periode 2 week 2 mond t/m maag

 Deze les 
start H2 Spijsverteringsorganen
kennis krijgen van vertering van mondholte tot maag

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 Deze les 
start H2 Spijsverteringsorganen
kennis krijgen van vertering van mondholte tot maag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Lees H 2.1 algemene bouw van de wand en werk dit uit in een tekening

Slide 3 - Tekstslide

Uit hoeveel lagen bestaat de wand van het spijsverteringsstelsel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Door middel van peristaltiek schuift voedsel steeds verder het spijsverteringskanaal in
A
klopt
B
klopt niet, het schuift wel op maar niet door peristaltiek
C
klopt niet, het glijdt gewoon steeds verder

Slide 5 - Quizvraag

hoe heet het enzym in de mond dat begint met afbreken van suikers?

Slide 6 - Open vraag

welke organen zijn
onderdeel van het
spijsverteringsstelsel?

Slide 7 - Woordweb

Spijsverteringsorganen
Spijsvertering:
     Mond
     Slokdarm
     Maag (2 – 6uur)
     Lever
     Alvleesklier
     Dunne en dikke darm (5-6 u vertering)
Na 12 – 24 uur verlaten onverteerde en onverteerbare delen het lichaam in de vorm van ontlasting.
Functies van spijsvertering:
Vertering van voedingsstoffen
Opname van voedingsstoffen
Uitscheiding van afvalstoffen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het gebit
Opdracht:
Breng het gebit op een overzichtelijke manier in kaart 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Speekselklieren
3 grote speekselklieren:
  1. oorspeekselklier
  2. onderkaakspeekselklier
  3. ondertongspeekselklier

Functies speeksel:
Vergemakkelijkt het slikken
Houdt de mond vochtig
Bevat amylase (vertering koolhydraten)
Beschermt tegen bacteriën
Neutraliseert evt omhoog komende zure maaginhoud

Productie: reflexmatig

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

opdracht
schrijf stap voor stap op hoe je een hap doorslikt

Slide 17 - Tekstslide

Bij kauwen
A
beweegt vooral de bovenkaak
B
beweegt vooral de onderkaak
C
bewegen beide kaken evenveel

Slide 18 - Quizvraag

Noem tenminste 3 functies van speeksel

Slide 19 - Open vraag

Een kwadrant bestaat uit
2 snijtanden, 1 hoektand, 3 valse kiezen, 2 ware kiezen
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Farynx

Slide 21 - Tekstslide

Strottenhoofd = larynx

Slide 22 - Tekstslide

Ander woord voor keelholte =
A
farynx
B
larynx

Slide 23 - Quizvraag

2.5 Maag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Is het verstandig om iemand met een neus-maagsonde plat in bed te leggen
A
geen probleem
B
liever niet

Slide 27 - Quizvraag

Waarom niet?

Slide 28 - Tekstslide

Maagwand
Crypten: plooien in de maagwand, scheiden  verschillende maagsappen af
  • halscellen
  • wandcellen
  • hoofdcellen
  • zie afb 2.11
Muscularis= spierwand -> mixen van maaginhoud

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdrachten uit je werkboek t/m maag
Bestudeer de toetsopdracht

Slide 34 - Tekstslide