NOVA H4.1 verhoudingsformules van zouten(2)

Zoutformules 
5.1 Chemie Overal 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zoutformules 
5.1 Chemie Overal 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

zoutformule met samengestelde ionen
In de vorige les heb je gezien hoe je zoutformules opstelt met enkelvoudige ionen. Deze ionen bestaan uit één atoom.

Er zijn ook samengestelde ionen. Dit is een groepje atomen dat samen een lading heeft. In deze les leer je zoutformules opstellen met samengestelde ionen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen& succescriteria
Na afloop van deze les kun je de naam en verhoudingsformule van een zout geven:
  • het postieve ion staat vooraan
  • een Romeins cijfer in de naam als het ion meerdere ladingen kan hebben
  • de verhouding van de ionen zó gekozen dat de som van de positieve lading gelijk is aan de som van de negatieve lading (zout = neutraal)
  • met haakjes om samengestelde ionen die méér dan 1x voorkomen in het zout

Slide 6 - Tekstslide

herhaling

Slide 7 - Tekstslide

  1. Schrijf de naam van het zout op.
  2. Schrijf de ionen met ladingen in symbolen.
  3. Zet de verhouding van de ladingen eronder, zodat het samen 0 is.
  4. Schrijf de verhoudingsformule op. 
  5. Schrijf de zoutformule op zonder ladingen en de fase. 
Hoe stel je een zoutformule op?

herhaling

Slide 8 - Tekstslide

Geef de verhoudingsformule van:
1. magnesiumoxide
2. aluminiumoxide
3. uraan(VI)fluoride
4. koper(I)sulfide

Slide 9 - Open vraag

samengestelde ionen
  •  bestaan uit groepjes atomen die samen een lading hebben.
  • kan positief of negatief geladen zijn.
  • bijv NO3- ,OH- ,PO43-, NH4+

uitleg nieuwe stof

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde ionen
# 100%
LEREN

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent het getal 4 in
A
het ion heeft 4x een lading 3-
B
het ion heeft 4 zuurstofatomen
C
er zijn 4 fosfaat-ionen
D
het ion heeft een negatieve lading van 4

Slide 12 - Quizvraag

welke lading heeft dit
samengestelde ion?
A
3-
B
4-
C
12-
D
3/4 -

Slide 13 - Quizvraag

wat is de formule van sulfaat?
A
SO32
B
SO3
C
SO42
D
SO4

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de formule van nitraat?
A
NO32
B
NO3
C
NO22
D
NO2

Slide 15 - Quizvraag

nitrietion
acetaation
ammoniumion
hydroxide‑ion
 fosfaation
carbonaation
 CO32-
PO43-
OH-
NH4⁠+
CH3COO-
NO2-

Slide 16 - Sleepvraag

Uitlegfilmpje
In het filmpje op de volgende slide zie je hoe je een verhoudingsformule opstelt met een samengesteld ion.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zo doe je dat!
Op de volgende twee dia's zie je nog twee voorbeelden van het opstellen van een verhoudingsformule

Slide 19 - Tekstslide

Dit zout bestaat uit twee samengestelde ionen:



                   3          :         1



NH4+
PO43
(NH4+)3PO43
(NH4)3PO4
Geef de verhoudingsformule van ammoniumfosfaat
Met de grootte van de blokjes is aangegeven dat een lading van 3- is 3x zo groot als een lading van  1+

Slide 20 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 2:

  1. aluminiumsulfaat
  2.       Al3+       SO42-     
  3.         3+             2-
  4.         2       :       3                                                                    
  5.   ( Al3+ )2    ( SO42-  )3                                                     
  6.    Al3+ 2        ( SO42- )3  
  7.    Al2 ( SO4 )3  

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer moet je in de formule van een zout haakjes gebruiken?
A
altijd
B
altijd bij enkelvoudige ionen
C
altijd bij samengestelde ionen
D
alleen bij samengestelde ionen die meer dan 1x voorkomen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
(Na)2CO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de formule van aluminiumhydroxide?
A
AlOH
B
AlOH3
C
AlOH2
D
Al(OH)3

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 25 - Quizvraag

Geef de verhoudingsformule van
natriumsulfaat

Slide 26 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule van
kopercarbonaat

Slide 27 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule van
magnesiumnitriet

Slide 28 - Open vraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
A
Fe2(NO3)2
B
Fe(NO3)3
C
Fe(NO3)2
D
FeNO3

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42

Slide 30 - Quizvraag

Heb je nog vragen over deze les? Stel ze dan hier:

Slide 31 - Open vraag