H1.4 Wordt alles duurder

H1.4 Wordt alles duurder?
3GT
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.4 Wordt alles duurder?
3GT

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Huiswerk controle H1.3
  • Herhaling H1.3
  • Nakijken H1.3
  • Opdracht 9, 10 en 11 samen
  • Uitleg H1.4
  • Huiswerk H1.4

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk controle H1.3

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling H1.3
  1. Je kunt 3 soorten inkomens onderscheiden
  2. Je kunt de gezinsuitgaven in drie groepen indelen
  3. Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken H1.3
Opdracht 3C t/m 11

Slide 5 - Tekstslide

H1.4 Wordt alles duurder
Je leert in deze paragraaf:
  • Hoe je een verandering in procenten kunt berekenen
  • Wat inflatie is
  • Wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht
  • Hoe inflatie met indexcijfers berekend wordt
  • Hoe je berekeningen maakt met behulp van indexcijfers

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Cijfers inflatie
https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-economie/prijzen/inflatie#:~:text=De%20inflatie%20wordt%20afgemeten%20aan,duurder%20dan%20een%20jaar%20eerder.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Koopkracht
Koopkracht: is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

Koopkracht wordt door 2 factoren beinvloed:
  1. de stijging of daling van je inkomen:
  2.  de stijging (= inflatie) of daling (=deflatie) van de prijzen

Slide 12 - Tekstslide

Formule koopkracht
Koopkracht berekening:
De procentuele verandering van het inkomen - de procentuele verandering van de prijzen.

Toelichting:
  • als inkomen meer stijgt dan de prijzen stijgen neemt je koopkracht toe.
  • als je inkomen minder stijgt dan de prijzen neemt je koopkracht af.

Slide 13 - Tekstslide

Indexcijfers waarom?
  • Veranderingen kun je makkelijk vergelijken met indexcijfers.
  • Een indexcijfer laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een bepaalde periode. 
  • Die afgesproken periode heet het basisjaar. De gegevens van het basisjaar krijgen altijd het indexcijfer 100.
  • Indexcijfers is GEEN percentage (dus geen % erachter)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
H1.4 Wordt alles duurder?
Blz. 22 tot en met 25
Opdracht 1 tot en met 11

Slide 23 - Tekstslide