Extra Recensie schrijven

Welkom DTH2M!
Ben je online aanwezig? Camera aan, vragen in de chat

Vandaag:
Presentatieronde 2
Nieuw onderwerp, nieuw leerdoel
Uitleg
Opdracht
Les afsluiten + toets opgeven
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom DTH2M!
Ben je online aanwezig? Camera aan, vragen in de chat

Vandaag:
Presentatieronde 2
Nieuw onderwerp, nieuw leerdoel
Uitleg
Opdracht
Les afsluiten + toets opgeven

Slide 1 - Tekstslide

Presentatieronde 2
Taak van het publiek: feedback geven

Zijn er duidelijke vragen gesteld?
Werd er doorgevraagd als de informatie onduidelijk of onvolledig was?
Is het belangrijkste herhaald?

Slide 2 - Tekstslide

Even terug
Wat is een mening?
Wat is een argument?

Slide 3 - Tekstslide

Mening en argumenten geven
Als je je mening geeft, leg je ook uit waarom je die mening hebt. 
Je geeft dan een argument voor je mening.

Als je andere wilt overtuigen, moet je aantonen dat je gelijk hebt. Dat doe je met argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Zo geef je goede argumenten
Noteer achter je mening het signaalwoord want of omdat en maak de zin af.
Bijvoorbeeld: Ik vind dat Martin Garrix fantastische muziek maakt, want zijn liedjes zijn gevarieerd en vernieuwend.
Vergelijk jouw situatie met die van iemand anders. 
Bijvoorbeeld: Ik vind dat wij ijsvrij moeten krijgen, want op andere scholen geven ze dat ook.
Leg uit dat iets in het belang is van jou en van je lezers.
Bijvoorbeeld: Mijn mening is dat de controle op het fietsenhok verscherpt moet worden, want er worden vaak fietsen vernield of gestolen.  

Slide 5 - Tekstslide

Zo geef je goede argumenten
Bedenk bij je argumenten een goed voorbeeld.
Bijvoorbeeld: Ik vind dat ik zelf mag bepalen hoe laat ik naar bed ga, want ik kom er 's morgens toch op tijd uit. Gisteren ging ik bijvoorbeeld om half 12 naar bed en toch was ik gewoon om 7 uur op.
Gebruik signaalwoorden als je meer argumenten noemt.
Bijvoorbeeld: ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, tot slot, kortom, etc.
Leg uit waar je argumenten vandaan komen. Noem dus je bronnen.
Bijvoorbeeld: vrienden, media, boek, eigen ervaring, etc. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nieuw onderwerp, nieuw leerdoel
Ik kan een recensie schrijven voor een bepaald publiek.

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al over recensies?
Noteer in enkele steekwoorden.
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Recensie
Een bespreking van een film, een boek, een cd, een concert, een voorstelling of bijvoorbeeld een computerspel noem je een recensie.

Een recensie bevat altijd een beschrijving van de film, het boek of de cd én een oordeel.
De recensent (de schrijver van de recensie) maakt in zijn tekst duidelijk wat hij vindt van het product.
Recensies vind je in kranten, tijdschriften en op internet.


Slide 10 - Tekstslide

Je gaat als volgt te werk:
Zet in je inleiding belangrijke informatie, zoals titel en maker.

Beschrijf in het middenstuk kort de inhoud. Beperk je tot de hoofdlijnen. Geef je mening en argumenten met voorbeelden

Vermeld in het slot nog eens kort jouw conclusie.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Gemeenschappelijke opdracht
1. Ga naar Classroom, schrijfvaardigheid, opdracht recensie
2. Lees beide recensies goed en bedenk wat je goed en minder goed vindt.
3. Maak 2 rijtjes: do's en dont's. 

In het rijtje met do’s noteer je zaken die je zeker moet doen om een goede recensie te schrijven. In het rijtje dont's schrijf je zaken op die je vooral niet moet doen bij het schrijven van een recensie. 
timer
7:30

Slide 13 - Tekstslide

DO's & DON'ts 

Slide 14 - Tekstslide

Oefenrecensie schrijven
Je gaat een positieve recensie schrijven over een boek, film of serie in 150 woorden. Dit doe je aan de hand van de uitleg over de opbouw van een recensie en de do's and don'ts.

Boekvoorbeelden: Hoe overleef ik...?, Harry Potter, Het leven van een loser, etc.
Filmvoorbeelden: Titanic, The Hunger Games, Night at the museum, Lord of the rings, etc.
Serievoorbeelden: La casa de papel, Pretty little liars, GTST, Riverdale, etc.

Dit moet je zien als een weektaak dus de volgende les (over twee weken) ga je hem in de les afschrijven, zodat je goed bent voorbereid op de toets.

Slide 15 - Tekstslide

In een recensie vind je informatie over een boek of (film)voorstelling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

In een recensie geeft de schrijver nooit zijn eigen mening, maar alleen feiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een recensie wordt vaak geschreven door de maker van een boek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Je schrijft alleen recensies over boeken die je goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In een recensie geeft iemand zijn persoonlijke mening met argumenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een recensie is goed als hij grappig geschreven is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een recensie is goed als hij je helpt een keuze te maken om bijvoorbeeld een bepaald boek te lezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Het doel van een recensie is...

Meer antwoorden mogelijk.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 23 - Quizvraag

Toets recensie schrijven
Niet volgende week, maar de week erop

Eerste lesdag gaan we verder oefenen met een recensies schrijven.
Tweede lesdag is de toets recensie schrijven.


Slide 24 - Tekstslide