Writing skills. Preparation final test English year 1

Schrijfvaardigheid Voorbereiding op de eindtoets Engels.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid Voorbereiding op de eindtoets Engels.

Slide 1 - Tekstslide

Je toets bestaat uit drie schrijfopdrachten over het boek dat je hebt gelezen. Je kiest zelf twee opdrachten om te maken. 
Let op! Je moet volledige zinnen in het Engels schrijven. Tijdens de toets mag je je leesboekje+woordenboek NL-EN gebruiken. Je mag ook je leesboekje bij je hebben.

1. Een korte samenvatting van het verhaal (samenvatting uit de achterkant van het boek telt niet!)

2. Een beschrijving van de hoofdpersoon

3. Waarom je het boek aan anderen zou aanbevelen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je je hiervoor voorbereiden?

Slide 3 - Open vraag

In de toets moet je volledige zinnen in het Engels schrijven. Maar.....
Hoe ziet een zin eruit?

Slide 4 - Tekstslide



Een zin is een groep woorden waarin je iets vertelt. Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.

Slide 5 - Tekstslide

De eerste letter van een zin is altijd groot. Voorbeeld:
The cat runs.

Kijk naar deze zin:
the dog barks.

Nu herschrijf de zin met de hoofdletter op de juiste plek:


Slide 6 - Open vraag

Een zin die iets vertelt, eindigt met een punt. Voorbeeld:
The cat runs.


Nu herschrijf onderstaande zin met een punt waar die hoort.
I like apples

Slide 7 - Open vraag

Als je iets vraagt, zet je een vraagteken aan het einde. Voorbeeld:
Do you like school?

Opdracht:
Zet een vraagteken aan het einde van deze zin:
Are you happy

Slide 8 - Open vraag

Als je iets enthousiast zegt, zet je een uitroepteken aan het einde. Voorbeeld:
What a great drawing!

Opdracht:
Bedenk zelf een zin die je enthousiast zegt. Schrijf de zin in het Engels op en zet er een uitroepteken achter.

Slide 9 - Open vraag

Je weet nu wat een zin is. 



Wat gebeurt er als je een groep zinnen hebt die samen één onderwerp of idee vertellen? 
Dan heb je een alinea.

Je gebruikt alinea’s om je verhaal of verslag netjes en duidelijk te maken.
Na elke alinea laat je een lege regel (een spatie) zodat je ziet waar de ene alinea stopt en de volgende begint.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Hoeveel alinea's zie je in deze tekst?
A
1
B
3
C
2
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Je gaat nu oefenen voor je toets.




Lees eerst Crazy Paella.

Tijdens het lezen mag je moeilijke woorden opzoeken als je ze niet kent.

Daarna beantwoord de vragen over het verhaal.
 
Helemaal klaar? Dan ga je een oefentoets maken. Haal de oefentoets bij je docent.

Let op: Schrijf nette zinnen en verdeel ze netjes in alinea's. Je weet nu hoe het moet.

Slide 13 - Tekstslide