Voeding les 3

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Voeding les 3

• Werken met een recept
• Omrekenen
• Producten, materialen en apparatuur 
• Levensmiddelen bewaren

Voeding les 3

Aan het einde van deze les kunnen jullie werken met een recept,

kunnen jullie recepten omrekenen en 

weten jullie wat over producten, materialen en apparatuur die we vaak in de keuken gebruiken, en weten jullie hoe je producten het beste kunt bewaren.

Werken met recepten

Recepten

Bij onze kooklessen maken we gebruik van recepten.

Je krijgt de recepten van de docent, zoekt ze uit de kast of neemt ze zelf mee.

Zet in de juiste volgorde:

Leg een knakworstje op de halve plakjes bladerdeeg

Ontdooi het bladerdeeg

Bak de bladerdeeghapjes in het midden van de oven

Rol het plakje bladerdeeg om het kankworstje

Snijd de plakjes bladerdeeg doormidden

Verwarm de oven voor

1

2

3

4

5

6

Omrekenen

Als je een recept voor 4 personen hebt, maar je moet voor 6 personen koken, moet je het recept vermenigvuldigen met 1 1/2

Stel: Je hebt voor 4 personen 2 kilo aardappelen nodig. Hoeveel heb je nodig voor 10 personen?

1. 3 kilo
2. 4 kilo
3. 5 kilo
4. 6 kilo

Waar moet je om denken
als je produkten bewaart?

Keukenmateriaal

• Aardappelschilmesje
• Broodmes
• vleesmes
• koekenpan
• kookpan
• braadpan
• maatbeker
• weegschaal
• wok
• pollepel

Keukenapparatuur

• Fornuis, gas, elektrisch, inductie
•  Stoomoven
• Oven en magnetron
• koffiezetapparaat
• keukenmachine
• mixer/blender/keukenmachine
• Tosti-apparaat
• Contactgrill
• Friteuse
• Afwasmachine

Huiswerk:

Voor de volgende les:

Maak de opdrachten 

18 t/m 28