: bekendheid en verkoop
a. Hoe gingen burgers in de 19e eeuw gekleed? b. Hoe verhoudt de relatie dagelijkse kleding zich tot naakt in schilderkunst?

Slide 10 - Woordweb

- alledaags leven: netjes, veel kledinglagen
- naakt vrouwenbeeld zonder kleren in de schilderkunst
-> hypocrisie
Dubbele moraal?
- alledaags leven:
 bescheiden, zedige vrouw.
Het tonen van een enkel: al als onzedig of fout beoordeeld!

- academische en classicistische schilderkunst:
naakt als onderwerp volkomen acceptabel. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele moraal?
Het burgerlijke beeld van de vrouw in de negentiende eeuw is dat van een bescheiden, zedige persoonlijkheid. Het tonen van een enkel werd in die tijd al als onzedig beoordeeld, maar op de Salon kwam er veel publiek voor schilderijen met naakte vrouwen.
In academische en classicistische schilderijen was het naakt als onderwerp volkomen acceptabel. Er was een andere norm voor wat op een schilderij geaccepteerd was dan in de dagelijkse maatschappij.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'aanslag op de moraliteit’ of prima geaccepteerd

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

‘l’art pour l’art’
- kunstenaars afstand van de Salonkunst 
- kunstwerk komt autonoom tot stand (product van creativiteit)
- geen morele of didactische functie. 
- De kunstenaar kent zichzelf geen andere drijfveren toe dan het scheppen van een kunstwerk. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

‘l’art pour l’art’
Halverwege de negentiende eeuw namen kunstenaars afstand van de Salonkunst en werkten ze vanuit een kunstopvatting die stelt dat de enige doelstelling van kunst intrinsiek is. 
Een kunstwerk komt autonoom tot stand en heeft geen morele of didactische functie. 
De kunstenaar kent zichzelf geen andere drijfveren toe dan het scheppen van een kunstwerk. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat veroorzaakt dit L'art pour l'art-gegeven, denk je?
A
Er was veel concurrentie onder kunstenaars.
B
Het was niet meer bijzonder om goed te kunnen schilderen en veel Salonkunst was te eentonig vonden sommige schilders.
C
Kunstenaars wilde zelf bepalen hoe hun werk eruit moest zien.
D
Kunstenaars experimenteerden en werkten autonoom.

Slide 16 - Quizvraag

antwoord B
autonomie en creativiteit: kunstenaars wilden zelf bepalen hoe hun werk eruit zag (ipv bepaald door opdrachtgever)
Realistisch of realisme?
Een nieuwe stroming die als reactie op de Salonkunst ontstond was het realisme.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het realisme een reactie was op de Salonkunst.
A
Het toont de wereld zoals de kunstenaars die graag zagen.
B
Het toont de wereld buiten de grote stad.
C
Het toont van de werkelijkheid van gewone mensen en niet die van de elite.
D
Het toont waar de elite geïnteresseerd in was, dus niet perse hun wereld.

Slide 18 - Quizvraag

- gewone mensen (geen elite: koningshuis, adel of clerus)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REALISME
  • materialisme: gewone, zichtbare realiteit tonen
  • Eenvoudige realiteit van het alledaagse leven:
    Arbeiders, zwoegende boeren op het land, dronken mensen, arme mensen, prostitués, mensen onderweg naar hun werk, begrafenis van gewone mensen
  • vorm: groot formaat - donkere, aardekleuren - vrijere, ruige stijl
  • Gewone taferelen: even belangrijk als 'historieschilderkunst'
  • Tegen afstandelijke stijl van classicisme
  • Tegen de overdreven sentimentele romantiek
  • Groep: armoede en ellende = sociale stroming, Courbet en Millet
  • Groep: natuur en platteland = naturalistische stroming, o.a. Rousseau

KENMERKEN

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef drie voorbeelden van mogelijke onderwerpen in het realisme.

Slide 21 - Open vraag

Arbeiders, zwoegende boeren op het land, dronken mensen, arme mensen, prostitués, mensen onderweg naar hun werk, begrafenis van gewone mensen
Wat is geen kenmerk van het realisme?
A
emoties dramatiseren en escapisme
B
ruige, vrije penseelstreek
C
alledaagse taferelen op groot formaat
D
dof, aards kleurgebruik

Slide 22 - Quizvraag

antwoord A
emoties dramatiseren (uitvergroten) en escapisme (vluchten in dromen, natuur, ...)

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het realisme beeldde alledaagse gebeurtenissen af, een groet of gewone arbeiders aan het werk op het land. De manier van schilderen was vergelijkbaar met die van de romantiek: veel aardetinten en realistische verhoudingen en kleuren.
SCHILDERKUNST
REALISME

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Edouard Manet, ‘Le déjeuner sur l’herbe’(1863)
• Academische regels overtreden: naakte vrouw en kleurgebruik (zuivere kleuren)
• Manet wordt ingedeeld bij de realisten en de impressionisten!

REALISME
SCHILDERKUNST

Slide 25 - Tekstslide

- naakte vrouw te midden van mannen die wel aangekleed zijn
- niet zozeer het geïdealiseerde naaktbeeld (nude) van de klassiekere schilderkunst (academisme en classicisme)
Gustave Courbet, Jonge dames aan de oever van de Seine (1857)
• prostitutie: onderkledij zelfs geschilderd
horizontaliteit
• Manet wordt ingedeeld bij de realisten en de impressionisten!
REALISME
SCHILDERKUNST
- Wie?
- Wat?
- Verticaal of 
horizontaal?

Slide 26 - Tekstslide

- jongedames: prostitués
- onderkleding zelfs zichtbaar
- slapend meisje over de breedte (horizontaliteit)
Wat hield de dubbele moraal qua vrouwbeeld nu ook weer in?

Slide 27 - Open vraag

alledaags leven: netjes aangekleed - zelfs enkel tonen was niet aanvaard
maar naakt vrouwbeeld in schilderkunst
Jean Francois Millet, de man met de hak (1852-1862)

REALISME
SCHILDERKUNST
- Wie?
- Wat?
- Kleurgebruik?

Slide 28 - Tekstslide

- De man met de hak pleegt zijn akker om.
- aardse tinten
Gustave Courbet

REALISME
SCHILDERKUNST
- Wie?
- Wat?
- Kleurgebruik?

Slide 29 - Tekstslide

- mensen als steenkappers, mensen als materialiteit (materie, 'grondstof' voor de economie, handel, winst)
- doffe kleuren: veel bruin, zwart, okergeel, beige + wit voor contrast
Wat valt er op in het kleurgebruik van Courbet?

Slide 30 - Open vraag

aards, dof kleurgebruik
Gustave Courbet, begravenis te Ornans (1849)

REALISME
SCHILDERKUNST

Slide 31 - Tekstslide

- geen staatbegrafenis: geen belangrijke vorst, edellied, of clerus wordt begraven
- een gewone volkse mens wordt begraven (er staat namelijk niet vermeld wie) -> zie onderaan gat in de grond (graf)
- donkere, aardse tinten
- horizontaliteit
Jean-Francois Millet-Arenleesters (1857)
 lichte achtergrond en blauwere tinten in de lucht




versus donkere
voorgrond 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is er ruimte gesuggereerd? Leg uit a.d.h.v. vormgevingsaspect KLEUR

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORDEN
- Door een licht/donkercontrast: de voorgrond is donker en de achtergrond licht.
- Door een warm/koud contrast: de voorgrond heeft meer warme tinten en de
achtergrond meer koude.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean-Francois Millet-Arenleesters (1857)
Milet vs Courbet
- aandacht voor
sociale ongelijkheid,
maar geen aanklacht/kritiek
(fatalist ipv activist)
- zonnige idylle
geen idealisering,
maar romantisering





Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDHOUWKUNST
  • Onderwerpen uit het dagelijks leven
  • Realistische weergave, verschil in stofuitdrukking tussen bijvoorbeeld kleding en lichaam komt duidelijk naar voren.
  • Beelden van was of klei en in brons gegoten

REALISME

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEELDHOUWKUNST
REALISME
  • Mensen uit arbeidersmilieu 
  • Niet zielig, maar helden 
  • Het echte leven is geen sprookje en mensen zien er niet perfect uit 
  • beeldhouwwerken van Meunier (naturalisme en realisme)

Slide 37 - Tekstslide

realisme: sociale ongelijkheden en problemen aankaarten
naturalisme: correcte weergave van de werkelijkheid
Hoe worden arbeiders afgebeeld in de beeldhouwkunst van Meunier?

Slide 38 - Open vraag

als helden, niet als iets zieligs
BEELDHOUWKUNST
REALISME
- Wat doet de man? 
- Beschrijf verhouding  kleding-lichaam.

Slide 39 - Tekstslide

Deze boer heeft in zijn zak graan (aren) of een ander gewas verstopt, om te zaaien. 
Je kan er een beweging bij denken, namelijk de man grijpt naar het graan, stopt het in zijn hand en strooit het uit over het veld.

De kleding en het anatomische lichaam van de man zijn van elkaar gescheiden, maar erg realistisch weergegeven.
Gevolgen van de industriele revolutie worden in de 2e helft van de 19e eeuw zichtbaar,
glas en ijzer en de uitvinding van gietijzer en staal bieden nieuwe mogelijkheden.
De bouwconstructie wordt onverhuld gelaten; Realisme.

ARCHITECTUUR
REALISME

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARCHITECTUUR
REALISME

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitvinding verandert de architectuur?

Slide 42 - Open vraag

gietijzer en staal
Som drie kenmerken van het realisme op.

Slide 43 - Woordweb

- alledaagse leven en alledaagse onderwerpen (materialiteit)
- boeren die op het land werken, arbeiders die in de mijn werken, begrafenissen van gewone mensen, prostitués, mensen die dronken zijn, ...
- horizontaliteit: horizontaal ipv verticaal
- doffe, aardse kleurtinten

Geef de naam van een schilder of beeldhouwer uit het realisme.

Slide 44 - Woordweb

Millet, Courbet en Meunier
Realisme in 19e eeuw
extra uitleg en extra oefeningen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REALISME  (1830-1890)
  •  Afzetten tegen de droombeelden van de Romantiek
  • Gewone mensen en situaties
  • werkelijkheid weergeven en niet mooier maken
  • Donkere en sombere kleuren

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gustave Courbet, Het atelier van de kunstenaar, een echte allegorie, 1855, olieverf op doek, 359 x 598 cm, Musée d'Orsay, Parijs

Slide 48 - Tekstslide

- groot formaat: afwijzing salon
- links: alle ambachten afgebeeld als persoon
- rechts: elite/geleerden
- model: academische regels
- schilder centraal: iedereen is even belangrijk (blik gefocust op jongetje ipv belangrijke mensen)
- schedel en kruisiging: verwijzing geloof
Honoré Daumier, Gargantua, 1831, lithografie, Bibliothèque Nationale, Parijs

Slide 49 - Tekstslide

realisme: weergeven van sociale en stedelijke problemen

Niet vergelijkbaar met naturalisme: weergeven naar de werkelijkheid
School van Barbizon
De schilders van Barbizon schilderden met een losse penseelstreek en gebruikten lichte kleuren. Ze schilderden de natuur, zoals deze op hen over kwam. Ze beschouwden de natuur als een volwaardig onderwerp voor een schilderij. Omdat de kunstenaars rechtstreeks buiten naar de natuur schilderden, wordt de School van Barbizon vaak beschouwd als de voorloper van het impressionisme.
 Ook raakvlakken met de Romantiek.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean-Francois Millet-Arenleesters (1857)

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is er ruimte gesuggereerd? Leg uit a.d.h.v. vormgevingsaspect KLEUR

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORDEN
- Door een licht/donkercontrast: de voorgrond is donker en de achtergrond licht.
- Door een warm/koud contrast: de voorgrond heeft meer warme tinten en de
achtergrond meer koude.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistische kunstenaars wilden vooral hun maatschappelijke ideeën laten zien.
Rijke kunstkopers waren vaak niet zo enthousiast over realistische schilderijen. 



Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom waren rijke kunstkopers niet zo enthousiast?

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

VOORSTELLING
  • Arbeiders, boeren en situaties uit het echte leven
  • Sombere onderwerpen: leed, armoede, hard werken.
  • Mensen werken niet op hun mooist weergegeven ook oneffenheden werden zichtbaar

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwijze
Door de uitvinding van de verftubes konden kunstenaars vaker in de buitenlucht werken en hun onderwerp zo realistisch mogelijk naschilderen. 

Leg uit waardoor dit nu makkelijker ging? 

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vincent van Gogh, Aardappeleters (1855)

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactie van Romantiek
Romantische kunstenaars wilden graag kunstwerken maken waarin fantasie en schoonheid belangrijk waren. Liefhebbers van romantische kunst hadden dan ook veel kritiek op 'De aardappeleters'. 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg dit uit aan de hand van voorstelling en vormgeving.

Slide 60 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORDEN
- Voorstelling: het onderwerp was te alledaags, het schilderij laat geen fantasiewereld
of schoonheid zien / het onderwerp was het niet waard om geschilderd te worden, het
was een te somber onderwerp
- Vormgeving: het kleurgebruik was te donker.

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies