Uitlegles week 35

H3 Getallen
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

24 augustus
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Getallen
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

24 augustus

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les 
  • Start
  • Introductie hoofdstuk
  • Leerdoelen doorlopen
  • Exit-vragen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Getallen

Slide 3 - Woordweb

Ik kan natuurlijke getallen splitsen.

Slide 4 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer 
Getal


Slide 5 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: 



Slide 6 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 



Slide 7 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen 

Slide 8 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen zijn alle positieve gehele getallen en nul. (0,21,345,678944, ..)

Slide 9 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Waarde van natuurlijke getallen

Duizendtallen (D)                 6 7 4 8
Honderdtallen (H)
Tientallen (T)
Eenheden (E)

Slide 10 - Tekstslide

3.1 Natuurlijke getallen
Voorbeeld

Neem het getal 76851.

Het cijfer 5 heeft de waarde 50 ofwel 5 x 10.
Het cijfer 6 heeft de waarde 6000 ofwel 6 x 1000.


Slide 11 - Tekstslide

Grote getallen
Duizend      1 000  
Miljoen      1 000 000
Miljard       1 000 000 000
Biljoen       1 000 000 000 000
Biljard        1 000 000 000 000 000 

Slide 12 - Tekstslide

3.1 Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 13 - Tekstslide

Ik kan werken met delers, veelvouden en priemgetallen.

Slide 14 - Tekstslide

3.2 Delers van getallen
Neem het getal 36       36 : 2 = 13        2 is een deler van 36

               

Slide 15 - Tekstslide

3.2 Delers van getallen
Neem het getal 36       36 : 2 = 18        2 is een deler van 36
Andere delers zijn: 
             

Slide 16 - Tekstslide

3.2 Delers van getallen
Neem het getal 36       36 : 2 = 18        2 is een deler van 36
Andere delers van 36 zijn: 
         



   
 1   36
 2   18
 3   12
 4    9
   6    

Slide 17 - Tekstslide

3.2 Delers van getallen
Neem het getal 36       36 : 2 = 18        2 is een deler van 36
Andere delers van 36 zijn: 
         


De delers van een getal zijn de gehele getallen waardoor je het getal kan delen. Er moet dan een heel getal uitkomen.
   
 1    36
 2   18
 3   12
 4    9
    6    

Slide 18 - Tekstslide


Noteer alle delers van 16.

Slide 19 - Open vraag


Noteer alle delers van 13.

Slide 20 - Open vraag

3.2 Veelvoud
Je kunt ook zeggen 36 is een veelvoud van 2 (want 2x18=36). 

De veelvouden van een getal zijn de getallen van de tafel van dat getal.

Veelvouden van 2 zijn:   2,4,6,8,10, ..
Veelvouden van 13 zijn:   13,26,39,52, ..




De eerste 5 veelvouden van 2 zijn: 2, 4, 6, 8, 10  

Slide 21 - Tekstslide


Noteer de eerste 5 veelvouden van 3.

Slide 22 - Open vraag

3.2 Even en oneven
Een getal dat deelbaar is door het getal 2 is even.
(2,4,16,34,68,354, ...)


Een getal dat niet deelbaar is door het getal 2 is oneven.
(1,3,15,33,57,355, ...)

Slide 23 - Tekstslide

3.2 Priemgetallen
Een priemgetal heeft precies twee delers.
Namelijk één en zichzelf.


Slide 24 - Tekstslide


Waarom is het getal 1 geen priemgetal?

Slide 25 - Open vraag

3.2 Priemgetallen
Een priemgetal heeft precies twee delers.
Namelijk 1 en zichzelf.

De eerste vijf priemgetallen zijn: 2,3,5,7,11



Slide 26 - Tekstslide


Is 19 een priemgetal?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag


Is 26 een priemgetal?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag


Is 87 een priemgetal?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Zeef van Eratosthenes

Slide 30 - Tekstslide

3.2 Priemgetallen
Schrijven als een vermenigvuldiging van priemgetallen.

180


Slide 31 - Tekstslide

Ik kan werken met breuken.

Slide 32 - Tekstslide

Breuken
Een breuk is hetzelfde als een deling, alleen anders opgeschreven!






breuk=noemerteller

Slide 33 - Tekstslide

Breuken
Een breuk is hetzelfde als een deling, alleen anders opgeschreven!



Vereenvoudigen:
 teller en noemer delen door hetzelfde getal.





324=
breuk=noemerteller

Slide 34 - Tekstslide

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 35 - Tekstslide

Breuken met elkaar vergelijken.
Pak opgave 29a erbij (blz. 64).

Slide 36 - Tekstslide

Hoe nakijken?

Ga naar magister
leermiddelen
Kies "wiskunde 12e editie"
Kies je klas.
Kies het juiste hoofdstuk.
Klik op "antwoorden en uitwerkingen"
Druk op bekijken


Slide 37 - Tekstslide


EXIT
Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd!

Slide 38 - Open vraag


EXIT
Noteer 2 vragen die je hebt naar aanleiding van deze les.

Slide 39 - Open vraag


EXIT
Noteer 1 tip voor mij als docent.

Slide 40 - Open vraag

Aan de slag
Maak een begin met de weektaak,
deze week 3 gedeelde lessen!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide