Par. 3.4 Koningstijd, Republiek, keizertijd

BEGINTAAK
Geef de betekenis van de volgende begrippen (in je eigen woorden):
- Republiek, consuls, senaat, volkstribunen, veto-recht en burgeroorlog. 
5 minuten
Weet je het niet? Kijk op blz. 74
Eerder klaar? Lees par. 3.4

timer
5:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BEGINTAAK
Geef de betekenis van de volgende begrippen (in je eigen woorden):
- Republiek, consuls, senaat, volkstribunen, veto-recht en burgeroorlog. 
5 minuten
Weet je het niet? Kijk op blz. 74
Eerder klaar? Lees par. 3.4

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
04/01: Par. 3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd
05/01:  Par. 3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd
11/01: Par. 3.5 Een rijk, twee keizers
12/01: Par. 3.5 Een rijk, twee keizers

18/01: Par. 3.6: Romeinen, joden en christenen
19/01: Terug op school? Zo ja, SO par. 3.2  en  3.3
25/01: Herhalingsles
26/01: Repetitie H2 par. 3.4 t/m 3.6

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
1. Opdrachten bespreken
2. Uitleg par. 3.4.
3. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Doelen (a.s. vrijdag benatwoorden)
Hoe werd het Romeinse Rijk van een monarchie een Republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten bespreken
Opdrachten 55, 57, 58, 61 en 63.

Slide 5 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk

Slide 6 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Terugblik par. 3.3: Leven aan de noordgrens
De Romeinen veroverde de oude Griekse gebieden = hellenisme!
Grieks-Romeinse cultuur (klassieke cultuur) werd verspreid door heel Europa:
  • Badhuizen, aquaducten, bruggen, bibliotheken, thermen, amfitheater.
  • Verharde wegen, stenen huizen, luxe serviezen, glaswerk.
  • Dokters
  • Nieuwe landbouwmethoden
  • Beeldkunst: perfect en gespierd.
  • Bouwkunst: perfecte vormen, zoals rechthoeken, driehoeken en zuilen.


Slide 9 - Tekstslide

Romeinse koninkrijk
 (753 v.C. - 509 v.C.)
Laatste Etruskische koning van Rome was 
Tarquinius Superbus.

Slide 10 - Tekstslide

Van Koningstijd naar Republiek
Superbus werd verjaagd door de Romeinen (te arrogant en wreed) = MONARCHIE werd afgeschaft!
  • Macht mocht niet bij één persoon rusten.
  • Macht mocht niet erfelijk zijn. 
  • Rome werd een REPUBLIEK: regelmatig leiders kiezen en de macht wordt gedeeld. Het leiderschap is niet erfelijk! 
Door wie en hoe wordt Rome vanaf nu bestuurd?

Slide 11 - Tekstslide

Romeinse senaat
De Romeinse Senaat
Senaat: vergadering van alle rijke mannen van Rome, de senatoren (soort Tweede Kamer).

Slide 12 - Tekstslide

De Romeinse Republiek: bestuur
Senaat: vergadering van alle rijke mannen van Rome, de senatoren (soort Tweede Kamer).
  • Elk jaar koos het volk 2 consuls .
  • Consuls: leidden de senaat en voerden de besluiten van de senatoren uit. 
- Democratie?
- Armen en vrouwen? 

Slide 13 - Tekstslide

Het Romeinse volk...
Waren ontevreden over het nieuwe bestuur en beginnen te staken!
Resultaat: opkomst van het volkstribunen in het volksvergadering!
  • Volkstribuun: om de gewone mensen te beschermen en te steunen! Hoe? Elk volkstribuun had veto-recht (alle beslissingen tegenhouden).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Julius Caesar (1)
Generaals werden niet langer elk jaar vervangen = grote gebeiden veroveren en hechte band met soldaten, zoals JULIUS CEASAR.


Slide 16 - Tekstslide

Julius Caesar (2)
Vanaf 1e eeuw v.Chr. was hij heel machtiger en rijk door:
  • Verovering van Gallië (Frankrijk en België)
  • Zijn soldaten profiterden van de oorlogsbuit. Hij kreeg daardoor alle steun van zijn soldaten.
  • Rijkste Romeinen van zijn tijd = politeke macht!

Slide 17 - Tekstslide

Julius Caesar (3)
Gebruikte, net zoals andere legercommandenten, het volkstribunen om toch hun zin te krijgen of om machtiger te worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Burgeroorlog
Burgeroorlog: oorlog tegen twee of meerdere groepen uit hetzelfde land of van hetzelfde volk. 

Oude Rome: De generaals vochten tegen elkaar. De generaal die de oorlog won, werd "consul zonder collega" of dictator, voor zes maanden. 

Slide 19 - Tekstslide

Van Republiek naar Keizerrijk
Dictator / tiraan


Alleenheerser dat aan de macht gekomen was niet door uitverkiezing en evenmin door erfrecht, maar door een staatsgreep, steunend op een lijfwacht of militie (eigen leiger)

Slide 20 - Tekstslide

Julius Caesar 
Schakkelde alle andere legercommandanten en wordt didactor voor het leven!

EN TOEN... werd hij vermoord door andere senatoren. 

Slide 21 - Tekstslide

Feiten en meningen 
Feit: Julius Ceaser werd vermoord.
Mening: Iedereen kan een andere mening hebben over zijn dood.


Slide 22 - Tekstslide

Na de dood van Julius Caesar... 
Braak opnieuw burgeroorlogen uit: 
  • Aanhangers van Caesar vs zijn moordenaars.
  • Aanhangers van Caesar onderling, zoals Octavianus en Marcus Antonius.

Slide 23 - Tekstslide

Octavianus vs Marcus Antonius (en Cleopatra)  (1)
Na de dood van Ceasar:
  • Octavianus (Ceasar's achterneef) en Marcus Antonius wilden allebei de macht hebben. 
  • Marcus Antonius trouwden met Cleopatra en had een bondgenootschap met Egypte.
  • Octavianus kreeg volle macht in Rome en keert heel Rome tegen Marcus Antonius. 

Slide 24 - Tekstslide

Octavianus vs Marcus Antonius (en Cleopatra)  (2)
  • Octavianus verklaat Egypte de oorlog. 
  • Marcus Antonius heeft geen macht in het Romeinse Rijk en lijkt zijn en Cleopatra's macht te verliezen. 
  • Marcus en Cleopatra plegen zelfmoord.

Slide 25 - Tekstslide

OCTAVIANUS AAN DE MACHT! (2)

Slide 26 - Tekstslide

Begin van het Keizertijd 
Heeft de Republiek gered en uit dankbaarheid kreeg de hij van de senaat de eretitel "Augustus" (verheven) en veel privileges en rechten: 
  • Opperbevelhebber van het leger, met toezicht van het schatkist.
  • Hoogste priester
  • Jarenlang consul
  • Veto-recht in het volkstribuun
  • Egyptische graanvoorraad was zijn privé bezit!
Hij had ALLE macht!

Slide 27 - Tekstslide

De Keizertijd 
De keizer was nu de baas en had een apart keizerlijk bestuur: Augustus benoemde zijn eigen mensen voor politieke posities.
  • De Senaat, de consuls en het volkstribuun bleef bestaan, maar Augutus had alle macht!, 

Slide 28 - Tekstslide

Staatsinrichting
  • Monachie: koning of een keizer zijn de baas. 
  • Democratische monachie: koning of koningin, maar de volksvertenwoordiging is de baas. Ook de regering (de ministers) moeten doen wat de volksvertenwoordiging wil. Nederland is een constitutionele democratie!
  • Moderne Republiek: president gekozen door het volk, maar moeten hun macht delen met de regering en het parlement.

Slide 29 - Tekstslide

Afsluiten
Hoe werd het Romeinse Rijk van een monarchie een Republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

Slide 30 - Tekstslide