2AG1 ww werkwoordsvormen en -tijden, homofone ww

Wat gaan we doen?
  • Uitleg paragraaf 14 Spelling
  • Zelfstandig aan de slag met
    de oefeningen - opdr. 1 t/m 4- online.


  •  Volgende week Kahoot over 
    par. 9 t/m 14 (excl. 13)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Uitleg paragraaf 14 Spelling
  • Zelfstandig aan de slag met
    de oefeningen - opdr. 1 t/m 4- online.


  •  Volgende week Kahoot over 
    par. 9 t/m 14 (excl. 13)

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan werkwoorden goed spellen.

Je kunt verschillende, maar gelijkklinkende werkwoordsvormen op de juiste manier spellen.





Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de volgende zinnen:
Ik vind gele M&M’s het lekkerst, maar Koen vindt de blauwe veel lekkerder.
Penny verdient een zakcentje met oppassen op haar buurjongetje.
Zo’n onaardige reactie op mijn vraag heb ik toch niet verdiend?



Slide 4 - Tekstslide

Homofone werkwoorden
In deze zinnen zijn de werkwoordsvormen vind en vindt en verdient en verdiend verschillend gespeld, hoewel ze hetzelfde klinken. Zulke werkwoordsvormen noemen we homofone werkwoordsvormen. ‘Homofoon’ betekent ‘gelijk van klank’.

Slide 5 - Tekstslide

d of dt?
De keuze tussen d en dt komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) van werkwoorden met in de infinitief een d voor de uitgang en, zoals bereiden, raden en schudden. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 6 - Tekstslide

d of t?
De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): bedient, verhuist (pvtt) en bediend, verhuisd (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals bedienen en verhuizen. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 7 - Tekstslide

Laden (pvtt) / Laadden (pvvt) de vluchtelingen hun bezittingen op een aanhangwagen?

Danny ontblootte (pvvt) zijn armen en toonde op die ontblote (bn) arm zijn tattoo.

Slide 8 - Tekstslide

Die kok bereidde (pvvt) de soep en de ober bracht de bereide (bn) soep naar de gasten.

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
*Wat heb je geleerd vandaag?
*Wat vond je nog lastig?
*Waar kun je nog mee oefenen?

Slide 10 - Tekstslide