Argumentatie uitleg

Welkom bij Nederlands!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Argumentatie
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Info
Welkom! :-)

Slide 3 - Tekstslide

Argumentatiestructuren &
argumentatieschema's

Enkelvoudig
Onderschikkend
Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)
Argumentatie op basis van...

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatiestructuur

Slide 5 - Woordweb

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 6 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 7 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatieschema's
  1. Oorzaak en gevolg (causaliteit)
  2. Kenmerk of eigenschap
  3. Voor- en nadelen
  4. Vergelijking
  5. Algemene uitspraak en voorbeelden

Slide 12 - Tekstslide

Welk schema?

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.

Slide 13 - Tekstslide

Welk schema zag je bij de vorige dia?

Slide 14 - Open vraag

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 15 - Tekstslide

Welk schema zag je bij de vorige dia?

Slide 16 - Open vraag

En nu..?
Ik heb een iets andere manier van werken vandaag.
Ik heb een andere LessonUp gemaakt waarmee je online kunt werken.
Hier staan opdrachten in. Die moeten binnen dit lesuur af zijn.
Ik blijf aanwezig voor extra uitleg.
Ben je klaar met de LessonUp? Dan ga je de artikelen voor je pleidooi analyseren. Wat is het standpunt? Welke argumenten worden gebruikt? Zijn deze onder- of nevenschikkend? Zijn ze afhankelijk of niet? Welk type argumentatie?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 19 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 20 - Quizvraag

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 21 - Quizvraag

Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.

  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Slide 22 - Tekstslide

Welke argumentatiestructuur hoort hierbij?

Slide 23 - Open vraag

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 24 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Maak van onderstaande stelling en argumenten een argumentatiestructuur. Noteer ook welke structuur je gebruikt hebt.
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
Je werkt op school onder toezicht.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.

Slide 25 - Tekstslide

Welke argumentatiestructuur hoort hierbij?

Slide 26 - Open vraag

Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
De kans dat je je huiswerk maakt, is groter.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Je werkt op school onder toezicht. 
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Analyseer de artikelen voor je pleidooi. Doe dat aan de hand van de volgende vragen:
  1. Wat is het standpunt?  
  2. Welke argumenten worden gebruikt?
  3. Zijn deze onder- of nevenschikkend?
  4. Zijn ze afhankelijk of niet?
  5. Welk type argumentatie (op basis van oorzaak-gevolg, kenmerken, voor- en nadelen, vergelijking, voorbeelden)?

Slide 28 - Tekstslide