H4.1 + H4.2 Procenten & staafdiagram

    Welkom
Zoek in boek  blz. 196 op
Schrift op tafel, etui erbij, geodriehoek, teken vast een kantlijn
Laat je laptop in je tas.
DEZE LES:
§4.1 Procenten
Maak opd. 4
timer
6:30
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4Studiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
Zoek in boek  blz. 196 op
Schrift op tafel, etui erbij, geodriehoek, teken vast een kantlijn
Laat je laptop in je tas.
DEZE LES:
§4.1 Procenten
Maak opd. 4
timer
6:30

Slide 1 - Tekstslide

    Welkom
Zoek in boek  blz. 233  op
Schrift op tafel, etui erbij, geodriehoek, teken vast een kantlijn
Start je laptop op en surf naar: Lessonup.app
DEZE LES:
§5.2 & §5.3 berekeningen met Tangens
Neem blz. 233 voor je.
Maak opd. 16 , lees de theorie en maak opd 17 + 18
timer
9:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

uitleg 
          Lesprogramma
nakijken 
- Nabespreken toets H1 
- Procentuele toename (met een formule)
- Procentuele afname (met een formule)
aan de slag 
- Let op, we volgen het boek niet precies dit keer,
- i.p.v. een tabel, werken wij met een formule.
- Schrijf altijd netjes je berekeningen uit.
huiswerk
voorkennis 
- Ik weet dat het totaal (alles) bij elkaar 100%
- Ik kan 1% van een aantal berekenen door te delen door 100
§4.1 af volgens afspraak

Slide 4 - Tekstslide

        Nabespreken toets
Maak aantekeningen achter in je schrift.

Zorg voor een overzichtje
- wat ging goed?                                  - wat moet je nog herhalen om je eigen te maken



De onderwerpen van de eerste toetsweek komen verderop
in het jaar nog een keer terug. H7 & H8

Slide 5 - Tekstslide

   Procenten
Voorkennis
Van procenten heb je vast al eens gehoord, en je hebt er ook al vaker mee gewerkt.

- Je weet dat het totaal (alles bij elkaar) gelijk is aan 100%.
- Je weet dat 1% gelijk is aan        deel dus om 1% uit te rekenen deel je door 100.

- hier onder zie je op 2 manieren hoe je met procenten kunt werken.
1001
69% van 5984 bezoekers
69% van 5984 bezoekers
69% = 0,69 als decimaal getal

0,69 x 5984 = 

Slide 6 - Tekstslide


Reken uit, noteer de berekening in je schrift.
12% van 32 = 
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag


Reken uit, noteer de berekening in je schrift.
35,5% van 520 = 
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Wat leer je deze les?

Ik weet wat procentuele toe- en afname betekent.

Ik kan een procentuele toename of afname berekenen met een formule.
        leerdoelen

Slide 9 - Tekstslide

Het woordje toename en afname vertelt je al wat er gaat gebeuren.
Een hoeveelheid wordt groter (het neemt toe, een toename)
Of het wordt minder (het neemt af, een afname)

Toename en afname zijn signaalwoordjes. Deze kun je terug vinden in de tekst bij een opdracht.  

Een signaalwoordje vertelt je wat er gaat gebeuren.

Voorbeelden:  duurder/goedkoper    meer/minder    toename/afname                      
                            groter/kleiner               winst/verlies     inclusief/exclusief
Procentuele toe- en afname
uitleg 

Slide 10 - Tekstslide

Het signaalwoordje vertelt je dus dat iets toeneemt of afneemt
In de volgende opdrachten werken we steeds met prijzen
Procentuele toe- en afname
uitleg 
Werken we met geld (prijzen) en weet je het oude bedrag en het nieuwe bedrag, dan kun je gebruik maken van een formule om de berekening te maken:
oud(nieuwoud)×100=Procentuele toename

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik de formule:


Formule toepassen
Samen met docent 
oud(nieuwoud)×100=Procentuele toename

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik de formule:


Formule toepassen
Samen met docent 
oud(nieuwoud)×100=Procentuele toename

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik een tabel:   - berekenen eerst het verschil tussen nieuw en oud!
                                      - vul de tabel in:


Werken met tabel
Samen met docent 

Slide 14 - Tekstslide

timer
12:00
Oefenen    
Klaar?
Lees de theorie op blz. 199
Maak alvast opd. 10, 11, 12 en 13.
Maak opd. 3, 4, 5, 7, 8 & 9 op blz. 197/198
Bepaal zelf of je de formule, of de tabel gebruikt.

Werk 5 minuten zelfstandig,
daarna mag je zachtjes overleggen
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide