Deel 1

Ga naar de site
lessonup.com



Wacht op code
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga naar de site
lessonup.com



Wacht op code

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Deel 1
De betekenis van werk
Bedrijfscultuur
Sociale Status

Slide 3 - Tekstslide

De lichtgroene lijn: hoeveel % leeft onder de 'niet-veel-maar-toereikend-grens. 
De donkergroene lijn: hoeveel % leeft onder de basisbehoeftengrens
bron: https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2019/armoede-bij-kinderen-en-volwassenen/

Slide 4 - Tekstslide

Kun jij alles bereiken wat je wilt?

Slide 5 - Open vraag

Heeft iedereen dezelfde kansen in Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat zou je doen als je een miljoen euro had?

Slide 7 - Open vraag

Verschil hobby en werk
Behoefte
Er moet behoefte zijn aan het werk dat je doet.
Geld
Voor werk wordt je meestal betaald. Er bestaat wit en zwart loon. Over zwartwerken betaal je geen belasting, dit mag niet (boete + niet verzekerd).
Capaciteit
Voor werk moet je capaciteiten hebben. Je moet dus iets goed kunnen.
moeite
Bij werk moet je moeite doen

Slide 8 - Tekstslide

Werk
Alle bezigheden die iets nuttigs opleveren voor degene die het werk verricht, maar ook voor zijn anderen.

Slide 9 - Tekstslide

Piramide van Maslow
1 eerste levensbehoeften
2 veiligheid en zekerheid
3 Sociale behoeften
4 Erkenning en waardering
5 Jezelf ontwikkelen

Slide 10 - Tekstslide

Pas als alle lagen hieronder voor elkaar zijn dan kunnen we gaan denken aan zelfontwikkeling. Bijvoorbeeld zin hebben om de allerbeste monteur of kapper te worden die er is!
We willen zo nu en dan horen dat we welkom zijn en dat we het goed doen. Een schouderklopje dus.
We willen graag het gevoel hebben bij een groep te horen. We worden ongelukkig als we te lang alleen zijn
We voelen ons nog beter als we weten dat we morgen en overmorgen ook nog een dag boven ons hoofd hebben.
Zoals eten, drinken en een dak boven je hoofd. Pas als je dit hebt ga je eens denken aan andere dingen.

Slide 11 - Tekstslide

Werk is belangrijk omdat
Inkomen
Zekerheid
Regelmaat
Sociale contacten
Waardering van anderen
Zelfontplooiing
Identiteit
Je werk wordt een stukje van jezelf. Mensen zeggen dan ook: 'ik ben kapper' en niet 'ik werk als kapper'.

Slide 12 - Tekstslide

Loondienst of zelfstandige
Loondienst: je werkt voor een baas en krijgt elke maand loon

Zelfstandige: je bent eigen baas en betaalt je eigen loon

Slide 13 - Tekstslide

Maatschappelijke ladder en sociale status
  • Je positie wordt bepaald door:
  • Kennis en vaardigheden 
  • Macht en verantwoordelijkheid 
  • Inkomen  

  • Ladder ook persoonlijk, meer status voor Messi of chirurg?

Slide 14 - Tekstslide

wie heeft volgens jou een hogere sociale status?
A
vakkenvuller
B
arts

Slide 15 - Quizvraag

wie heeft volgens jou een hogere sociale status?
A
bakker
B
cassière

Slide 16 - Quizvraag

Hoge Sociale Status
Lage Sociale Status

Slide 17 - Sleepvraag

Opracht 1
In deze opdracht ga je kijken naar sociale ongelijkheid en maatschappelijke waardering. 
sociale ongelijkheid
betekent dat mensen ongelijke kansen krijgen in de samenleving om te bereiken wat ze willen bereiken
maatschappelijke waardering
wordt ook wel sociale status genoemd en dit wordt gevormd door de hoogte van het inkomen, maar ook door de moeilijkheid van de studie en de verantwoordelijkheid die de baan heeft. 
stappen die je moet volgen
Stap 1: Maak een maatschappelijke ladder met daarop tenminste 6 beroepen die jij op volgorde zet van weinig naar veel maatschappelijke waardering.
Maatschappelijke waardering wordt ook wel sociale status genoemd en dit wordt gevormd door de hoogte van het inkomen, maar ook door de moeilijkheid van de studie en de verantwoordelijkheid die de baan heeft.
Stap 2: Wat voor werk wil jij doen? En wat is de maatschappelijke waardering van die baan? Zet je werk op de maatschappelijke ladder tussen de andere beroepen.
Stap 3: Schrijf op of je denkt dat je kunt klimmen of dalen op deze ladder en hoe makkelijk of moeilijk dat misschien is.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video