De voedselketen

De voedselketen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De voedselketen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel

Ik kan vertellen wat het verschil is tussen een carnivoor, omnivoor en herbivoor.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


In het dierenrijk draait het om eten en gegeten worden. Voedsel geeft de dieren energie. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Er zijn drie soorten eters in de voedselketen. Een voedselketen is de manier waarop we de
natuur ordenen: wie eet wie?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Degenen die jagen noemen wij roofdieren. Degenen die worden
gegeten noemen we de prooi

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselketen
Als je in de natuur kijkt naar eten en gegeten worden, dan kun je een voedselketen maken.
Bij een voedselketen zet je op een rij welke dieren gegeten worden door andere dieren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselketen

plantje
planteneter
alleseter
vleeseter

Slide 7 - Tekstslide

De voedselketen begint met planten, of met de kleinste dieren: insecten. Die worden door
grotere dieren opgegeten. Die grotere dieren worden weer door nog grotere dieren gegeten.
Bovenaan de keten staan de dieren die niet door andere dieren gegeten worden: de
toproofdieren zoals de leeuw.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carnivoor, Omnivoor en Herbivoor

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mensen?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tanden en kiezen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Carnivoren, zoals een leeuw en de Afrikaanse wilde hond, hebben puntige
snijtanden en hoektanden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Die gebruiken ze om hun prooi te grijpen, te doden en stukken vlees weg te snijden. 
De puntige kiezen worden
knipkiezen genoemd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herbivoren, zoals herten en antilopen, hebben plooikiezen. Dat zijn kiezen met
een breed, geribbeld oppervlak die taaie planten kunnen vermalen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De snijtanden en hoektanden zijn groot en sterk. Helemaal aangepast op het
afbijten van planten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omnivoren, zoals chimpansees en beren, hebben een gebit dat is aangepast aan het eten van
zowel planten als vlees.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voortanden zijn geschikt voor het afhappen van voedsel. De hoektanden scheuren het voedsel af. De kiezen vermalen het voedsel, ze worden knobbelkiezen genoemd

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de opdracht

Opdracht: kijk naar de tanden van onderstaande dieren uit Beekse Bergen en bedenk of het
gaat om een carnivoor, omnivoor of herbivoor. Schrijf er ook onder welk het dier jij denkt dat
het is

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel

Ik kan vertellen wat het verschil is tussen een carnivoor, omnivoor en herbivoor.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies