H7: Politieke besluitvorming (2)

POLITIEK


H7: Politieke besluitvorming
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

POLITIEK


H7: Politieke besluitvorming

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Waar gaan we vandaag mee aan de slag?


Aan het einde van de les:
- weet je wat de politieke besluitvorming precies is
- hoe pressiegroepen en de media de politieke besluitvorming kunnen beïnvloeden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dit een maatschappelijk probleem?


En wat gebeurt hier mee?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op vorige les
H6.1: Het parlement

Tweede Kamer (150)
Eerste Kamer (75) 
Fractie(voorzitter)
Coalitiepartijen
Oppositiepartijen 
H6.2: Rechten parlement

Wetgevend: stemrecht, recht van initiatief (TK), recht van amendement (TK)
H6.2 Rechten parlement

Controlerend: vragenrecht, recht van interpellatie, recht van onderzoek, budgetrecht, recht van motie. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om hun wetgevende taak uit te kunnen voeren hebben Kamerleden het stemrecht, het recht van het recht van initiatief en het recht van..........
A
Interpellatie
B
Amendement
C
vragen stellen
D
Motie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kamer is het niet eens met de wijze waarop de bouw van een nieuwe tunnel wordt gefinancierd:

A
Recht van motie
B
Recht om vragen te stellen
C
Budgetrecht
D
Stemrecht

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kamerleden keuren een wetsvoorstel van een minister goed. Van welk recht maken de Kamerleden gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Vragenrecht
C
Recht van initiatief
D
Stemrecht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het parlementaire recht om een wetsvoorstel in te dienen?
A
Budgetrecht
B
Recht van initiatief
C
recht van Amendement
D
Stemrecht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie.
B
Recht van amendement.
C
Stemrecht.
D
Recht van initiatief.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wens (van burgers) wordt een politiek probleem (agenda)


wethouders, ministers en ambtenaren bedenken oplossingen


Er wordt een 
besluit genomen.


Het uitvoeren van 
het besluit
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Politieke besluitvorming


Terugkoppeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actiegroep Extinction Rebellion blokkeert in Amsterdam een kruispunt om aandacht te vragen voor het klimaatbeleid

Welke fase uit het besluitvormingsproces is dit?
A
Fase 1: van wens naar politieke agenda
B
Fase 2: Bedenken van oplossingen
C
Fase 3: Het nemen van besluiten
D
Fase 4: Uitvoeren van besluiten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid laat twee nieuwe windparken
aanleggen in de Noordzee.

Welke fase in het besluitvormingsproces is dit?
A
Fase 1: van wens naar politieke agenda
B
Fase 2: bedenken van oplossingen
C
Fase 3: het nemen van besluiten
D
Fase 4: uitvoeren van besluiten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Kamer gaat akkoord met het
verlagen van de maximum snelheid op snelwegen.

Welke fase in het besluitvormingsproces is dit?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groepen die bepaalde belangen nastreven en die de politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden (belangengroepen).

Hoe doen zij dit?
  • Publieke opinie beïnvloeden
  • Openlijk actie voeren (demonstreren)
  • Lobbyen (steun vragen aan politici)

Hierbij gebruiken zij machtsmiddelen!

Pressiegroepen

Slide 16 - Tekstslide

Amnesty International, Klub Lange Mensen, Milieudefensie, Black Lives Matter, Save the Children, Leraren In Actie, ANWB, Wereld Natuur Fonds, het Landelijk Aktie Komitee Scholieren, vakbond CNV, Stop Wapenhandel, Viruswaarheid.
Macht: de mogelijkheid om het gedrag van anderen te veranderen / beïnvloeden (bijv. door machtsmiddelen). 

1. Kennis: hoogleraar, wetenschapper, dokters (verstand)
2. Grootte van de groep: stakingen, demonstraties
3. Geld: makkelijker campagne voeren, doneren
4. Formele, wettelijke mogelijkheden: aanklacht
5. Toegang tot media
6. Toegang tot politici
7. Gezag en charisma: overtuigingskracht = maar macht!
8. Lid van een adviesorganisatie: adviseren van overheid

Machtsmiddelen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Media zijn ook op een andere manier belangrijk voor het functioneren van een democratie. Zonder goede media weten burgers namelijk niet wat er speelt bij de overheid. Ze spelen dus een rol in de politieke besluitvorming. 

De vijf politieke functies van de media zijn; 
1. Agendafunctie: media worden gebruikt om maatschappelijke problemen aan te kaarten.
2. Informatieve functie: media geven informatie over beleidsplannen van de overheid.
3. Meningsvormende functie: media geven commentaar op het beleid, lezers vormen mening
4. Controlerende functie (waakhond): doen politici wel wat ze beloven? 
5. Spreekbuis functie: pressiegroepen kunnen hun mening geven. 

De media

Slide 19 - Tekstslide

Informatiefunctie
De media geven burgers feitelijke informatie, bijvoorbeeld over beleidsplannen van de overheid. Voor de democratie is dit belangrijk, want alleen als burgers alle feiten kennen, kunnen ze hun mening vormen over zulke vraagstukken.
Controle- of waakhondfunctie
De media doen kritisch onderzoek naar de overheid en naar bedrijven. Er wordt gekeken of politici wel doen wat ze beloven, en of bedrijven zich wel aan de regels houden. Journalisten heten daarom ook wel “de waakhonden van de democratie”.
Agendafunctie
De media worden soms door mensen of organisaties gebruikt om maatschappelijke onderwerpen of problemen te introduceren. Zij proberen dan om het probleem op de publieke of politieke agenda te zetten.