Klankgroepenwoord. Klankgroep lo, laatste klank o, korte klank en dan schrijf ik dubbel l. Lollywoofd. Ik schrijd de Griekse y. Komma's meervoud en lange klank, y of i aan hete eind: komma-s , behalve bij ee
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 6
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
komma 's meervoud
de lolly's
Klankgroepenwoord. Klankgroep lo, laatste klank o, korte klank en dan schrijf ik dubbel l. Lollywoofd. Ik schrijd de Griekse y. Komma's meervoud en lange klank, y of i aan hete eind: komma-s , behalve bij ee
Slide 1 - Tekstslide
Fase DIM: Voorbereiding
Leerkracht formuleert het doel van de les:
Aan het eind van deze les ken ik de regel van de categorie 'Lollywoord'.
Leerkracht herhaalt de regel van het Lollywoord: Lollywoord, ik schrijf de Griekse Y.
komma 's meervoud
de kiwi's
Slide 2 - Tekstslide
Fase DIM: Voorbereiding
Leerkracht formuleert het doel van de les:
Aan het eind van deze les ken ik de regel van de categorie 'Lollywoord'.
Leerkracht herhaalt de regel van het Lollywoord: Lollywoord, ik schrijf de Griekse Y.
Schrijf zoveel mogelijk woorden op met aatje, ootje, uutje en nkje
Slide 3 - Woordweb
Fase DIM: Oriëntatie
Leerkracht haalt voorkennis op van de leerlingen. Dit zodat leerlingen gaan nadenken over de woorden die ze al kennen met de Griekse y. Leerkracht vertelt leerlingen dat ze de lollywoorden die ze kennen op hun device invullen. De leerlingen vullen zo veel woorden in als ze kunnen en verzenden ze per woord. De woorden komen op het digibord te staan.
Als er een minuut verstreken is, of als de woorden niet meer komen stopt de leerkracht de invoer en bespreekt de ingevoerde woorden met de klas. De leerkracht geeft waar nodig aan of het woord verkeerd geschreven is en legt uit hoe het woord dan geschreven moet worden.
Dicteevraag 1:
Slide 4 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht geeft aan dat de leerlingen vijf dicteevragen gaan maken met het lollywoord.
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 1: Yoga
Dicteevraag 2:
Slide 5 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 2: Python
Dicteevraag 3:
Slide 6 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 3: Hyena
Dicteevraag 4:
Slide 7 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 4: Yoghurt
Dicteevraag 5:
Slide 8 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 4: Yoghurt
Dicteevraag 6:
Slide 9 - Open vraag
Fase DIM: Evaluatie
De leerkracht zegt het woord voor en de leerlingen zeggen het na. Daarna schrijven de leerlingen het woord op hun device en sturen het in. Wanneer alle leerlingen een antwoord hebben ingeleverd klikt de leerkracht door en controleert hij/zij samen met de klas hoe het woord geschreven is. Hierna klikt de leerkracht door.
Woord 5: Typen
De leerkracht complimenteert de leerlingen voor hun inzet.