12 Assertiviteit


Assertiviteit   
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les


Assertiviteit   

Slide 1 - Tekstslide

Vaardigheden
-Je kunt omschrijven wat assertiviteit is.
-Je kunt benoemen welke soorten gesprekken er zijn.
-Je kunt benoemen wat gewenste en ongewenste intimiteiten zijn.
-Je kunt op een professionele manier omgaan moeilijke situaties.

Slide 2 - Tekstslide

Vaardigheden
-Je kunt je eigen grenzen en die van de zorgvrager bewaken.
-Je kunt verschillende soorten gesprekken voeren met de zorgvrager
-Je leert feedback te geven en ontvangen in moeilijke situaties
- Je leert te reflecteren op je eigen gedrag in confronterende situaties .

Slide 3 - Tekstslide

Assertiviteit

Slide 4 - Woordweb

Weten wie je bent, wat je wil, nodig hebt ....
In je de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen  met die van een ander.

In dergelijke situatie kun je op drie manieren reageren: 
sub-assertief,  
assertief of 
agressief.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voorbeelden
Een cliënt slaat telkens een arm om je heen. Jij hebt dit liever niet.

Je collega is ziek en jij wordt deze maand voor de derde keer gebeld of je een keer een extra dienst wil draaien. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet de assertieve persoon?
Een assertief iemand geeft aan hoeveel taart hij wil. De ander krijgt vervolgens de kans om dat ook te doen. Daarna gaan ze kijken of ze tot een verdeling kunnen komen die beide personen gelukkig maakt.

Hoe kun je non-verbaal sub-assertief, agressief en assertief reageren in deze situatie?

Slide 8 - Tekstslide

Een verbaal assertief voorbeeld:
Er is een taart te verdelen:
Sub-assertief persoon: eet jij maar zoveel je wilt, ik kijk wel wat er overblijft.
Een agressief iemand zal eerst nemen waar hij behoefte aan heeft en de restjes toeschuiven naar de ander.
En wat doet de assertieve persoon?

Slide 9 - Tekstslide

Assertiviteit
zelfverzekerd en op een rustige wijze 

opkomen voor jezelf 

en je eigen belangen en behoeften, 
zonder de ander te kwetsen 
of diens belangen te ontkennen of te schaden.

Slide 10 - Tekstslide

Subassertief zijn is.. 
  • Je grenzen niet aangeven 
  •  Over je heen laten lopen
  • Niet zeggen wat je wilt of vindt
  • Doen wat anderen willen 
  • Geremd en stil zijn
  • Bang voor ruzie

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken van een gebrek aan assertief gedrag
bescheiden
angst
te hoge verwachtingen
verlegenheid
schuldgevoelens
sterk plichtsbesef
geen eenling willen zijn
bewust keuze

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk
om voor jezelf op te komen?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Noem 1 voorbeeld waarbij
jouw belangen en behoeften
botste met die van een ander.

Slide 16 - Open vraag

Tip:
Ga er niet vanuit dat de ander wel weet hoe het hoort. Als de ander in jouw ogen iets verkeerds doet, leg dan altijd eerst uit hoe jij het wel wilt hebben.
 

Slide 17 - Tekstslide

Assertief reageren is de beste manier van reageren. Het is belangrijk dat je kunt opkomen voor je eigen belangen.
Als je opkomt voor je eigen belangen, dan:
A
Blijft het contact goed met collega's, cliënten en leidinggevende.
B
Houd je plezier in je werk en kun je ontspannen blijven.
C
Krijgen cliënten beter contact met jou, je collega's en hun familieleden.
D
Zet je jezelf op de eerste plaats, boven het belang van anderen.

Slide 18 - Quizvraag

Niveaus van assertiviteit

Slide 19 - Tekstslide

Zo vergroot je je assertiviteit
Tip 1. Ga uit van je eigen kracht en waarde
Tip 2. Vraag om wat je wilt; anderen kunnen geen gedachten lezen
Tip 3. Spreek in de ik-vorm. Door in de ik-vorm te praten, voorkom je dat je anderen veroordeelt of bekritiseert.
Tip 4. Wat anderen van je denken, gaat jou niets aan
Tip 5. Wees duidelijk, maak zo concreet mogelijk duidelijk wat je voelt en denkt zonder de ander te kwetsen.


Slide 20 - Tekstslide

vervolg tips:
Tip 6. Geloof wat je zegt
Tip 7. Vat het niet persoonlijk op; om assertiever te worden moet je het probleem rationeel en zakelijk kunnen beschouwen en daarna een helder antwoord formuleren
Tip 8. Let op je lichaamshouding
Tip 9. Oefening baart kunst! 

Slide 21 - Tekstslide

Agressief zijn is..
  • Voor jezelf opkomen ten koste van de ander  
  • Tot een conflict komen 
  • Eigen belang
  • Niet naar de ander luisteren
  • De ander de schuld geven

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Sub assertief
Assertief
Agressief
Je geeft niet je eigen mening
je bent voorzichting met kritiek
Je wacht af wat anderen vinden
Je maakt je eigen belangen duidelijk
je geeft de ander de ruimte om zich te uiten
Je durft initiatief te nemen
Je bent overtuigd van jezelf. 
Je kan de ander overheersen

Slide 24 - Sleepvraag

Thieme opdrachten
Thema 6, Hoofdstuk 12 Assertiviteit
Opdracht 1 t/m 5

Slide 25 - Tekstslide